Herinneringen aan lange lome zomerdagen

Ineens zie ik haar. Ze heeft nog dezelfde haarcoupe met weelderige krullen en haar gezicht lijkt ook nauwelijks last te hebben gehad van de tand des tijds. Maar de echte herkenning komt als ik haar lachende ogen zie. M. mag dan inmiddels zo’n 36 jaar ouder zijn dan toen ik haar de laatste keer zag, ze ziet er nog steeds meisjesachtig uit en heeft nog precies dezelfde sprankelende uitstraling als eind jaren zeventig.

Eén blik op haar en ik ben weer terug in de tijd dat mijn ouders ieder voorjaar hun caravan tot oktober neerzetten op een camping op zo’n 15 kilometer van huis. Ieder weekend dat het enigszins redelijk weer was, wat in mijn (gekleurde?) beleving best wel vaak was, togen we er heen. Iedereen was er welkom en dus was het er de spreekwoordelijke zoete inval. Mijn zussen en broer namen hun wederhelften en jonge kinderen mee, mijn ouders nodigden vrienden en goede bekenden uit en ook mijn vriendinnetjes waren altijd meer dan welkom.

Die periode associeer ik met lange lome zomerdagen die ik grotendeels aan het opgespoten strandje of in het meertje doorbracht. Zonnebaden, zwemmen of met een hele bubs volleyballen in het water, waarbij ik als preutse puber na iedere duik naar de bal zekerheidshalve even controleerde of mijn bovenstuk en bikinibroekje nog goed zaten. Op een oranje badhanddoek luisteren naar muziek die schetterde uit de cassetterecorder, eindeloos met mijn hartsvriendinnen kletsen over jongens of steelse blikken werpen op die hunk die een paar handdoeken verderop stoer zat te doen. Af en toe een balletje trappen op het voetbalveldje, een ijsje halen in de kantine of een potje jeu-de-boulen of badmintonnen met eender wie daar op dat moment zin in had. Eenvoudige pleziertjes die je een leven lang bij blijven.

Als de avond langzaam viel, ging ik met mijn toiletmapje en een handdoek naar de douches om even later fris gewassen met natte haren en gestoken in een Adidas trainingspak terug naar onze caravan te lopen (en, o, wat dacht ik dat ik hip was.) Die typische geur van een zwoele zomeravond, het aroma van een warme stoffige aarde vermengd met de frisse tonen van de langzaam afkoelende lucht en de dennenbomen, is voor altijd verbonden aan mijn jeugdjaren op deze camping.

’s Avonds was het uiteraard tijd voor de barbecue. Mijn vader, zwagers en vrienden gooiden de kolen erop en zorgden met een luchtbedpomp (!) ervoor dat het vuurtje goed werd opgepookt. Als de kolen eindelijk zo heet waren dat ze grijs kleurden, kwamen de vrouwen met eindeloze hoeveelheden shashlik-stokjes met gemarineerde stukjes vlees afgewisseld met gesneden ui en paprika. Het rijgen van al dat lekkers voor zo’n twintig man duurde soms wel uren en was een taak van de dames (tja, het waren wel de jaren zeventig en de emancipatie was toen nog niet zo ver als nu.) Daarna werd er lekker gegeten, het een en ander gedronken en vooral heel veel gepraat en gelachen. Iedereen had volop aandacht voor elkaar (en het zou gelukkig nog decennia duren voordat we massaal zouden worden afgeleid door de terreur van mobiele telefoons.)

Naarmate de avond vorderde werden de moppen steeds schuiner, de giechelbuien van de dames steeds luider en mijn geluks-en tevredenheidsgevoel steeds intenser. Ik zat er immers bij, omringd door mijn familie, vrienden en kennissen en genoot met volle teugen. Het waren prachtige, onvergetelijke zomeravonden.

Na een tijdje dijde de groep die ons op de camping met een bezoek kwam vereren nog verder uit. Zo kwam ook M., die destijds de vriendin van de broer van een van mijn zwagers was, bij het gezelschap te horen. Ik was toen veertien en M., zo schat ik, een jaar of twintig, eenëntwintig. Op die leeftijd is dat een onoverbrugbaar verschil. Ik keek dan ook ongelofelijk tegen haar op en was zelfs stiekem ontzettend jaloers op haar. Zij was immers een mooie volwassen vrouw en wat was ik nou helemaal? Een schoolgaande tiener met puberkuren. Zij moest daarentegen welhaast het leven leiden dat ik ook zó graag wilde: geen bemoeienis van ouders, lekker doen waar je zin in hebt en vooral: zij mocht vast uitgaan, zo veel, zo vaak en tot zo laat als ze wilde. Ik zou op dat moment nog twee lange jaren moeten wachten voordat ik uit zou mogen en dan nog alleen tot 23.00 uur ’s avonds (nu gáán ze niet eens rond die tijd). Gelukkig wist ik dat op dat moment nog niet, want als je puber bent lijkt een week al een eeuwigheid, laat staan twee jáár.

Mijn gemijmer wordt abrupt onderbroken als M. mij ook blijkt te herkennen. We zeggen elkaar enthousiast gedag. Na veel oh’s en ah’s en “Wat gek dat we elkaar nooit meer ergens gezien hebben!” komen we tot dezelfde conclusies: wat gaat de tijd akelig snel en wat zijn we niks veranderd (nou ja, bijna niks). In een paar minuten tijd weten we de kloof van bijna veertig jaar te overbruggen en zijn we min of meer “bij” betreffende relatie. wel of geen kinderen en werksituatie.

Maar wat wel anders is, is de dynamiek tussen ons. Hoewel het leeftijdsverschil exact hetzelfde is, zijn we nu – eindelijk! – gelijken. Voor mij voelt dat heel raar maar wel prettig. We beloven contact te houden via Facebook.

Mooi hoe een hele reeks dierbare herinneringen aan zorgeloze, lang vervlogen zomers kan worden getriggerd door één enkele blik van herkenning.

© Pascale Bruinen

 

herinneringen aan lange lome zomerdagen

Hebben jullie ook zulke mooie herinneringen aan vervlogen zomers? Deel ze dan hier!

 

Eindelijk Zomer

Spontane barbecues met je vrienden. De smaak van zout op je huid als je net in zee hebt gezwommen. Zand tussen je tenen. Trillende lucht boven smeltend asfalt. Midden in de nacht vertrekken en met de kinderen in één ruk doorrijden naar Spanje. Gelach van je buren die nog tot laat buiten zitten. Een twinkelende sterrenhemel die de belofte in zich draagt van weer een stralende morgen. Die typische reuk van citronella. Het hypnotiserende geluid van zoemende bijen.

Met plezier doornat worden als je de auto wast. Midden op de dag in slaap sukkelen door de hitte. Genieten van de veelkleurige bloemenpracht. Helemaal in het wit gekleed gaan en toch niet voor gek lopen. Het snerpende geluid van krekels. Een blos op je wangen hebben zonder make-up. De bel van de ijscoman. Het hoge, heldere geluid van kinderstemmen in de verte. Een dagje naar de kust.

De opwinding vlak voor vertrek naar je vakantiebestemming. Lange avonden waarbij het maar niet nacht wil worden. Lavendelbloemetjes tussen je vingers vermalen en dan verrukt het zoete, bedwelmende bouquet opsnuiven. Als je naar je werk gaat niet in de file hoeven staan maar een parkeerplek pal voor de deur aantreffen. Het zonnescherm helemaal uitklappen en het ’s nachts niet eens hoeven binnenhalen. Motten die op je buitenlamp zitten. Kinderlijk plezier beleven als je jezelf nat spuit met de tuinslang. Vakantie vieren in je eigen achtertuin.

De bomen die hun frisse voorjaarskleur verloren hebben en nu een volwassen groene tooi dragen. Het badje opzetten voor de kinderen en er zelf het meeste in zitten. De tv naar buiten slepen om met vrienden naar het voetballen te kijken. Die heerlijke aardse, vochtige geur als een malse regenbui eindelijk neerdaalt op de hete, droge en stoffige bodem. Met je bruine velletje de blits maken in de stad.

Het “squish, squish” geluid dat je slippers maken als je met ze door het water hebt gewaad. Op je ligbed het luie ritme van een reggaedeuntje meetikken met je voeten. Je lijf dat de hele dag door geurt naar kokos uit exotische oorden. De warme bries door je losse haren. Je knellende schoenen uitschoppen en blootsvoets lopen over de koele, stenen vloer. De loutering die je voelt als je na een stranddag onder een lauwe douche de plak van je lijf spoelt.

Eindelijk die gouden pareo met dito slippertjes kunnen aantrekken. Een flamboyante zonnehoed dragen. Iedere dag buiten eten. Meer energie hebben. Na je werk nog een lekkere fietstocht maken. In je lunchpauze even een terrasje pikken. Jezelf koelte toewuiven met een tijdschrift. ’s Ochtends in alle vroegte al gewekt worden door het aanhoudende gekwetter van vogeltjes. Het tsschhhh geluid van een ijskoud blikje cola dat open wordt getrokken. Gezellig met zijn allen naar de camping. Verkoeling zoeken in bos of zwembad.

Maar ook een ijsje dat al smelt voordat je er goed en wel aan begonnen bent. Je horren dicht houden en toch vliegen binnen krijgen. Je ogen niet open kunnen houden in de scherpe, felle glittering van de zon die weerkaatst op het water. Een autostuur dat te heet is om vast te pakken. Opgezwollen voeten aan het einde van een lange, hete dag. De rolluiken de hele dag dichthouden omdat de koperen ploert genadeloos hamert op de ramen.

Die ellendige mug kapot meppen op de muur van je slaapkamer. Zand dat zo heet is dat je er niet over kunt lopen. Gestoken worden door een wesp. Het welig tierende onkruid niet kunnen bijbenen. Iedere avond de tuin moeten sproeien. Mannen met korte broeken en witte sokken in sandalen.

Zweet dat in je ogen loopt en zich mengt met zonnecrème, waardoor je ogen branden. Je haren die in onelegante slierten op je hoofd plakken na een verfrissende duik. Op het einde van die eerste stranddag terug op je hotelkamer komen en ontdekken dat je bent veranderd in een rood-wit gevlekte zebra. Je zonnebril die al snel vol zit met vette vingerafdrukken. De ellende van het telkens opnieuw moeten insmeren van iedere vierkante centimeter huid, daarbij gehinderd door bandjes, touwtjes en ringetjes van je bikini. Gezandstraald worden op het strand in Zuid-Frankrijk door die fijne Mistral-wind. Koude rillingen door de zonnebrand. Na een zwembeurt er achter komen dat je ondanks je waterproof mascara toch veranderd bent in een ringstaartmaki.

Eindelijk zomer.

© Pascale Bruinen

zomer

Ik had vurig gehoopt dat ik bij het plaatsen van deze column een lange, warme dag tegemoet kon zien, maar dat valt nog (effe?) tegen. Het is op dit moment nog verdacht grijs buiten, maar het lijkt alsof de zon zich wel wil laten zien. Misschien dat mijn column ervoor zorgt dat de laatste wolken zich terugtrekken en we inderdaad kunnen gaan genieten van zo’n stralende zomerdag als hier omschreven. Fijne zomer allemaal!

De Tien

In een tijd die geteisterd wordt door allerhande lijstjes, zowel in boekvorm als op tv, voeg ik er toch nog eentje aan toe. In vakantietijd stuit je overal op juichverhalen over glamourbestemmingen, heerlijk buitenlands eten, ontstressen en het opsnuiven van geweldige andere culturen.

Maar er is ook een keerzijde. Over de beduidend mindere dingen die je kunt meemaken als je op vakantie bent, gaat dit lijstje

In willekeurige volgorde volgt hier een (niet uitputtend) overzicht van tien gruwelen die je op vakantie kunnen overkomen:

Wegregenen op die fijne camping; opdringerige landgenoten; arrogant en onbeschoft personeel; er pas op de plaats van bestemming achter komen dat je reisgenoten toch minder leuk zijn dan gedacht; eindeloos onderhandelen over spullen die je eigenlijk helemaal niet wilt kopen; een collega op 1.200 km van huis tegenkomen net als je topless aan het zonnen bent; de portable dvd-speler die het op weg naar Zuid-Frankrijk begeeft als je met je kroost (dat elkaar naar het leven staat) nog maar net ter hoogte van Luik bent; de luxe villa die bij nader inzien meer op een kippenhok lijkt; kip à la salmonella op die gezellige barbecue en je stiekem doodvervelen omdat je geen RTL-4 kunt ontvangen.

Wegregenen op die fijne camping heb ik zelf meegemaakt. Na een lange reis met de sleurhut komen we eindelijk aan op een terrassencamping in the middle of nowhere van de Dordogne. Alles uitgepakt, voortent vastgemaakt, hele reutemeteut op de plaats gezet en op naar het zwembad met de kinderen. Het is lekker warm en we hebben daarvan ook maar liefst drie héle kwartieren kunnen genieten. Ineens lijkt het wel nacht te worden. Zwarte wolken pakken zich dreigend samen om daarna in een hels onweer los te barsten.

Het regent en onweert zó hard dat we in de caravan moeten schreeuwen om ons verstaanbaar te maken. Buiten heerst zo’n duisternis dat we binnen het licht moeten aanmaken. Behalve dan op de momenten dat het bliksemt en alles even in een felle zilveren gloed baadt. Met lede ogen kijken we toe hoe het water over de terrassen naar beneden loopt, dwars door onze voortent. Alles verandert in één klap in een modderbad.

Na afloop bekijken we de schade. Op dat moment komt onze Nederlandse buurvrouw (er zijn overigens alleen maar landgenoten op deze camping, een Fransman is nergens te bekennen) die zegt dat het al de hele week zo’n weer is. Ze adviseert ons hier maar alvast aan te wennen. Nou, ik dacht het niet. Dus na weer een dag met exact hetzelfde scenario donderen we alle natte spullen zo de caravan in en vertrekken naar de Costa Brava. En of de duvel ermee speelt, bij het passeren van de Spaanse grens begint de zon te schijnen om de rest van de vakantie er niet meer mee op te houden.

Arrogant en onbeschoft personeel ben ik vaker tegengekomen, maar die op een camping in de Provence spannen de kroon. De camping is ouderwets gezellig, het weer is fabuleus. Maar een érgernis telkens als je iets wilt vragen aan de receptie. Nu wil het toeval dat ik aardig Frans spreek, maar zelfs dat is niet genoeg om dit verveelde zootje ongeregeld gunstig te stemmen. Ze zijn alleen met de grootst mogelijke moeite uit hun semi-permanente staat van lethargie te halen en de afstand van maar liefst 1,5 meter van hun stoel naar de balie af te leggen. Eenmaal daar aangekomen wordt letterlijk uit de hoogte op de klant neergekeken met een blik alsof er zojuist een lading rotte vis is afgeleverd. Uiteindelijk weet men zich te verwaardigen tot een zo verveeld mogelijk uitgesproken “Oui?”. Het maakt vervolgens niet uit wát er gevraagd wordt, want het blijkt geen van alle mogelijk te zijn of men weet het niet. Klantvriendelijkheid, servicegerichtheid, dienstbaarheid staan duidelijk niet in hun vocabulaire.

De “luxe villa” die bij nader inzien meer op een kippenhok lijkt hebben we gehad op een camping aan de Spaanse Costa Dorada. De kinderen zijn nog klein en tripadvisor, zo’n internetsite waar je vooraf waarschuwende foto’s kunt zien, bestaat nog niet. Mijn beste vriendin, die er zelf geweest is, heeft me al een paar maal in nogal cryptische bewoordingen proberen te waarschuwen dat de accommodatie “echt heel eenvoudig” is. In mijn enthousiasme had ik daar geen boodschap aan. Less is more, nietwaar? Bovendien: wat is er mis met back to basics? Precies!

Eenmaal aangekomen kijken we raar op als we iets ontwaren wat je het beste als een miniscule houten hut kunt omschrijven. Ook na checken en dubbelchecken blijkt het inderdaad te gaan om de gehuurde “villa”. Het hok heeft twee piepkleine slaapkamertjes. Alles, maar dan ook alles, is van binnen bekleed met ruw kistjeshout waaraan je je roodverbrande huidje openhaalt als je je langs elkaar door moet persen. En dat moet voortdurend.

Bij nadere inspectie van onze master bedroom blijkt dat ons bed niet meer inhoudt dan een in elkaar geflanst houten geraamte waarvan één poot helemaal scheef hangt. Er op gaan liggen met twee volwassenen is dan ook geen optie. Aangezien mijn smeekbede voor iets beters bij de receptie in het hoogseizoen voorspelbaar is mislukt, moet er een andere oplossing gevonden worden. In een vlaag van geniale creativiteit binden we het geraamte met drie stukken waslijn tegen de muur en slapen we zelf op twee flinterdunne matrasjes op de grond van de hut. Tel bij deze luxe omstandigheid nog de vochtige hitte, de ontelbare muggen en de nachttrein op die zeker vier maal per uur op nog geen 75 meter van ons onderkomen langsraast, en het wordt duidelijk dat we deze vakantie ons chronisch slaapgebrek niet hebben kunnen verminderen.

Het speciale recept van kip à la salmonella is klaargemaakt op een barbecue in Spanje. De koks doen wedstrijdje om zo veel mogelijk gevogelte in zo kort mogelijke tijd te roosteren want hele volksstammen hongerige toeristen willen eten en snel. In het schemerdonker is helaas niet te zien dat het tokkelende beestje nog felroze is van binnen. Mijn moeder is de gelukkige die zich enkele uren later, terwijl ze uit alle mogelijke lichaamsopeningen leegloopt, onder medische behandeling moet stellen. De dokter heeft maar op het nippertje kunnen voorkomen dat ze voor de allereerste keer in haar leven slanker terugkeert van vakantie dan dat ze gegaan is.

© Pascale Bruinen

Ook wel eens zo’n vakantie gehad? Vast wel. Mochten jullie deze ellendige ervaringen willen delen, grijp dan nu je kans!

Glamp Vamp

Glamp Vamp

Wil je wel graag kamperen maar niet op een plek zo groot als een postzegel in zo’n aftandse caravan of bungalowtent? Lees dan verder want de redding is nabij. De nieuwste trend is glamping. Oftewel glamourous kamperen. Zo heb je “the best of both worlds”. Er is zelfs een heus tijdschrift aan gewijd. “Glamping Magazine”, de nieuwe ANWB kampeerglossy.

Glamping is hot. Dankzij glamping zal zelfs de meest verstokte anti-kampeeractivist nooit meer in een vijfsterrenhotel willen. Zoek de verschillen in onderstaand vergelijkend onderzoek:

Camping (1)
Bij het door de modder op de plek duwen van je sleurhut ga je door je rug.

Glamping
Jij hoeft alleen maar de deur van je superdeluxe chalet te
openen met een vergulde sleutel

Camping (2)
Bij je zoveelste poging om die stomme haringen in de knoerharde rotsgrond te slaan, hamer je vol op je duim.

Glamping
Jij zit al op je loungebank aan de rosé en geniet van je immens grote terras mét vuurkorf.

Camping (3)
Omdat jij alleen nog een plekje in de volle zon kon bemachtigen, drijf je ’s morgens om 7 uur al je sheltertje uit.

Glamping
Jij staat natuurlijk met je airconditioned villa op wielen in de koele schaduw van een prachtige cipres.

Camping (4)
Je moet nodig midden in de nacht naar de WC en verzwikt je enkel op dat aardedonkere weggetje.

Glamping
Je gaat in alle rust op je comfy toilet mét ingebouwde luchtverfrisser.

Camping (5)
Na de lunch begint al die paella op te spelen. Je pakt een rol wc-papier en gaat op weg. Ondertussen bedenk je dat je evengoed een bord om kunt hangen met de tekst: “Ik ga nu poepen” in drie talen.

Glamping
Je gaat weer in alle rust op je comfy toilet mét ingebouwde luchtverfrisser.

Camping (6)
Die gezellige barbecue is achter de rug. Nu alle vette troep nog effe afwassen. Na een halve kilometer sjouwen met teiltje, borstel, afwasmiddel en vieze vaat kom je eindelijk aan bij de wasplek, alleen maar om te ontdekken dat er enkel ijskoud water is. |

Glamping
Die gezellige barbecue is achter de rug. Ontspannen
nagenietend stop je glimlachend het hele zwikje in
je state of the art afwasmachine. Hè hè, nu lekker
zitten met dat fijne boek.

Camping (7)
Er barst een hevig noodweer los. Jij, je man en zelfs je twee kleuters moeten met al hun kracht aan de tentstokken hangen om het vege lijf te redden.

Glamping
Er barst een hevig noodweer los. Jullie kijken elkaar aan in de zalige beschutting van je ruime slaapkamer en zeggen zuchtend: “Wat romántisch”!

Camping (8)
Het is bedtijd. Je bent kapot en wilt niks liever dan slapen in je tweedehands caravan en wel meteen. Alleen zo jammer dat je eerst nog pakweg drie kwartier aan de slag moet om: de tafel – tevens het bed – leeg te maken, dat rot ding in te klappen, je hand tien minuten onder koud stromend water te houden nadat die klem is komen te zitten onder de tafel, de korte poot (die dient om het bed stevigheid te geven) overal te zoeken omdat die weer eens kwijt is, het bed met die ppot vast te zetten, te puzzelen totdat alle kussens zo liggen dat het lijkt op een matras en het hele zooitje vervolgens ook nog te gaan opmaken. En dat allemaal in de wetenschap dat je morgenvroeg deze hele reutemeteut opnieuw mag doen maar dan in omgekeerde volgorde. Nog maar dertien nachten te gaan.

Glamping.
Het is bedtijd. Je slaat vergenoegd je lakens van zwaar Egyptisch katoen open en nestelt je in je trendy boxspring.

Camping (9)
Het is bedtijd. Jullie hebben wel zin in een lucky night. In je eitje dat in de showroom nog “ruime gezinscaravan” werd genoemd liggen je voeten echter halverwege het kinderbed. Hoezo privacy?

Glamping
Het is bedtijd. Jullie hebben wel zin in een lucky night. De koters liggen ver weg in hun separate kindervleugel.
Jullie kijken elkaar schalks aan en verbeteren moeiteloos jullie jaargemiddelde in één lange hete nacht.

Camping (10)
Het is ochtend. Dankzij de niet ergonomisch verantwoorde spaanplaatbodem van je tafelbed word je wakker met het gevoel alsof je door een vrachtwagen bent overreden. Daarbij heb je over je hele lichaam vreselijke jeuk. Één blik
in de spiegel bevestigt dat de plaatselijke muggenkolonie zich de afgelopen nacht vol heeft gezogen met jouw
bloed, zodat je er nu uitziet alsof je een besmettelijke ziekte hebt.

Glamping
Het is ochtend. Je rekt je uit en hebt je nog nooit zo fit en uitgerust gevoeld. Dankzij de horren ziet jouw huidje er
nog even mooi en ongeschonden uit als toen je ging slapen.

Conclusie: na twee weken ontberingen op de camping lijk je nog het meest op een uitgewrongen dweil, terwijl na veertien dagen glamping zelfs de meest gestreste Ma Flodder is gemetamorfoseerd in een toonbeeld van mooie, fitte en relaxte verleidelijkheid.

Kortom, de conclusie moge duidelijk zijn.

Lang leve de Glamp Vamp!

© Pascale Bruinen

glamping2

De überverwende vakantiesnobbisten onder ons kunnen hun hartjes ophalen als ze lekker luxe gaan loungen in de vrije natuur. Tot welke categorie behoor jij? Spreekt jou dit plaatje wel aan of slaap jij voor het echte werk toch liever op je leeggelopen luchtbed? Laat hier een reactie achter.

 

 

Vakantieherinneringen (1)

Ik kom uit een gezin waar men, ook als ik nog heel klein ben, ieder jaar op vakantie gaat naar het buitenland. Als ik een half jaar ben, nemen mijn trotse ouders mij en mijn twee oudere zussen mee naar Zuid-Frankrijk, aan de Côte d’Azur. We slapen met zijn vijven in zo’n “eitje”, een piepkleine caravan die eigenlijk geen naam mag hebben. Door gebrek aan ruimte slaap ik in een reiswiegje op het gascomfort.

De toon is dan al gezet want sindsdien reis ik veel en graag. Ik herinner me de opgewonden nieuwsgierigheid voor ieder vertrek, de aparte sfeer als de auto wordt ingepakt voor weer een verre bestemming. Vliegen doen wij in die tijd niet, we zijn een echt auto/camping gezin.

Op een gegeven moment zijn mijn ouders in de gelukkige omstandigheid dat ze niet één- maar tweemaal per jaar op vakantie kunnen gaan. Als enige nog thuiswonende telg profiteer ik daar maximaal van, een feit dat mijn twee inmiddels al lang en breed getrouwde zussen bij tijd en wijle groen en geel doet zien van jaloezie.

Meestal gaan mijn ouders in de Paasvakantie naar Zuid-Spanje, Portugal of zelfs Griekenland. Met de auto. Het is in de tijd dat er nog geen portable dvd-spelers, gsm’s, i-pods of i-pads bestaan. Mijn vertier op de achterbank op trajecten van soms een dikke 2.500 kilometer bestaat uit een klein tellertje, een grijs eivormig voorwerp waarop zich aan de bovenkant een knopje bevindt dat je kunt indrukken. Bij elke druk op de knop verschuift het tellertje een nummer. Onderweg geef ik mezelf opdrachten, bijvoorbeeld vanaf nu tel ik alle rode auto’s die ons aan de overkant tegemoet rijden of het aantal vrachtwagens dat wij inhalen.

In die tijd is de airco nog niet uitgevonden. Aan het autoraampje waarop de zon onbarmhartig schijnt, hangt een oranje handdoek (het zijn per slot van rekening the seventies) die betere tijden gekend heeft en onsuccesvol dienst doet om de zon buiten te houden.

Maar op de een of andere manier vind ik nu – al terugkijkend – dat de ontberingen van een hete auto en de oersimpele spelletjes (ik zie ik zie wat jij niet ziet) het reizen in die tijd net dat beetje je ne sais quoi geven. Zelfs het moment dat de volbepakte auto met dito caravan het op een steile bergpas begeeft door een oververhitte motor en wij genoodzaakt zijn om bij 30 graden Celsius de verwarming in de auto aan te zetten (!), lijkt in retrospect nog een zoete herinnering.

Grote vraag blijft of vakanties toen echt leuker waren dan nu of dat met het verstrijken van de tijd alleen nog maar de beste herinneringen overblijven. Waarschijnlijk heeft het ook met ouder worden te maken. Terugkijken als volwassene transporteert je immers weer voor even naar een fijne jeugd die nooit meer terugkomt. Dat zorgt er vanzelf voor dat alles uit die tijd door een roze bril wordt bekeken.

Ik hoop dat de nu bestaande welvaart ondanks de crisis uiteindelijk ook voor de generatie van mijn kinderen (en die erna) behouden mag blijven. Zodat ze ook de gelegenheid krijgen om hun eigen mooie vakantieherinneringen te kweken, waarop ze later hopelijk met een even goed gevoel als ik kunnen terugkijken. Het is ze gegund.

© Pascale Bruinen

Wil je ook je leukste of ontroerendste vakantieherinneringen delen? Laat dan een reactie achter op deze column.