Het is zomer 2011 en we zijn in Monterey, Californië. Een klein, rustiek kustplaatsje zo’n kleine 200 kilometer ten zuiden van San Francisco. De grootste trekpleister van dit oord is walvissen spotten. Dat kan er het hele jaar door. Maar in de maand juli, als wij er zijn, komen de bultruggen en de blauwe vinvissen zich ter plekke tegoed doen aan de nodige tonnen plankton.
De trip heb ik al een half jaar eerder via internet vastgelegd want die is snel uitverkocht. Ik heb gekozen voor een halve dagtocht waarbij er een gespecialiseerd biologe aan boord is die uitleg geeft. We verheugen ons de hele ellendige winter lang op onze walvisvaart.
Als eindelijk de dag is aangebroken dat we het grootste zoogdier ter wereld gaan ontmoeten, zijn we al vroeg uit de veren. Een blik door het raam leert dat het druilerig weer is. De lucht is staalgrijs. Het is vrij koud buiten, maar er waait bijna geen wind. Oef, dat scheelt al weer. Want ik vind het bepaald geen aanlokkelijk vooruitzicht om met zo’n kleine schuit woeste golven te moeten trotseren, zelfs al is het doel van de tocht nog zo mooi.
Ik doe nog even snel een controle-rondje. Camera (opgeladen en wel)? Check. Extra batterij? Check. Extra sd-kaartje (voor het geval we in vier uur tijd meer dan 3000 foto’s willen maken of dat het kaartje onverhoopt overboord waait)? Check. Reisziekte-tabletten (voor alle zekerheid, je weet immers maar nooit of op zee niet ineens een storm opsteekt)? Check. Ijsmuts (voor mij natuurlijk, niet voor H.)? Check.
Ijsmuts? Jawel. Want hoewel het juli is en dus eigenlijk hartje zomer, is het rond deze tijd van het jaar vaak koel of zelfs kil en koud in noord-Californië. Vergeet ook dat lied van The Mamas and the Papas over een bloem in je haar doen als je naar San Francisco gaat. Dat is je reinste hippie-bullshit. In plaats daarvan kun je beter een (nep!) bontmuts opzetten, zo koud is het er soms ’s zomers.
Er is namelijk een levensgroot verschil tussen het klimaat in het noorden en het zuiden van deze prachtige staat. San Francisco is berucht vanwege de kou in de zomer. Hierbij moge worden volstaan met het citaat van Mark Twain die schreef dat de koudste winter die hij ooit had beleefd de zomer in San Francisco was. Waarvan akte. Want hoewel ik me gedegen heb voorbereid op de reis, vond zelfs ík het vooraf te ver gaan om een van mijn tig wollen mutsen mee te nemen.
Al snel na aankomst had ik daar spijt van. Want ik had het geregeld koud genoeg om er een op te doen. En bij het vooruitzicht dat we in deze temperaturen ook nog de volle zee op zouden gaan, leek het me een strak plan om op de valreep nog een ijsmuts aan te schaffen.
H. kon zijn ogen niet geloven toen hij me in een winkeltje in het nabijgelegen Carmel, waar we een schattige Bed & Breakfast hadden geboekt, zag staan graaien in een bak met allerhande winterse hoofddeksels. “Dat meen je toch niet serieus?,” kreunde hij. “Je gaat hier toch niet zo over straat lopen?”
“Nee, zeker niet,” stelde ik hem opgewekt gerust, “ik heb deze nodig voor op de boot.” Zijn gezichtsuitdrukking verried dat dit in zijn beleving niet heel veel verschil maakte. Maar ik, zelfbenoemde koukleum eerste klas, zette koppig door en koos uiteindelijk voor een donkerblauw exemplaar.
Terwijl ik stiekem moet glimlachen om deze herinnering, prop ik mijn felbevochten ijsmuts in de rugzak. Zo, nu ben ik – walvisvaarder nieuwe stijl – klaar voor vertrek. Met mijn paar truien over elkaar, een gevoerde jas met daarover nog een bodywarmer en sjaal zie ik er uit alsof ik op poolexpeditie ga.
Omdat het zelfs nog te vroeg is om in ons logement te ontbijten, begeven we ons met rammelende magen op weg. Al snel hebben we de auto geparkeerd in het kleine centrum van Monterey, vlakbij de pier van waar onze boot zal vertrekken.
Aan iemand die op dit vroege uur al druk bezig is met de groenvoorziening, vragen we waar we een lekker ontbijtje kunnen nuttigen. De man is uiterst vriendelijk en behulpzaam en wijst ons de weg naar een hippe eettent die twee straten verderop al open zou moeten zijn. En inderdaad. We zijn bepaald niet de eersten.
Terwijl we aan de blueberry pancakes met een gloeiend hete cappuccino zitten, komen er nog meer hongerige mensen binnen. Zo te zien allemaal walvisvaarders, getuige de dikke jassen, fototoestellen om de nek en – jawel! – wollen mutsen op het hoofd. Ha, ik bevind me in goed gezelschap! Triomfantelijk kijk ik naar H., die net doet of hij het niet ziet.
Nadat onze magen zijn gevuld, begeven we ons naar de pier. Als ik de boot zie waar we een halve dag mee de zee op gaan, moet ik even slikken. Wat is hij klein! Maar ja, wat wil je ook, gewend als ik ben aan cruiseschepen van 16 verdiepingen hoog en een paar voetbalvelden lang.
We schuifelen aan dek en gaan op een bankje zitten, dicht bij de reling. Als de boot uit vaart, passeren we talloze pelikanen en zeehonden. Wat zijn ze schattig! Maar goed, we zijn gekomen voor de walvissen. Als we na een dikke drie kwartier varen nog steeds alleen maar een enkele watervogel en een verdwaalde zeeotter hebben gezien, begin ik stilletjes te wanhopen.
En met mij de rest van de opvarenden. Iedereen zit wat voor zich uit te staren of speelt verveeld met zijn camera of mobiele telefoon. Totdat de biologe, die voorop in de kajuit zit, ineens door de microfoon roept: “A whale, at twelve o’clock!”. Een waar pandemonium breekt los. Iedereen schreeuwt en lacht opgewonden door elkaar heen. Als één man stormen we allemaal naar voren om een glimp te kunnen opvangen. Tegen de tijd dat ik me er ook tussen heb gewurmd en menig elleboog of hand heb moeten ontwijken, is niks meer te zien. Gespannen tuur ik op zijn Indiaans van links naar rechts.
Niks. Alleen de kalme, kabbelende golfslag en voor de rest…PPSSCHHHHIIIIIIIIITTTTTT!!! Een oorverdovend gesis doorbreekt de relatieve stilte. Als mijn ogen razendsnel het geluid volgen, zien ze nog net hoe er een torenhoge straal waterdamp de lucht in wordt geblazen. Meteen gevolgd door een gigantisch groot bovenlijf dat zich een stuk boven het water in een elegante boog verheft.
Het publiek is in één klap stilgevallen. Ook ik ben sprakeloos. Onwillekeurig houd ik mijn adem in. Ik heb gelukkig nog de tegenwoordigheid van geest om tijdig op het knopje “record” van de digitale camera te drukken. Maar ik kijk tegelijkertijd zelf live over de reling omdat ik niet wil dat er iets tussen mij en deze ervaring in staat.
Terwijl de biologe uitlegt dat we nog maar een klein stukje dichterbij mogen komen en dan verplicht de motor moeten afzetten om de walvis niet te storen, kijk ik met intense concentratie over het grijze water. Al snel zijn er een stuk of zes walvissen die recht voor onze boot zwemmen, in een soort van halve cirkel. Het is een magisch, plechtig gezicht.
Als de motor uit gaat, is de stilte aan boord oorverdovend. Het enige geluid dat ik hoor, is het water dat zachtjes tegen onze boot aanklotst. Iedereen is in awe. Ontroerd kijk ik naar deze majestueuze beesten, de grootste zoogdieren ter wereld, die ik in het wild van zo’n korte afstand mag bewonderen. De biologe doorbreekt de welhaast sacrale stilte door te zeggen dat we geluk hebben dat we er zo veel te zien krijgen.
En terwijl ik dit sensationele spektakel gelukzalig gade sla, tilt een van die reusachtige dieren plotseling zijn magnifieke staart uit het water als bracht hij mij een nautische groet.
Het leven wordt niet veel mooier dan dit.
© Pascale Bruinen
Qua foto heb ik helaas niks beters dan dit, wat natuurlijk een slap aftreksel is van wat er in werkelijkheid was te zien. De filmpjes krijg ik jammer genoeg niet geupload.
Daarom ter compensatie nog een foto van deze olijke tweeling …
en…
… deze luie jongen!
Tja, die foto valt natuurlijk helemaal in het niet bij je geweldige verhaal. Misschien kun je je filmpje uploaden op you tube en hem dan plaatsen. Ik ben natuurlijk nu wel benieuwd naar het filmpje.
Lieve groet
ps:Gaat het een beetje met je? Trek je het allemaal een beetje?
Ha Romana, alles is in iets rustiger vaarwater vergeleken met vorige week maar het is heel moeilijk. Ik zal eraan moeten wennen.
Ja die foto is knudde maar dat komt omdat ik voornamelijk heb gefilmd. Ik kijk eens wat ik kan doen met het filmpje. In ieder geval bedankt voor je tip en je belangstelling.
Groet,
Pascale
Dit is weer iets te kort bij: http://www.youtube.com/watch?v=2jqyw_8sbfM
Jeetje, dat wil je nou ook weer niet meemaken!