“We gaan straks even naar de foire in Luik en daarna gezellig uit eten bij de Italiaan”, zegt mijn vader. Het is een koude, natte zondag in oktober, begin jaren tachtig. De foire, de grote Luikse kermis die bestaat uit één langgerekte aaneenschakeling van kraampjes, attracties en eetgelegenheden, is volop bezig. Altijd druk, rommelig en boordevol herrie.
“Hè ja, dat is leuk!”, roep ik uit. Niet dat ik ook maar ergens in wil. Ik ga vooral voor het sfeertje, de zoetigheden en niet in de laatste plaats voor de grijpers. Menig Belgische frank is in mijn jeugd al verdwenen in de krochten van die automaten in de hoop dat de metalen klauw deze ene keer wél dat oerlelijke pluchen beertje zou vastpakken en voor mij in de lade zou werpen.
Het grappige is dat we eigenlijk geen van allen houden van dit kermisvermaak. We lopen steevast maximaal een uurtje over de foire, puur voor de vorm en dan hebben we het alweer gezien. Met de vette walm van frites en oliebollen nog in onze kleren, maken we dat we zo snel mogelijk bij de Italiaan komen. De echte reden waarom we naar Luik zijn gegaan.
Mijn ouders komen al heel lang in dit etablissement dat nou eens niet die oubollige inrichting heeft met de obligate rood-wit geblokte tafelkleedjes en wijnkruiken aan het plafond. Ze zijn dol op de pasta’s, de osso bucco en de melanzane alla parmigiana. Ze zijn er vaste klant.
De laatste jaren mag ik tot mijn grote vreugde ook mee. De eigenaar, een trotse, knappe en goed geklede Italiaan, is altijd in zijn zaak aanwezig. Hij begroet ons altijd uitbundig, allerhartelijkst en bij naam. Zijn rijzige en donkere gestalte imponeert. Hij steekt in al zijn mannelijke elegantie schril af tegen zijn kleine, onopvallende en immer slordig geklede vrouw.
Telkens als ik die twee samen zie, vraag ik me af hoe ze bij elkaar zijn gekomen. Haar vale gezichtskleur doet vermoeden dat ze zelden buiten komt en haar warrige piekhaar geeft prijs dat ze niet bijster geïnteresseerd is in uiterlijk vertoon. En dat met zo’n echtgenoot. Ze lijken een nogal onwaarschijnlijke combinatie. Maar ja, les extrèmes se touchent, zullen we maar zeggen.
Jaren later besluiten mijn ouders er weer eens een keertje te gaan eten. Bij binnenkomst valt het mijn vader meteen op dat de eigenaar niet aanwezig is. En zijn vrouw is ook al nergens te bekennen. De enige bekenden die mijn vader wel ziet, zijn de inmiddels volwassen dochters van het echtpaar. Zij werken in de bediening.
Als een van de beide dames aan tafel komt om de bestelling op te nemen, kan mijn vaderhet niet laten om te vragen waar le patron is. Hij is anders toch altijd in de zaak?
De dochter kijkt hem vreemd aan, twijfelt even zichtbaar maar vraagt dan: “U bent niet van hier, hè? Dus u weet het nog niet”.
“Nee”, antwoordt mijn vader, “ik weet niks. Wat is er dan gebeurd?”
De dochter kijkt hem recht aan en zegt dan plompverloren: “Mijn vader heeft mijn moeder vermoord. Hij zit in de gevangenis”. Om vervolgens doodgemoedereerd verder te gaan met de tafel te dekken.
Later horen we de rest van de gruwelijke details, die zo uit een film noir zouden kunnen komen. Blijkt dat de knappe Italiaan zijn lelijke echtgenote op heterdaad heeft betrapt toen ze “het” deed met – jawel, ik verzin dit niet – de al even lelijke kok van zijn restaurant. Nota bene in de echtelijke sponde. Waarop de knappe Italiaan zich op zijn hielen omdraaide, zijn dubbelloops jachtgeweer haalde en ze allebei ter plekke doodschoot. En voilà, een nieuwe filmtitel is geboren: the cook, the murderer, his wife and her lover.
Volgens de Belgische strafwet een echte crime passionnel waarvoor strafvermindering geldt. De knappe Italiaan was na niet al te lange tijd weer vrij man en zou destijds zijn teruggekeerd in zijn restaurant.
We zijn er nooit meer teruggegaan. Zo’n tagliatelle al salmone hapt toch anders weg als je je realiseert dat het wordt geserveerd door iemand die een dubbele moord op zijn geweten heeft.
Zijn gerechten waren altijd al to die for.
Maar je kunt het ook overdrijven.
© Pascale Bruinen
Dit is nog een onschuldige verbeelding van het thema…
Menig ander zou er een goed script in zien voor een film, maar ik zou ook nog liever iets uit de muur trekken!!
Hoi Romana, dank voor je reactie. Ja, wie weet moet ik op mijn spaarzame vrije momenten eens gaan werken aan het script.”Based on a true story…”. Fijne zondag nog, Pascale