Vandaag is het zover. Mijn dierbare Catalpa wordt gerooid. Een geluk bij een ongeluk is dat de persoon die deze flinke klus moet gaan klaren, een echte “bomenman” is. Toen hij hoorde wat deze boom voor mij betekent, zag ik in zijn ogen dat we elkaar woordeloos begrepen.
“Ik wil graag delen van zijn stam behouden om een beeld van een uil op te zetten. En ik hou ook liefst stukken van zijn wortels en wat takken hier”, zeg ik.
“Zeker, dat komt in orde. Ik zal hem mooi recht afzagen”.
Mijn maag trekt zich samen.
“Dank u. Dat is fijn”.
Als hij zijn veiligheidsbril opzet, behendig via een ladder in de boom klimt en aanstalten maakt om de zaag aan te zetten, vlieg ik naar binnen. Een paar seconden later hoor ik het ronkende geluid waar ik zo tegenop zag. Ik vlucht naar boven, maar ook daar hoor ik het nog overal. Ik loop naar de badkamer en doe de deur dicht. Ondanks mijn vaste voornemen om niet emotioneel te worden, voel ik dat mijn ogen nat worden. Even later hoor ik Han naar boven komen. Als hij me gevonden heeft, pakt hij me even stevig vast.
“Ik vind het ook erg”, hoor ik hem in mijn haren mompelen.
“Nu komt de uil nooit meer terug”, zeg ik.
“Dat weet je niet”.
Ik maak me los uit zijn omhelzing en pak een tissue. Ik besluit toch maar naar de sportles te gaan, al betekent dat wel dat ik mijn huilogen wat moet bijwerken.
Anderhalf uur later zet ik me schrap voor de eerste aanblik. Als ik de tuin inloop, zie ik dat er alleen nog een laatste stukje van zijn stam over is. Overal liggen grillige stukken wortel, takken en zaagsel. De tuin is op slag een stuk kaler. Ondertussen is iemand met een graafmachine bezig de rest van de enorme stronk uit te graven. Als ik die zielloze massa gekliefde wortels zie, voel ik de tranen weer komen.
De bomenman, die naast me staat, ziet het. Hij kijkt me aan en zegt: “Meid, het is goed zo. Ik heb met hem gepraat”. Zou ik dit vroeger een ronduit belachelijke opmerking hebben gevonden, nu klinkt het eigenlijk alleen maar troostrijk.
“Ik ben zo blij dat u hem heeft gekapt. Als het iemand moest doen, dan u. Dank u wel.” In een impuls omhels ik hem. Hij klopt me vaderlijk op mijn schouder.
De man heeft woord gehouden en de stam prachtig doorgesneden. Eén langer stuk, waar het beeld van de uil op kan, en een kleiner stuk waar ik misschien te zijner tijd nog een houtsnijwerk van wil laten maken. Maar hij heeft ook een robuuste driesprong van takken bewaard en mooie schijven gezaagd die we kunnen schuren en polijsten. Han heeft nog wat van zijn peulen veiliggesteld, daar zitten prachtig gevormde zaadjes in. Ik duw vijf stuks in een potje grond. Wie weet komen er ooit nog nakomelingen uit voort.
Op mijn verzoek veegt Han het zaagsel bij elkaar en doet dit in een bak. Ik duw prompt mijn neus erin en snuif een zoete houtgeur op.
Als ze later allemaal vertrokken zijn, ben ik doodop terwijl ik alleen maar koffie heb gezet en heb toegekeken.
Mijn boom is niet meer.
Maar hij blijft altijd in mijn hart.
© Pascale Bruinen
Oud…en nieuw!
Het is gelukkig achter de rug. Mooi hoe de man die klus geklaard heeft.
Zeker weten, dat heeft hij met veel gevoel gedaan, gelukkig maar.
Sterkte met alles.
Dat eerst.
Wel vergunning aangevraagd voor de kap?
Nieuwe aanplant ver genoeg verwijderd
van de erfgrens.
Welk leed of opluchting verschaf je
de buren?
Het lijkt een kwestie van
De Rijdende Rechter…
Alles maar op zijn beloop laten
de uil duikt vast wel ergens op.
Hij broedde er niet.
Hij zocht je op.
Dat zal hij blijven doen
in herinnering.
Of is dit een teken
je kunt ook zonder mij verder.
Dank je wel Ivar. Uiteraard met kapvergunning, en zeker ver genoeg van andermans erf. Nee, de Rijdende Rechter zal hier niet aan te pas hoeven komen, gelukkig. Ik denk inderdaad dat je gelijk hebt met dat laatste, zo zie ik het ook.
Afscheid nemen bestaat niet. Zoek hem in alles, dan kom je hem tegen, wat je gelooft is waar: hij zal bij je zijn. Knuffel, Monique
Heel mooi !
Wat een mooi verhaal Pascale. Ik kon me er helemaal in vinden. En je verdriet. Ik heb ook altijd iets met bomen en soms zoeken ze mij op – geloof ik – waar ik ook woon. Hier in Spanje hadden we een hele mooie eucalyptus – ja ja – met een oehoe en op een gegeven moment moest die gesnoeid worden omdat de mensen gingen zeuren over de blaadjes op het terras. !!! Mijn hart jankte, die kettingzaag ging dwars door me heen, maar die oehoe heeft blijkbaar toch weer een plekje gevonden want ik hoor hem weer.
Och Elle, wat herkenbaar dit!!! Dan weet ik precies hoe jij je hebt gevoeld. Mooi dat je het zo ervaart zoals je omschrijft. En heel triest dat zo’n trotse eucalyptus het veld moest ruimen vanwege wat (geurige!) blaadjes op het terras. En hoe typisch weer dat daar ook een uil in zat… Gelukkig is hij er nog steeds! Dank je wel dat je dit wilde delen, dat vind ik ontroerend. Liefs van Pascale