Metamorfose in het interieur

De laatste fuchsiaroze bloemen proberen het buiten vol te houden in de plantenbakken maar zien er nog maar zielig uit. Met hangende kopjes, alsof ze zelf ook weten dat hun einde nabij is, zoeken ze zich een weg naar beneden tussen de afstervende bladeren van hun stengels. In de grond staat zegge en schrijve nog één bloeiend lavendelbloemetje fier omhoog, haar collega’s hebben het een tijdje terug al opgegeven. De varens, zes maanden geleden nog zo frisgroen dat je er pijn van aan je ogen kreeg, zijn allengs geel en bruin geworden. Hetzelfde lot treft de hosta’s. Weldra zal daarvan bijna niets meer zichtbaar zijn. Alsof ze er nooit zijn geweest.

En dan wordt het ook nog steeds donkerder en kouder de komende maanden. Is het dan een wonder dat mijn aandacht zich in de herfst verlegt van buiten naar binnen? Want het najaar is bij uitstek de tijd om het in huis gezelliger, knusser en warmer te maken. En bij mij gaat dat, net zoals bij meer dingen, meteen op grootse wijze. Want mijn interieur wordt niet alleen opgesmukt met een theelichtje hier en daar, maar ondergaat een ware gedaanteverwisseling. En dat niet één, maar twee keer per jaar.

Ik kies daarvoor het moment dat de klok voor- en achteruit wordt gezet. Zo maakt mijn voorjaars/zomer-woonkamer in de laatste week van oktober plaats voor de najaars/winter-woonkamer. Dit valt trouwens vrijwel samen met het omwisselen van al mijn kleding, tassen, schoenen en laarzen, ook al zo’n megaklus (hoe me dat ieder jaar vergaat kun je lezen in de column “Reis door mijn kledingkast in drie dagen” op deze blog).

Wat ik zoal verander in huis? Kort gezegd: bijna alles. Alleen de grote meubelstukken blijven hetzelfde, al de rest wordt voor een half jaar omgewisseld. Ik begin altijd met alle kleinere voorwerpen en accessoires zoals vaasjes, fotolijstjes, kaarsen, dienbladen, bloempotten, schaaltjes, beeldjes, tafelkleden, schilderijen en dergelijke op te ruimen en weg te leggen. Vervolgens rol ik het grote vloerkleed op, maak de rol vast met tape en sleep dat enorme onding twee trappen omhoog waar het een tijdelijke rustplaats krijgt op zolder. In lente en zomer heb ik een lichtgroen karpet in de woonkamer liggen, zodat het lijkt alsof de natuur naar binnen komt. In herfst en winter vervang ik dit door óf een donkerpaars óf een donkerbruin gemêleerd exemplaar. Uiteraard wordt de rest van het interieur hieraan aangepast, zelfs tot servies en vaatdoeken (in keuken) en handdoeken aan toe (in badkamer en WC).

Nu is het gekke dat ik, hoewel ik er zelf voor kies, toch altijd een beetje sentimenteel word als ik mijn zorgvuldig uitgezochte spulletjes één voor één wegpak en opruim. Het staat toch ook symbool voor het einde van een mooi seizoen. En in afscheid nemen, al is het maar van een schilderij, ben ik nou eenmaal nooit een kei geweest. Bovendien heb ik ook een half jaar met veel plezier ernaar gekeken, dus dan doet het me wel wat om het op te ruimen.

Maar ik krijg er ook veel voor terug. Want als het nieuwe vloerkleed op zijn plek ligt, krijgt de kamer meteen een heel andere uitstraling. Met een donkerbruin of diep paars hoogpolig karpet wordt de sfeer in huis op slag een stuk warmer, wat natuurlijk ook de bedoeling is. Vervolgens wissel ik de lampenkappen en hoezen van kussens om in exemplaren van bijpassende kleuren. Ik vervang de schilderijen en bloempotten en haal de “nieuwe” accessoires tevoorschijn (oftewel de spulletjes die dus jaarlijks gerecycled worden). En dan begint het grote gepuzzel van wat waar moet komen. Mijn woonkamer is niet zo groot, dus ik wil het zeker niet te vol zetten.

Deze metamorfose neemt met gemak een hele dag in beslag, maar is absoluut de moeite waard. Zo gaat je interieur nooit vervelen. Ik kan het dan ook iedereen aanraden.

Alleen ben ik ’s avonds zo uitgeteld van al dat sjouwen en inrichten dat ik nauwelijks nog kan opstaan van de bank waarop ik vlak voor H.’s thuiskomst ben neergeploft. Het gebeurt maar zelden maar dan kan ik echt geen boe of bah meer zeggen.

Een welkome afwisseling voor H., al is het dan maar twee keer per jaar.

© Pascale Bruinen

Metamorfose in het interieur

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zo slank als je dochter

Een beetje nostalgie is het wel, deze slogan van een reclamecampagne voor margarine uit lang vervlogen tijden. Zo lang dat het merk in kwestie niet eens meer bestaat.

In mijn geval is het ook nog waar. En dat kan erg leuk en egostrelend zijn. Maar het heeft ook beduidend mindere kanten. Daar ben ik de laatste tijd wel achter gekomen met een puberdochter in huis.

Het toeval wil namelijk dat ik niet alleen een slanke maar ook een moderne, euh pardon: chille, moeder ben met dito kleren. En een aardige verzameling tassen, schoenen, laarzen en accessoires.  En dat is niet bepaald onopgemerkt gebleven.

Zo is het me geregeld gebeurd dat ik ’s ochtends hele stapels t-shirts tot twee-, driemaal toe doorworstel, op zoek naar dat ene waar ik mijn zinnen op heb gezet.

Inwendig vloekend en zuchtend ga ik na een tijdje aan mezelf twijfelen. Ik meende toch zeker te weten dat het net uit de was kwam. Vertwijfeld besluit ik dan maar mijn hele kledingkeuze om te gooien, om vervolgens stokstijf te blijven staan als ik mijn dochter in de badkamer ontwaar. Juist.  Met míjn t-shirt aan.

Op mijn giftige uitroep waarom ze mij niks heeft gevraagd, antwoordt ze doodleuk dat ze wel aannam dat het mocht. Ze is zich hoegenaamd van geen kwaad bewust. Gelet op de tijd laat ik het erbij, onderwijl wel nog dreigend dat ze me de volgende keer toch echt van tevoren moet vragen of het ok is iets van mij te lenen. Een plichtmatig, onverstaanbaar gemompel valt mij ten deel.

Op de een of andere manier stelt het me niet gerust.

© Pascale Bruinen

Wie oh wie heeft ook zo’n puberdochter in huis??? Schrijf je ellende en stress van je af in een reactie zodat het hele lezerspubliek kan delen in je smart, zodat die gehalveerd wordt!