Turbulentie

We schuifelen met onze handbagage door het gangpad van het vliegtuig. Na een abrupte stop omdat mijn voorganger ineens zijn stoel heeft gevonden, kan ik weer verder lopen. Mijn trekkoffer botst dan weer hier en dan weer daar tegen voeten of stoelen aan. Ik tuur naar de nummers en letters boven de rijen en ontwaar onze gereserveerde plaatsen.

Terwijl H. onze handbagage weglegt, wring ik me in mijn economy stoel aan het raam voor de 10-urige non-stop vlucht met Air Berlin naar the sunshine state Florida. Zodra ik zit, graai ik in mijn handtas naar mijn “hoe-overleef-ik-een-transatlantische-vlucht”-spulletjes.

Oordoppen tegen ellendig motorgebrul, vervelende ding-dong piepjes en krijsende baby’s? Check! Oogmasker zodat ik kan doen alsof ik heerlijk ontspannen slaap in mijn eigen bedje? Check! Tijdschriften en dik boek om te lezen in de vele ledige uren die komen gaan? Check!

Daarnaast bestaat mijn airplane survival kit uit een schrijfblok met pen om mogelijke inspiratie meteen vast te leggen, kauwgom tegen dichtklappende oren en – jawel! – een paar extra dikke sokken om aan te doen zodra mijn schoenen uitgaan. Wow-factor nul maar wel praktisch.

En natuurlijk niet te vergeten een heerlijk zachte, warme sjaal tegen de tocht, van die opblaasbare ANWB kussens voor in mijn nek en onder mijn voeten en tenslotte nog een i-pod voor het broodnodige auditieve entertainment.

Het duurt dus wel effe voordat ik goed en wel geïnstalleerd ben in mijn halve vierkante meter. Eerst prop ik mijn rotzooi zo goed en kwaad als dat gaat in het daarvoor bestemde net, dat daardoor meteen totaal uitpuilt. Maar geen nood, ik gebruik gewoon H.’s netje voor al de rest (hij heeft toch niks nodig want slaapt bijna hele vlucht zonder masker, doppen of andere hulpmiddelen).

Vervolgens ga ik – tot afgrijzen van H. – aan de slag met mijn opblaasbare kussens. Toen ik ze inpakte, vroeg hij me al ongelovig of ik die echt van plan was mee te nemen. Ja, dus. Want je zit, hangt en ligt je wezenloos tijdens zo’n ellenlange vlucht. Als je al eens de slaap vat, kiept je hoofd de ene keer voorover en sla je de andere keer met je hoofd tegen de zijkant van de stoel of het raam. Sommigen leggen van pure ellende zelfs hun vermoeide hoofd op het uitgeklapte tafeltje. Gevolg? Na tien uren in een gedwongen Houdini-houding te hebben doorgebracht, ben je zo brak als een tiener die figureert in “Zon, Zee en Zuipen”.

Dus ga ik fluks aan de slag met mijn donkerblauwe accessoires. Ik zet mijn lippen om het ventiel en blaas uit alle macht. Er gebeurt helemaal niks. Ik doe het nog eens maar het enige dat zich opblaast zijn mijn wangen. Na nog een paar pogingen voel ik me licht in het hoofd worden. H. staart me aan. “Je loopt helemaal paars aan. En dat ding is nog zo plat als een dubbeltje”, constateert hij fijntjes. Alsof ik dat niet al in de gaten had.

Maar H. is toch zo lief om vervolgens zelf een poging te wagen. Hij ademt diep in en geeft dan alles wat hij in zich heeft. En dat is indrukwekkend veel. Hij wordt eerst roze, dan rood en begint verdacht veel op een uit de kluiten gewassen hamster te lijken. Mijn kussentje blijft echter nog even slap als voor deze bovenmenselijke inspanningen.

Hij geeft het op. Maar ik ben niet van plan het hierbij te laten want ik heb ze niet voor niks tot in het vliegtuig meegezeuld. Met gevaar voor eigen leven – ik schat zomaar in dat mijn hersenaderen zowat op knappen stonden-  krijg ik uiteindelijk de felbegeerde lucht in die prullen. Maar als ze eindelijk allebei tot hun volle proporties zijn opgeblazen kan ik ternauwernood een aanval van claustrofobie onderdrukken. Mijn toch al zeer beperkte ruimte wordt nu gedomineerd door iets dat nog het meeste lijkt op een levensgrote blauwe worst (het voetenkussen) en een oversized nekbrace from hell. H. ziet het met lede ogen aan en waarschuwt mij dat hij onder geen beding een van beide op zijn postzegelzitje wil hebben. Maar al snel blijkt dat we ons zorgen hebben gemaakt om niks, want binnen een uur blijken beide kussens zo goed als leeggelopen te zijn en ben ik dus toch aangewezen op het flinterdunne kussentje en dekentje van Air Berlin. Met dank aan de ANWB.

Uitgeput van al mijn voorbereidingen kijk ik eens om me heen. Ik zie lastige peuters, opgefokte ouders, giechelige twintigers en serieus kijkende zakenreizigers. En we zijn nog maar net vertrokken. Gelukkig zijn de stewardessen – tegenwoordig luchtvaartdienstverleners geheten – al druk bezig met de bekende karretjes voor een eerste rondje drankjes.

De vlucht verloopt voorspoedig.  Maar je kunt er op wachten dat zich dat fijne fenomeen voordoet: turbulentie. Vroeg of laat gaat het bordje “Fasten seatbelts” aan en is het partytime.

Zo ook nu. Nadat we een paar keer slechts geringe turbulentie hebben gehad, is het vermaledijde bordje tijdens het laatste deel van de vlucht weer opgelicht. Maar nu lijkt het alsof de stem van de stewardess strenger over de luidsprekers schalt. Onheilspellend bijna. Ze klinkt alsof zij iets weet dat wij nog niet weten. We moeten terug naar onze plaatsen, ons stevig insnoeren en mogen tot nader order niet meer naar het toilet. En al snel blijken deze adviezen hoognodig. Dit keer is het menens.

Ik trek mijn gordel voor de zekerheid nog maar wat strakker aan. Al snel rammelen we van links naar rechts. We schokken op en neer alsof we met 200 kilometer per uur over een Belgische autoweg met gigantische hobbels rijden. En het duurt lang. Heel erg lang.

Hoeveel turbulentie kan een vliegtuig eigenlijk aan?, vraag ik me in stilte af. Op internet heb ik gezien dat ik bepaald niet de enige ben die dit soort vragen heeft. De antwoorden zijn niet echt duidelijk. Misschien wel expres omdat anders geen hond meer in zou willen stappen. Ik probeer wanhopig niet te denken aan al die rampprogramma’s waarin vliegtuigen de hoofdrol spelen.

Na enige tijd begint het voortdurende gewiebel op mijn maag te werken. Ik heb het idee dat mijn ingewanden in een soort “shaken, not stirred” toestand raken. Mijn hoofd lijkt voortdurend nee te schudden. De loshangende oortjes van het audio- en videocentrum pendelen van links naar rechts als waren ze de pendule van een klok.

Het bord dat de gordels verplicht stelt, is de laatste anderhalf uur niet meer uit geweest. En nog is het niet voorbij. Het geschud begint nu epische proporties aan te nemen. De turbulente luchtstromen tillen me soms half uit mijn stoel, om me vervolgens weer met een klap neer te doen komen. Nu is een mooie tijd om met mijn ademhalingsoefeningen te beginnen om rustig te blijven. In door de neus, uit door de mond. Ik sluit mijn ogen en verbeeld me dat ik in een bus rijd over een weg vol met kuilen en bobbels. Veel helpt het niet. Feit blijft dat ik me op elf kilometer hoogte bevind.

Ik open mijn ogen en kijk uit mijn raam. Maar behalve ijskristallen op de ruit en lieflijke schapenwolkjes in een helblauwe lucht is er niks bijzonders te zien. Wind, zo leerde ik al op de middelbare school, is niks meer dan een horizontale verplaatsing van lucht. Maar die kan verdomd sterk zijn. Zeker als we met een snelheid van zo’n slordige 900 kilometer per uur dwars tegen de oceaandepressies in vliegen.

De stewardess komt langs. “Es ist extrem!” zegt ze twee keer achter elkaar tegen een collega. Vertel eens iets dat ik nog niet wist. Prettige mededeling, zeker omdat we nog minstens anderhalf uur moeten. Net als ik deze alarmerende gedachte probeer te verdringen, wordt er nog een schepje bovenop gedaan en lijkt het alsof we in een achtbaan zitten. We vallen een paar meter omlaag en gaan dan weer met een schok omhoog.

“Hoeeeeeee!”, hoor ik verschillende passagiers, zelfs mannen, om me heen uitroepen.  Ondanks de gordels vliegen we een stukje uit onze stoelen en rammelen we wat af. Nu hoor ik ook van alles kraken en schuiven. In de cabine is het muisstil geworden. Zelfs de baby’s hoor je niet meer. Minuten lijken wel uren te duren.

Mijn maagsappen zijn inmiddels zo dolgedraaid, dat ze massaal protesteren. Ik voel dat ik misselijk word. Behalve dat het vliegtuig op en neer gaat, schudt het nu ook wild van links naar rechts. Het lijkt alsof een onzichtbare reuzenhand de Airbus A 330 naar believen alle hoeken van het luchtruim laat zien. Voor de zekerheid vergewis ik me ervan dat er een zakje voor eventuele maaginhoud onder handbereik is in mijn overvolle net.

Na wat een eeuwigheid lijkt, klinkt het verlossende bericht dat we de landing gaan inzetten. Na nog meer bonken, schokken en trillen komt de Airbus met een ferme klap neer op de landingsbaan. Opluchting giert door me heen. H. en ik kijken elkaar veelbetekenend aan. We zien allebei bleek-groen maar hee, we zijn er! De andere passagiers zien er ook niet al te florissant uit met hun verwarde haardossen, verkrampte gezichtsuitdrukkingen en wit weggetrokken snoetjes.

Terwijl ik wacht om te kunnen opstaan, kijk ik weer door het raampje en zie dat het een stralende dag is in Miami.

Aaahhh….., vakantie! Twee weken alleen maar genieten.

Zon, zee, zen.

Palmen, pelikanen, paradijselijke stranden.

Caribische sferen, cruisen, chillen.

Daar heb ik wel urenlang shake, rattle ’n roll voor over.

© Pascale Bruinen

fasten_seatbelt_sign

Hier zul je ‘m hebben, dat vervelende teken dat je lekker op en neer gaat schudden voor god weet hoe lang. Wil je meer lezen over mijn vliegavonturen, kijk dan eens naar de columns  “Vliegangst” (1, 2 en 3), “Bange momenten met Ryanair” en “Mayday! Mayday!” (1 en 2). Zelf ook turbulentie meegemaakt? Laat dan hier jouw reactie achter!

3 gedachten over “Turbulentie

    • Zeg dat wel…Grappig dat uitgerekend gisteren, toen ik deze column op de site zette, ’s avonds een vliegtuig-rampenfilm op tv was met de titel…”Turbulence”! Maar eerlijk is eerlijk, daar ging het er nog ietsje heftiger aan toe met een ontsnapte seriemoordenaar, een brand aan boord en uitgemoorde piloten en passagiers zodat een stewardess uiteindelijk in haar uppie die Boeing 747 aan de grond moest zetten.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s