Hij wil de cel niet uit, maar in

Tijdens mijn ZSM-dienst belt de politie over een man die stennis schopt in een ziekenhuis. Hij eist hulp, maar na onderzoek blijkt hij niets te mankeren. Als men zegt dat hij het ziekenhuis moet verlaten, gaat hij in bed liggen en komt er niet meer uit.

De beveiliging belt de politie. Als die komt, vernielt hij diverse spullen en wordt hij aangehouden.

In de politiecel zwijgt hij als het graf. De crisisdienst wordt ingeschakeld maar constateert dat meneer geestelijk in orde is. Hij wil zelfs niet praten met een reclasseringsmedewerkster. Omdat het strafrechtelijk onderzoek is afgerond, wordt hij in vrijheid gesteld. Maar onze meneer weigert te vertrekken.

Omdat de politie geen liefdadigheidsinstelling is en haar cellen hard nodig heeft, wordt hij met zachte dwang uit de cel gezet en naar buiten begeleid. Intussen vraag ik me af hoelang we moeten wachten tot de volgende melding.

En inderdaad, binnen een half uur komt er een telefoontje dat meneer zich buiten schuldig heeft gemaakt aan schennis der eerbaarheid. Zodoende zit hij weer vast, dit keer zelfs in adamskostuum omdat hij al zijn kleren heeft uitgedaan. Omdat dit duidelijk een schreeuw om aandacht is, besluit ik dat strafrechtelijk ingrijpen niet gepast is. Maar wat dan wel?

Opeens bedenk ik dat het een idee zou kunnen zijn om een van de politie-onderhandelaars in te schakelen. Deze komen meestal in actie als er een gijzelingssituatie of dreigende zelfmoord aan de orde is. Dat is hier weliswaar niet zo, maar deze professionals hebben veel ervaring en kennis in huis om gestreste mensen te kunnen overtuigen.

De politie vindt het een goed idee. Niet lang erna hoor ik dat meneer – aangekleed en wel – rustig en vrijwillig is vertrokken. Nieuwsgierig bel ik met een van de onderhandelaars.

“In de 30 jaar dat ik bij de politie werk, heb ik nog nooit meegemaakt dat iemand de cel niet uit wilde!”, zegt hij. Dan legt hij uit dat hij en zijn collega’s getraind zijn om geweld te vermijden. Zij luisteren goed, denken mee en leggen de nadruk op hulpverlening. Dankzij hun optreden zag meneer in dat hij niet in de cel thuishoorde.

Een mooi en succesvol voorbeeld van hoe de politie hulp verleent aan hen die dat behoeven.

© Pascale Bruinen

Deze column is op 2 juli 2015 verschenen in het Algemeen Dagblad.

politiecel

7 gedachten over “Hij wil de cel niet uit, maar in

  1. Mooi verhaal, dat in de praktijk helaas maar al te vaak voorkomt. Politieonderhandelaars zijn er nog niet zo heel erg lang en al helemaal niet voor dit soort zaken. Het laat mij denken aan een soortgelijke situatie, waarbij ook iemand naakt in de cel zat en deze niet wilde verlaten. Hij was wel al in behandeling in een psychiatrische inrichting. Om die reden werd het crisisteam voor psychische opvang gebeld. Twee man sterk probeerden ze de man ruim een uur lang tevergeefs over te halen met hun mee te gaan.
    Ik had, als diender in het blauw, dit aangezien en vooral -gehoord en dat maakte mij ’n beetje rebels. Volgens mij moest die man op een simpele manier overgehaald worden om mee te gaan.
    Ik kreeg toestemming om even met de man te praten.
    Het was mij bekend dat de man van beroep timmerman was. Ik stelde hem voor dat wij hem naar de werkplaats zouden brengen om daar te kunnen timmeren, maar dat hij daarvoor wel een overall moest aantrekken. Binnen 5 minuten stond de man, gekleed in een overall, gereed om met ons mee te gaan naar de inrichting. Geen enkel probleem verder. In de PI werd hij overgedragen aan het personeel.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s