Prachtig, dat WK voetbal in Brazilië.
Spannende wedstrijden, heel veel doelpunten en een Oranje dat in ieder geval doorgaat naar de tweede ronde. Fijne shots van exotische stranden, adembenemende stadions en mooie dames met dito billen.
De NOS wint het met Studio Brasil eindelijk van RTL’s VI Oranje en dat alleen maar dankzij Messi, de teckel, en niet zozeer door de hondenogen van Hugo Borst.
Onze Nigel trapt tegenwoordig niet meer op borsthoogte van de tegenstander maar keurig een stuk(je) daaronder, Memphis wordt nog een hele grote en Robin moet je tegenwoordig bijna een pleister op zijn mond plakken als hij voor een microfoon wordt gezet want hij práát maar door.
Niet zo lang geleden was dat nog heel anders. Op youtube staat een geweldige scène uit De TV Kantine waarin Carlo Boszhard RVP nadoet als hij met frisse tegenzin een interview moet doen tijdens het vorige WK. We zien een “Robin” die in nikszeggende bewoordingen antwoordt, tussendoor respectloos aan zijn waterflesje lurkt en bijna ieder antwoord na een korte pauze besluit met het jeukerig irritant uitgesproken woordje: ”…toch?” Briljant! Iedere keer als ik het filmpje bekijk, lig ik in een deuk. Enig nadelig neveneffect hiervan is dat ik inmiddels ook de neiging heb om op iedere vraag te antwoorden met: “Dat is aan de bondscoach, … toch?”
En nu ik het over laatstgenoemde heb; zelfs onze Louis heeft in Brazilië (meestal) goede zin, maar misschien komt dat wel omdat hij – zo wordt gefluisterd – een Gouden Geslachtsdeel zou bezitten. Zou zomaar de titel van een nieuw Suske en Wiske album kunnen zijn.
Maar een keerzijde is er ook. Zo wordt zijn naamgenoot als spits geacht gretig te zijn maar je kunt het ook overdrijven. Luis Suárez, Uruguay’s hoop in bange dagen, was tegen Italië een beetje al te happig want zette meteen maar zijn tanden in de schouder van de verbijsterde Giorgio Chiellini. En laat dit nou al de derde keer zijn dat Luis van zich af bijt. Negen interlands geschorst, vier maanden een wereldwijd stadionverbod en daarna zou ik zeggen: muilkorven die hap.
Maar het WK heeft meer duistere kanten. Als fervent voetbalfan schrok ik onlangs dan ook van een artikel in de Britse krant The Guardian waarin de politie de vrees uitspreekt voor een hausse aan huiselijk geweld tijdens het WK.
Bij het vorige wereldkampioenschap in 2010 nam huiselijk geweld na een nederlaag van het Engelse team toe met maar liefst 31,5%. Gek genoeg was er echter een nagenoeg dezelfde vermeerdering te zien als Engeland had gewonnen, namelijk 27,7%. Emotionele stress, het sterke competitie-element en de testosteronniveaus zijn kennelijk (bijna) even groot na verlies als na winst.
De Engelse politie haast zich overigens te zeggen dat het overgrote deel van de voetbalsupporters zich normaal gedraagt. Het betreft slechts een kleine minderheid die zeer agressief reageert. Voor zover ik weet is dit bijverschijnsel in Nederland trouwens nog niet onderzocht.
In het kader van een publiciteitscampagne hebben ze in Engeland in ieder geval twee mooie slogans in voetbaltermen bedacht. Voor de potentiële daders: “Leave the striking to the players” (“Laat het (doel) treffen aan de spelers over”, waarbij “strike” ook slaan betekent). Voor de slachtoffers en het publiek: “Blow the whistle on domestic abuse” (“Stel huiselijk geweld als misstand aan de kaak”, met een referentie naar het scheidsrechtersfluitje).
Komt dát even goed uit, dat Engeland nu al naar huis moet.
Want anders zouden niet alleen de voetballers, maar ook veel slachtoffers in de knock-outfase zijn beland.
© Pascale Bruinen