Gek hoe ik jarenlang dit werk heb gedaan en me nooit heb gerealiseerd dat ik een zwaar beroep heb. Pas nu ik dankzij mijn boek van veel mensen hoor dat ze mijn job heftig vinden, sta ik daar eens bij stil. Als je er middenin zit, wordt het ongewone kennelijk gewoon.
Ik moet hieraan denken tijdens de cursus die ik met collega’s volg over het voorkomen van secundaire traumatisering, volgens de reader “een beroepsrisico van het dagelijks werken met getraumatiseerde mensen”. Daar leer ik dat “man made disaster”, oftewel wat mensen andere mensen aandoen, een grotere impact op je welzijn heeft dan bijvoorbeeld natuurrampen.
De cursusleiders vertellen over rode vlaggen voor secundaire traumatisering: stresssignalen die zich uiten in zowel geestelijke als lichamelijke symptomen, signalen van demoralisatie (een stijgend gevoel van pessimisme dat hand in hand gaat met verminderde zorgeloosheid en vermoeidheid) en het beroepsmatig minder kunnen verdragen van emoties.
Voor mij zijn sommige signalen een feest der herkenning. Na een huiselijk geweld zaak waarmee ik als zaaksofficier niets van doen had gehad maar waarin wel een dode en een gewonde te betreuren vielen, merkte ik plotseling dat ik geen afstand meer kon nemen van de ellende in dit soort zaken.
In die tijd, inmiddels een aantal jaren geleden, was ik al bijna vijftien jaar portefeuillehouder huiselijk geweld en moest ik in deze formele hoedanigheid uitleggen hoe deze vreselijke gebeurtenissen hadden kunnen plaatsvinden. Sindsdien voelde ik me opeens persoonlijk verantwoordelijk voor alles wat er aan huiselijk geweld in de provincie zou kunnen gebeuren. Ik merkte dat ik bang werd dat er ergens achter een voordeur weer iets vreselijks zou gebeuren en dat ik dan daarvoor ter verantwoording zou worden geroepen.
Rond dezelfde tijd overleed mijn vader. Het verdriet en de stress die zijn dood bij mij opriepen, maakten dat ik me nog kwetsbaarder voelde. In deze precaire situatie kwam de ellende van anderen nog veel harder bij mij binnen.
Destijds was mijn emmertje na de zoveelste druppel kennelijk overvol geraakt en stroomde deze over. Na een ingelaste bedenktijd besloot ik mijn portefeuille over te dragen zodat ik weer wat lucht kreeg. Dat heeft geholpen.
Nu weet ik dat ik ondanks al mijn professionaliteit niet immuun ben voor secundaire traumatisering. Een pijnlijke maar o zo noodzakelijke les.
© Pascale Bruinen
Deze column is op 30 april 2015 verschenen in het Algemeen Dagblad.
Beste mevrouw Bruinen,
Eigenlijk zou je er een robot als rechter moeten neerzetten. Die oordeelt voor moord met of zonder voorbedachte rade en wat de advocaat ook verteld is niet meer belangrijk gewoon 30 jaar zitten. Dat moet ook een straf zijn een geen gezellige doe het zelf verwerking in het contact met mede gevangenen. Een straf moet ook een werklijkheids gehalte krijgen. Daar is maar manier voor: Eenzame opsluiting, Geen contact met familie, medegevangenen (fantastische leerschool), bewakers of advocaten. Een cel met kunstlicht, bed, wc,douche, wasbak, tafel en stoel. Geen telefoon, TV, computer, krant of andere media. De robot als rechter is niet te beinvloeden en hoeft dus ook niet bang te zijn als criminelen vrijkomen. Daarmee wordt marchanderen over de hoogte van de straf onmogelijk. Zoiets moet natuurlijk verder uitgewerkt worden. geen getraumatiseerde rechters meer en minder criminelen.
Geachte heer Schmidt, vanuit uw emotie kan ik me uw gedachtengang voorstellen maar ik zou het juist een gruwel vinden als we geen mensen meer hadden die rechtspraken, maar robots. Ik wil juist graag dat de rechterlijke macht blijft nadenken, blijft wikken en wegen. Daarbij moet volgens de wet niet alleen rekening worden gehouden met de ernst van het feit, maar ook met de persoon van de verdachte. Ik zou zelf ook liever niet door een robot worden be- of veroordeeld, het menselijke aspect blijft juist heel belangrijk.
Lieve Pascale,
Ik vind het geweldig en ben blij, dat ik ondanks alles altijd weer de menselijke kant aan en in U mag ontdekken.
Blijf zo !
Liefs,
Gudrun
PS. Ik ben 75 jaar oud.
Beste Mevrouw Reumkens, dank u wel voor uw lieve bericht. Zo leuk dat u de moeite neemt om te reageren. Dat doet me wel iets! Ik zal mijn uiterste best doen om zo te blijven, dat beloof ik u bij deze plechtig!
Hartelijke groeten van Pascale Bruinen
PS: u weet toch dat 75 het nieuwe 45 is?
Vaak vindt men dat iemand die gelijk wel feit heeft gepleegd, ontiegelijk hard gestraft moet worden. Maar ik vraag me soms wel af, of dat daadwerkelijk dé oplossing is. Ik ben het oordeel toegedaan van niet. Zou ik dit ook vinden als ik als slachtoffer in de schoenen zou staan en de dader aankijk? Goh, moeilijk te zeggen. Maar ik zou wensen dat hij of zij wel een straf zou krijgen maar wel aangepast aan de noden van de dader. Want is het niet zo dat ook zij moeten geholpen worden? Hun daad komt toch voort uit iets.
Voor discussie vatbaar en gelukkig hebben we er allemaal onze eigen menig over.
Hallo Cristel, ik ben het wel eens met wat jij zegt, als er al een “ideale” straf bestaat, zou het een straf kunnen zijn die de belangen van het slachtoffer recht doet maar tevens is “aangepast aan de noden van de dader”. Dat heb je heel mooi verwoord!
Dank je. Maar wat voor mij dan aanvaardbaar zou zijn is voor iemand Andes dan nog te weinig. Moeilijk maar ja… Die gulden middenweg….
Beste Mevrouw Bruinen,ik ben nog steeds blij dat we in Nederland een rechtstaat hebben je zal maar in bv Amerika wonen wat een land is dat zeg.Ik kan u een DVD aan raden die heet The Wire als je dat ziet ben ik blij met een officier als u.PS; Die Dvd’s zijn te krijgen bij de bibliotheek ongelofelijk wat dan je dan ziet hartelijke groeten Nico Lindhout.