Ik ben net begonnen aan mijn eerste Body Pump les. Voor de zekerheid ben ik helemaal achteraan gaan staan, dan wordt niet zo op mij gelet. Voor de bicepsoefeningen heb ik braaf het voorbeeld van mijn buurvrouw gevolgd en aan iedere kant van mijn barbell de twee grootste schijven bevestigd. Het ding is zo loodzwaar dat ik hem nauwelijks in positie krijg.
“Hé, jij daar op de achterste rij!”
Ik kijk verschrikt op en laat bijna mijn barbell op de grond crashen. De drill-sergeant annex instructrice pint me vast met haar arendsoog-blik terwijl ze langzaam haar hoofd van links naar rechts op en neer schudt. “Ik zeg dit niet snel, maar dat zou ik niet doen als ik jou was.”
Ik kijk haar met een, naar ik vrees, nogal schaapachtige blik aan.
“Deze oefeningen zijn al zwaar genoeg met één kleinere schijf aan iedere kant. Twee is alleen voor gevorderden, zeker niet voor iemand die dit voor het eerst doet.”
Prompt word ik aangestaard door dertien paar nieuwsgierige ogen. Hoezo low profile?
“Oké!”, roep ik gemaakt opgewekt. Snel klik ik die ondingen los, bevestig ik links en rechts een kleinere schijf en kan ik, eindelijk, mee gaan doen met de rest van de groep.
Na een keer of acht mijn nietsvermoedende biceps geteisterd te hebben met vijf kilo aan weerstand, begrijp ik wat de instructrice bedoelt. Als ik dit met het viervoudige aan gewicht had moeten doen, had ik het niet meer kunnen navertellen.
Na de biceps volgen de triceps. Je weet wel, het territorium der kipfilets. Omdat ik ook enthousiast wil kunnen blijven zwaaien, moet de achterkant van mijn bovenarmen er aan geloven. Ik til een schijf van vijf (niet die van het voedingscentrum, maar van de kilo’s) hoog boven mijn hoofd en moet die dan langzaam naar achteren brengen. En dat 16 keer.
Mijn tong hangt na zeven keer al zowat op mijn schoenen, maar na deze reeksen gaan we in een moordend tempo verder met een gazillion squats, lifts en lunges. Als ze eindelijk aankondigt dat we op onze rug mogen gaan liggen, ben ik haar intens dankbaar. Hè, hè, eindelijk even rust.
Maar in plaats van lekker te chillen moeten we nu tientallen helse buikspieroefeningen doen en wel totdat het lijkt alsof ik een hele fles ammoniak heb leeggedronken. Nou ja, niet dat ik dat ooit heb gedaan, maar ik heb zo’n donkerbruin vermoeden dat dit op dezelfde manier in mijn buikstreek zou branden.
Het zweet gutst inmiddels over m’n lijf, spieren waarvan ik het bestaan niet eens vermoedde trillen in protest en m’n hoofd moet eruit zien als een uit de kluiten gewassen biet. Wanhopig kijk ik op de klok, alleen maar om te zien dat deze martelgang nog minstens een half uur verder gaat.
We moeten op handen en voeten gaan zitten en dan is het opdrukken geblazen. Eerst op de makkelijke manier, met de knieën op de mat. Daarna met de benen gestrekt en de tenen op de vloer. “Nog acht, nog zeven, nog zes…”, roept ze vrolijk. “En…dan nu de laatste!”. God zij geprezen want mijn bovenarmen zijn op sterven na dood. “En nóg een serie! Kom op, nog acht, nog zeven…”. Ik besluit de tweede serie maar helemaal op mijn knieën te blijven zitten.
We hebben deze series nog niet af of we moeten op onze rug gaan liggen, voeten op de vloer met de knieën gebogen. En dan maar “bruggetjes” maken oftewel het achterwerk van de vloer tillen, op en neer. “Knijp die billen samen!”, gilt de vrouw die in rap tempo mijn ergste nachtmerrie dreigt te worden. Het lijkt wel alsof ik ieder moment naar Afghanistan kan worden uitgezonden, want dit lijkt meer op een militair bootcamp dan een uurtje sporten.
Net als ik denk dat mijn lijf er nu ieder moment de brui aan zal geven, mogen we ophouden. Ik val in een klam hoopje neer op de mat. Ik kan niet meer.
Maar ik moet meteen weer door met de barbell en dit keer mag, nee móet ik die ook van dubbele gewichten voorzien. Daarna moet ik het loodzware onding in mijn nek op het zachte deel van mijn schouders leggen. En weer volgt een eindeloze reeks squats, waarbij we nu zo ver mogelijk door onze knieën moeten zakken. Als mijn bovenbenen een stem hadden, schreeuwden ze het uit.
Ik kijk heel even steels om me heen. Veertien meer of minder pronte achterwerken steken allemaal ver naar achter, dat van mij incluis. Als iemand onze klas nu aan het werk zou zien, lijkt het net alsof we allemaal boven zo’n smerig Frans sta-toilet hurken. Nog een geluk dat ik achteraan sta en niemand deze gênante vertoning hoeft te zien.
Even later klinkt dan eindelijk het verlossende “Applausje voor jezelf!” en sleep ik me de trap af, in de richting van de kleedhokjes. In de zaal beneden zie ik mijn overbuurman op de loopband trainen.
“Hé, mag ik je een goede tip geven?”, roept hij me toe.
“Ja, hoor!”, breng ik nog nahijgend uit.
“Ik neem aan dat jij helemaal achteraan stond om niet op te vallen, hè? Maar dan kun je juist beter vooraan gaan staan.”
Verrek, hoe weet hij dat nou?, denk ik verbaasd.
“Heb jij mij dan gezien?” vraag ik. Ik krijg een onbestemd gevoel.
Nu barst hij in lachen uit. “De hele záál heeft je in actie gezien. Je stond verdorie zowat met je kont tegen de ruit!”, schatert hij joviaal.
Met afgrijzen glijdt mijn blik naar boven, naar de glazen wand van de zaal die precies uitkomt boven de zaal waar iedereen op de apparaten werkt. Apparaten die allemaal in de richting staan van…, juist ja.
Oh, f**k en dubbel f**k.
“Maar het was zeker geen verkeerd uitzicht, hoor!”, grinnikt hij nog.
Ik leer elke dag weer wat bij.
© Pascale Bruinen
Kijk, dit is het lijstje voor de Beste Billen. Een hele “easy workout”, toch? Als je dit dagelijks afwerkt, heb je uiteindelijk – na een jaar of drie – héél misschien ook billen zoals Doutzen Kroes. Maar alleen als je daarbij ook nog dagelijks bokst, aan ballet doet, touwtje springt, hardloopt en afziet van alle suiker en vet. Dat wordt afzien, dames…
Het went na een tijdje,…….ik zal er morgen ook eens invliegen na een weekje hitterust :-),…..sterkte met de oefeningen!!!
Klopt want ik ben inmiddels al een paar weken bezig en het gekke is dat ik me er nu bijna op verheug…! Fijn weekend