In de tijd dat mijn pubers nog moeten gaan blokken voor hun eindexamen, is dochter een keer opmerkelijk spraakzaam bij het avondeten. Het gespreksonderwerp? De slaag/zakregeling.
De normen zijn behoorlijk aangescherpt. Tijdens de ouder-informatieavond zagen we dan ook wit om de neus toen ons op dreigende toon werd voorgehouden dat het écht véél moeilijker zou worden om dat felbegeerde diploma te bemachtigen. Wat nog ten overvloede werd gestaafd met het naast elkaar leggen van twee exact dezelfde puntenlijsten. Waar de kandidaat eerder nog geslaagd zou zijn, zou deze volgens de nieuwe normering zakken als de spreekwoordelijke baksteen. Het was genoeg informatie om me zowat te verslikken in de slappe koffie (hoe kon ik toen ook weten dat wonderen nog echt bestaan en ze het beiden zouden halen?).
Dochter meldt al etende terloops dat ze een tegenvallend punt heeft gehaald voor een Kleine Praktische Opdracht. En dat uitgerekend bij biologie, waar ze toch al niet een kei in is.
“Goh, wat jammer”, zeg ik, “want daar kun je zelfs ieder tiende punt extra goed gebruiken”.
“Nou, een tiende punt zal echt niks uitmaken, hoor”, spreekt ze tegen, terwijl ze de spaghetti geroutineerd om haar vork draait.
Nu is het mijn beurt om te sputteren tegen zoveel eigenwijsheid.
“Tuurlijk wel”, antwoord ik, “één tiende punt kan straks het verschil maken tussen slakken en zagen”. Of het nou aan de spaghetti ligt die ik net op dat moment mijn keel in laat glijden of dat er een kortsluiting in mijn hersenpan optreedt, de woorden komen er in ieder geval verkeerd uit.
Dochter schatert het uit. “Slakken en zagen! Slakken en zagen, ha ha ha!”. Haar lach werkt aanstekelijk, want ook ik kom niet meer bij als ik me realiseer dat mijn verspreking een nogal merkwaardig beeld oproept.
“Zie je het al voor je”, breng ik met moeite uit tussen de gierende lachbuien door, “zo’n slijmerige beestjes die druk aan het zagen zijn?” Van de weeromstuit heb ik ook nog de hik gekregen, hetgeen dochterlief zó hard doet lachen dat ik even vrees dat ze stikt in haar spaghettislierten.
Maar ze herpakt zich en begint doodleuk over doorligwonden.
“Doorligwonden? Hoe kom je daar nu weer bij? Lekker, we zijn aan het eten hoor. Kun je het daar niet een ander keertje over hebben?”
Maar ze heeft het net op school gehad en moet haar ei kwijt. Terwijl ze gloedvol feitjes opdist over decubitus, zoals deze nogal onsmakelijke aandoening in medisch jargon heet, kijkt haar broer haar met stijgende verbazing en – zie ik het goed? – iets van stiekeme bewondering aan. Maar zo snel als de blik komt opzetten, is die ook weer verdwenen.
“Als jij ’s morgens nóg langer in bed blijft liggen, krijg jij straks ook decubitus!”, roept hij over de tafel heen, onderwijl zijn bord nog eens rijkelijk opscheppend. Haar uitslaapgewoonten komen zo ineens in een heel ander daglicht te staan.
Dochterlief laat zich echter voor één keer niet provoceren en stapt alweer moeiteloos op het volgende onderwerp over.
“Weet je trouwens dat hier geesten in huis zitten? Ik weet het zeker!”, zegt ze schijnbaar onbezorgd als ze de parmezaanse kaas voor de tweede keer boven haar bord raspt.
Geamuseerd kijk ik haar aan.
“Geesten? Hoe dat zo?”, vraag ik grinnikend.
“Nou, laatst was ik alleen thuis en toen hoorde ik ineens dat de TomTom vanzelf begon te praten. “Rechtsaf slaan!”, riep dat ding zomaar. Er was niemand in de buurt, hoor!”, voegt ze er enigszins gepikeerd aan toe als ze mijn opgetrokken wenkbrauwen ziet.
“Oh, dát. Dat gebeurt als wij de TomTom insteken om op te laden. Als die de satellieten gevonden heeft, kan het wel eens zijn dat hij alvast begint met de route uit te kramen. Dus als jij dacht dat dit geesten waren die alvast de weg wilden uitstippelen, moet ik je helaas teleurstellen”. Ik hou m’n gezicht nog net in de plooi.
“Oh. Ok dan. Was lekker. Doei!”. En weg is ze, naar boven toe. Het onderwerp heeft zijn aantrekkingskracht al weer verloren.
Een korte aandachtsspanne kan soms zo z’n voordelen hebben.
© Pascale Bruinen
Bij gebrek aan plaatjes van zagende slakken, dit keer twee aparte foto’s.
Geweldig Pascale, ik heb nog even smakelijk mee moeten lachen hoor!
Fijn weekend.
groetjes
Pascalle
Dank je wel, naamgenote! Geniet van het zonnige weekend!
Zij die alleen
op het pluche zitten
oordelen over hen
die bewezen fouten
hebben begaan
hebben last
van justitiële decubitus
Neem deel aan samenleving
ontmoet mensen van alle pluimage
voor begrip en eerlijke rechtsgang!
>> jij hebt daar zeker geen last van…
Komt zelfs buiten de landsgrenzen
betreed ruw terrein en ontmoet
zelfs wezens in streepjespak
welke bij ons achter tralies leven
of op straat liggen op
betrapt te worden…
Reeds weer thuis Pascale?
Gelukkig hier ook weer zonnige temperaturen!
Weer een prachtige reactie! Heel mooi zoals jij het kunt verwoorden. Fijn weekend!
Even naar aanleiding van je laatste column in het AD: schoonbroer, is dat een nieuw woord?
Hallo Wim, het woord is niet nieuw en is een synoniem voor “zwager”. “Schoonbroer” wordt alleen vaker in het zuiden des lands en in Vlaanderen gebruikt, terwijl ” zwager” gangbaarder is in de rest van Nederland. Groet, Pascale
Hoi Pascalle, altijd leuk die spontane versprekingen hé? Ze worden nog leuker indien ze een Freudiaans tintje krijgen. Als die dan ook nog eens in combinatie met het naar binnen slurpen van spaghettislierten worden uitgesproken is het einde helemaal zoek 🙂
Leuke column.
Dank je wel Jacques, leuk dat je reageert!
Ha Pascale, dit herken ik heel erg. Mijn vrouw is echt heel goed in taal en vaak gieren we het aan tafel uit als vooral ik me verspreek zoals hierboven. En dat gaat inderdaad totaal per ongeluk.Als onze kinderen erbij zijn (inmiddels alle drie de deur uit), dan gieren we met z’n vijfen van het lachen.
Hallo Joep, grappig zoals het toch overal hetzelfde is, niet? Leuk om zo’n reactie te krijgen, dank je wel!