Geweld achter de voordeur, ik heb er op deze plek al vaker over geschreven. In tegenstelling tot wat lang werd gedacht, blijkt de impact van klappen die je krijgt van je echtgenoot of partner, zus of broer, moeder of vader en zoon of dochter veel groter te zijn dan die van een onbekende.
Juist degene met wie je een liefdes- of familierelatie hebt, zou immers ook degene moeten zijn die jou met zorgzaamheid en respect behandelt. In mijn professionele wereld is dit ideaalbeeld echter ver te zoeken. In de vijftien jaar dat ik de huiselijk geweld portefeuille heb beheerd, ben ik alle mogelijke voorbeelden tegengekomen van hoe het niet moet.
Juist omdat ik zelf uit een heel warm nest kom en een lieve, zorgzame partner heb, gun ik iedereen deze geborgenheid. Daarom ben ik destijds mijn eigen kruistocht, zij het op microniveau, begonnen om dit kwaad zoveel mogelijk de kop in te drukken.
En zoals in iedere veldtocht loop ik ook hier tegen allerlei obstakels aan. Een van de grootste hindernissen in de bestrijding van huiselijk geweld is het gegeven dat er zelden anderen bij zijn. Helaas zijn de getuigen die er wel zijn vaak (kleine) kinderen. Die zijn vanwege hun jonge leeftijd niet altijd geschikt als getuige. Maar ook bij oudere kinderen sta ik meestal niet te springen om ze een getuigenverklaring te laten afleggen tegen hun eigen vader of moeder vanwege het risico op een loyaliteitsconflict.
Toch is dit soms onvermijdelijk, wil ik de zaak bewijstechnisch rondkrijgen om zo de cirkel van geweld te doorbreken door oplegging van een sanctie gecombineerd met verplichte hulpverlening.
Vaak is ook het probleem dat het slachtoffer pas na verloop van tijd naar de politie en/of dokter stapt. Zo gaan kostbare sporen van geweld zoals zichtbaar letsel verloren en wordt het een stuk moeilijker om aan te tonen dat er verband is tussen het feit en het opgelopen letsel.
Mijn advies aan slachtoffers en hun omgeving is dan ook om alles zo snel mogelijk vast te (laten) leggen. Ga liefst meteen naar de politie, huisarts of Eerste Hulp, maak foto’s van het letsel of de vernielingen, noteer wanneer wat is gebeurd en wie daarbij waren, neem mensen in vertrouwen.
Want alleen zo kunnen we gezamenlijk optrekken in de kruistocht tegen huiselijk geweld.
© Pascale Bruinen
Deze column is op 16 april 2015 verschenen in het Algemeen Dagblad.
Toen 30 jaar geleden achter mijn eigen voordeur het geweld monsterlijke vormen begon te krijgen, zou ik zo dankbaar zijn geweest voor wat er tegenwoordig aan vangnet/ meldpunten/ hulpverlening aanwezig is voor de slachtoffers, zowel de partner als de kinderen. Het geweld is absoluut niet minder geworden maar het bewustzijn is gegroeid en de ontsnapping is veiliger mogelijk. Dat was destijds heel anders. Nu kun je weg, meteen en je wordt beschermd. Toen wist ik niet wie ik kon vertrouwen en de politie had geen oplossing, het was nog veel teveel woord tegen woord. De bewijslast lag ineens bij het slachtoffer en de dader is dus vrijuit gegaan.
Gelukkig, er is een en ander veranderd. Ik wens dat er nog veel meer mag veranderen en dan met name bij Justitie vwb. de strafmaat van de dader en de bescherming van de kinderen.
Maar vooral dat er een collectief besef komt bij de partners onderling, je hebt elkaars lichaam de geest te respecteren. Want daar begint het mee. En leer dat je kinderen dan meteen ook.
Deze reactie heb ik pas geplaatst na expliciete toestemming van Lieveke; zij vindt het belangrijk dat er aandacht is voor dit precaire onderwerp. Ik heb haar via een andere weg mijn persoonlijke reactie doen toekomen. Lieveke, hartelijk dank voor jouw moedige reactie, wellicht kun je anderen daarmee helpen of een hart onder de riem steken!
Weet, dat het gebeurt, huiselijk geweld maar ik kan het me, nog steeds, niet voorstellen.
Gooi nooit een steen in de bron, waaruit je hebt gedronken.