Verbale oorvijgen

Nergens kwam ik als officier meer de “gewone burger” tegen dan bij het kantongerecht. Want voor overtredingen hoef je – in tegenstelling tot bij de meeste misdrijven – nooit “boos opzet” te hebben. Het enkele constateren van de verboden gedraging, zoals bijvoorbeeld wildplassen en te hard, zonder rijbewijs of onverzekerd rijden is voldoende.

De kantonrechter die ik regelmatig meemaakte had, net als veel van zijn collega’s, zo zijn stokpaardjes. Één daarvan was te hard rijden door de bebouwde kom, waaraan hij een bloedhekel had.

De eerste jongen die binnen kwam, zou daar snel achter komen.

“Jij vond het nodig je scooter op te voeren?”, vroeg hij de jongeman achter het hekje.

“Ja, want hij ging niet snel genoeg. Soms werd ik bergaf zelfs ingehaald door van die suffe fietsers!” De jongen grijnsde.

“Dus dáárom ging jij veel te hard en ook nog zónder helm door de bebouwde kom, waar voetgangers en fietsers veilig aan het verkeer moeten kunnen deelnemen?”. Het was meer een constatering dan een vraag van de kantonrechter. Zijn stemvolume was nog normaal maar zijn toon klonk al gevaarlijk scherp. Ik zag dat hij blosjes op zijn wangen kreeg. De verdachte had ondertussen niks in de gaten.

“Ja. Het was wel vet om soms zelfs harder te gaan dan een auto!”

Oei. De jongen had net zijn eigen graf gegraven, getuige de pimpelpaarse kleur die toen op de wangen van onze Edelachtbare verscheen.

“Heb jij enig idee hoeveel doden er jaarlijks vallen door mannetjes die net als jij de snelheidsregels aan hun laars lappen?” vroeg de kantonrechter. Naarmate zijn wangen meer purper kleurden, sprak hij zijn woorden vinniger uit.

Nog voordat de ietwat verbaasde verdachte kon antwoorden, vervolgde de rechter met luide stem: “En weet jij hoeveel mensen ieder jaar moeten revalideren in een kliniek omdat ze door een hardrijder zijn aangereden?” De jongen was nu zelf vuurrood en probeerde een antwoord te stamelen.

“Als ik jou nu vraag om van vier hoog voor mij uit het raam te springen, zou je dat dan doen?”, vervolgde de rechter meedogenloos. De jongen keek hem nu met open mond aan voordat hij uiteindelijk mompelde: “Euh,…, nee”.

“Waarom rij jij dan met zo’n idiote snelheid op een scooter zonder helm? Want als je dan valt, is het effect ongeveer hetzelfde!”

“Sorry”, zei hij nauwelijks hoorbaar.

Toen het uiteindelijk mijn beurt was, had ik aan deze verbale oorvijgen niets meer toe te voegen.

© Pascale Bruinen

Deze column is eerder verschenen in het Algemeen Dagblad.

stokpaardjes

Leuk hè, deze vrolijke stokpaardjes? Wat zijn de jouwe?

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s