Cruise Control (1)

Volgens de gangbare uitleg is cruise control een technisch middel om de snelheid van een voertuig vast te zetten, zonder dat je zelf gas hoeft te geven. In mijn vocabulaire, die van een zelfverklaarde cruisefanaat, staat het voor een manier van reizen waardoor je het ultieme vakantiegevoel vasthoudt, zonder dat je daarvoor zelf iets hoeft te doen.

Cruisen is in, cruisen is hip, cruisen is wow. Daar waar de rest van de reismarkt de afgelopen jaren zo’n beetje is ingestort, is het aandeel cruise-vakanties alleen maar fors gestegen. Mocht jij je nog afvragen waarom, lees dan even verder.

Cruisen is geweldig omdat…

* je eindelijk verlost bent van die dagelijkse wandeling naar hetzelfde stomvervelende dorpje;

* je nooit last hebt van vervelende vliegen, muggen, wespen of andere insecten die je op het vaste land zo vervelen;

* je kinderen van 0 tot 18 jaar ook de tijd van hun leven zullen hebben;

* je aan boord heerlijk kunt zonnen maar toch gespaard blijft van zand dat overal in en tussen komt;

* er altijd en overal fantastisch schone wc’s onder handbereik zijn waar ik letterlijk van de grond zou durven te eten;

* dit een van de weinige manieren is om super comfortabel op moeilijk(er) bereikbare plaatsen te komen;

* je zelden zo veel verschillende bestemmingen in relatief korte tijd kunt aandoen;

* zeezicht écht altijd gegarandeerd is;

* je razendsnel kennis maakt met de meest uiteenlopende interessante mensen;

* de klantgerichtheid en service aan boord onvergelijkbaar zijn want waar vind je een poolbutler die ijsgekoelde handdoekjes aan je ligbed komt brengen?;

* je helemaal niks hoeft maar tegelijkertijd tal van activiteiten kunt ondernemen;

* aan boord een zeer aparte, gemoedelijke sfeer van gelijkgestemdheid heerst;

* de kwaliteit en variatie van het eten superieur zijn;

* het een verademing is om tussen (bijna) alleen maar zeer beleefde en vriendelijke mensen te verkeren;

* de zee van een hypnotiserende schoonheid is waar je nooit genoeg van kunt krijgen om naar te kijken;

* je de fijne afwisseling hebt tussen zeedagen waarop je kunt uitrusten en havendagen waar je lekker op excursie kunt;

* de schoonheid en indrukwekkendheid van het schip blijven imponeren, ook al zit je er al voor de zoveelste keer ruim anderhalve week op;

* je zo de beste prijs/kwaliteitsverhouding hebt die binnen de reiswereld mogelijk is;

*  je nergens anders aan land zo’n hygiëne en zuiverheid zult aantreffen;

* het een zeer veilige manier van reizen is, ook voor singles;

* het ideaal is voor mensen die slecht ter been zijn, immers alle hulp is voorhanden, er zijn voldoende faciliteiten voor gehandicapten zoals speciale wc’s en er is zelfs een speciale tillift voor in het zwembad;

* je ondanks de aanwezigheid van zo’n 3500 mensen aan boord altijd ergens een rustig plekje kunt opzoeken waar je je kunt terugtrekken om bijvoorbeeld lekker te lezen ;

* het een onvergetelijke ervaring is te ontbijten met zicht op niks anders dan de Caribische of Middellandse Zee;

* er geen of nauwelijks luchtvervuiling is op open zee;

* je er het zachtste en schoonste drinkwater ooit zult drinken;

*  je zo kunt afkomen van je zeeziekte-fobie;

*  het aan boord een ultraluxe drijvende mini-variant is van de Verenigde Naties met tientallen verschillende nationaliteiten die – vaak in schrille tegenstelling tot in de “gewone” wereld – heel gezellig en vreedzaam met elkaar omgaan.

Natuurlijk is deze opsomming – gebaseerd op mijn cruise-ervaringen met Royal Caribbean en Celebrity Cruises – verre van compleet.

En eigenlijk heb je ook helemaal geen redenen nodig om te gaan cruisen.

Je moet het gewoon doen en zelf ervaren!

© Pascale Bruinen

Cruise Control (1)

Cruise Control (1) 2e

Je moet het beleven om het te begrijpen…Kijk daarom ook eens op mijn andere blog, http://www.cruisecraver.com!

Stormy Weather (2)

Ik zit op een cruiseschip midden op de Caribische zee met een storm in aantocht. Afgelopen nacht waaide het al flink en voelde ik meer deining dan anders, maar ik heb er nog geen last van gehad.

Inmiddels is het ochtend. Een blik door onze patrijspoort leert dat het, zoals voorspeld,  bewolkt is en dat het hard regent. Op zee zijn schuimkoppen en behoorlijke golven te zien, opgestuwd door de harde wind.

Ik ben onrustig want vandaag vaart onze cruiseboot de storm, die door het Caribisch gebied raast, tegemoet. Voor alle zekerheid doe ik alvast twee polsbandjes om die geacht worden mijn evenwichtsorgaan in bedwang te houden door acupressuur. Omdat we door de jetlag toch al vroeg wakker zijn, besluiten we – nu we nog honger hebben – snel te gaan ontbijten. Niks zo slecht voor zeeziekte als een lege maag.

Een paar uur later begint het schip echt flink te bewegen. Als ik loop, lijkt het alsof ik stomdronken ben. Ik wankel meer dan dat ik wandel. Het ene moment loop ik ineens een stukje bergop, om het volgende weer snel bergafwaarts te gaan. Behalve de rolbeweging trilt het schip om de zoveel tijd ook even hevig, alsof ze een koude rilling krijgt.  Het is een gek gevoel, maar niet akelig. So far so good. Uit preventief oogpunt slikken we gembercapsules, door een bevriende apotheker aangeraden als het beste middel tegen misselijkheid. De bemanning raadt aan groene appels en crackers te eten.

Als ik tegen de middag nog steeds niet doodziek ben, besluit ik samen met H. aan dek te gaan op de 12e verdieping om eens te kijken hoe hard het nu eigenlijk echt waait. Meteen nadat ik een voet buiten heb gezet, word ik bijna omver geblazen. De wind rukt woest aan mijn kleren en blaast mijn haren alle kanten uit. Het gierende geluid overstemt alles zodat ik moet schreeuwen om verstaanbaar te zijn.

Als ik over de reling kijk, zie ik dat het schip eerst behoorlijk daalt om daarna weer flink te stijgen ten opzichte van de horizon. Het water in het zwembad wordt zo hoog opgezwiept dat het bij tijd en wijle aan alle kanten over de rand slaat. De regen geselt het dek. Af en toe is er zo’n felle rukwind dat ik, zonder iets te doen, een stukje vooruit geblazen word. Tegen de wind in lopen, kost me echt moeite. Ondanks al dit geweld is het aangenaam warm buiten. Een vreemde gewaarwording.

Vanaf het hooggelegen dek is niet goed te zien hoe hoog de golven nu zijn. Vanuit onze hut op dek 2, toch nog zo’n zes meter boven het zee-oppervlak, is dat veel beter te beoordelen. Daar zie ik dat er in zee telkens overal grote “gaten” ontstaan waarlangs zich steile wanden van water vormen. Die wanden zijn de golven en die zijn hoog. In verhouding tot de sterkte van de wind en de hoogte van de golven beweegt het schip niet eens zo veel als je zou verwachten. Weliswaar rolt ze af en toe behoorlijk, maar het is goed te doen want ik heb nog steeds geen toevlucht hoeven nemen tot echte medicatie waarvan je zo suf wordt als een garnaal. Ik betrap me erop dat ik het zelfs best wel leuk begin te vinden, die storm. Ik voel me net een stoere zeebonk, maar dan zonder de plakplaatjes. Ik kan een échte storm trotseren en ben weer een spannende ervaring rijker.

En een illusie armer, zo blijkt als we de dag erna – als het schip in rustiger vaarwater is gekomen – met een groepje van vijftien man een excursie doen langs de gebieden van het schip die normaliter off limits zijn voor de passagiers. Op de brug legt de kapitein uit dat het schip beschikt over stabilisatoren die het schip beschermen tegen de rolbeweging. Laat ik me die nu altijd voorgesteld hebben als een soort van super-ultra-megaroeispanen die aan weerskanten van het enorme schip met tientallen tegelijk naar buiten komen. De ontluisterende werkelijkheid is dat het er maar twee zijn (twéé, nu vraag ik je) die elk, en nu komt het, vijf hele meters lang zijn. Víjf meter. Ik voel een hysterische lachbui opkomen als ik me afvraag hoe twee van zo’n lullige minispaantjes in hemelsnaam zo’n enorme joekel recht moeten houden in een storm. Maar goed, ik ben niet zeeziek geworden dus zal het toch wel voldoende zijn. Zal wel aan mijn ontstellend gebrek aan technisch vernuft liggen dat ik dat niet snap. “Nog bedankt dat u ze gebruikt heeft gisteren in die storm”, zeg ik daarom goedgemutst tegen de kapitein, “dat heeft wel geholpen”.

“We hebben ze helemaal niet gebruikt”, antwoordt hij terwijl hij enigszins geamuseerd naar me kijkt. Ik krijg een hoofd als een boei (hoe toepasselijk). Ik hoor gegrinnik opstijgen uit de rest van het groepje. Inclusief H. Ik werp hem een dodelijke blik toe. Mooie boel is dat, denk ik bozig, hebben ze van die dingen en dan gebruiken ze die niet eens. En dan te bedenken dat die pief van de bemanning me dat vooraf wel had wijsgemaakt.

“Dit was wel een storm, maar in verhouding nog maar een kleintje. Het kan natuurlijk nog veel erger”, doet die verdraaide kapitein nog een extra duit in mijn vernederingszakje. “Als het echt loos gaat, helt het schip zodanig dat de golven over de hoogste dekken komen en stuur ik iedereen verplicht naar zijn hut”. Oh. Dat wist ik niet. Sommige dingen kun je, als cruiseverslaafde, beter niet weten.

Dit is er een van.

© Pascale Bruinen

Tja, stabilisatoren zijn ongetwijfeld heel handig maar dan moet je ze natuurlijk wél gebruiken. Ik hoop dat ik mensen die nog van plan waren ooit eens te gaan cruisen niet heb afgeschrikt met mijn nautische stormavontuur. Maar zoals gezegd: dit waren heel hoge golven en het viel echt wel mee. Dit soort schepen zijn gewoon niet te vergelijken met bijvoorbeeld de veerboten naar Engeland. Ik heb de volgende cruise alweer geboekt. Wie volgt? Overigens kun je voor meer informatie over cruisen terecht op mijn andere blog, www.cruisecraver.com

Stormy Weather(1)

Nee!!! Nee, dat zal toch niet waar zijn! Dit moet een vergissing zijn. Mijn ogen zijn gefixeerd op de weerkaart van het westelijk Caribisch Gebied, waar een flinke depressie met stormachtige winden te zien is. Onheilspellende oranje en rode vlekken voeren de boventoon en gaan de komende vierentwintig uur precies daar naar toe, waar ons cruiseschip ook heen moet.

De Amerikaanse Helga van Leur zet haar ernstigste gezicht op en strooit met termen als severe weather warning, floodings, dangerously high winds en het ergste van al: rough seas with 12 to 18 foot waves. Snel reken ik om naar meters. Golven van 4 tot 6 meter. Of tot wel twee etages hoog. Oh. Mijn. God.

Onmiddellijk roepen mijn hersenen de bijbehorende beelden op van een boot, aan wal nog enorm, maar op een woeste zee nog slechts een nietig stipje. Willoze speelbal van  gierende wind en van immense golven die eindeloos beuken tegen het machteloos rollende en deinende schip.

Met het zweet in mijn handen bel ik de cruisemaatschappij met de vraag of ze de route veranderen. Maar nee, het schip gaat gewoon de geplande koers varen, luidt het antwoord. Hoezo “gewoon”? Er is verdorie een enorme storm op komst!

Het volgende uur breng ik surfend door op internet. Ik zoek alle mogelijke weersites op in de hoop dat er eentje tussen zit die aangeeft dat het – zoals al die andere keren – windstil en heerlijk zonnig wordt. No such luck. Ze voorspellen allemaal dezelfde ellende. Dus twijfel ik ernstig of ik wel wil inschepen. Het grootste probleem is immers dat ik, eenmaal aan boord, er niet meer af kan als het echt tegenvalt. En onze route voorziet de eerste 36 uur non-stop varen voordat niet-schommelend land in zicht is. Ik ben weliswaar gek op cruisen maar liefst wel op een spiegelgladde zee.

Na koortsachtig overleg besluiten we naar de cruiseterminal te rijden en ter plekke te kijken of we meer informatie kunnen krijgen van de bemanning. Het liefst van de kapitein zelf uiteraard, maar een van zijn officieren kan er zonodig ook mee door.

Tot mijn verbazing heerst bij de terminal de gewoonlijke blije en opgewonden sfeer van mensen die denken een heerlijke onbezorgde cruisevakantie tegemoet te gaan. Het is wel duidelijk dat niemand van deze nitwits de laatste uren naar het nieuws heeft gekeken. Zalig de onwetenden.

H. gooit het hoge woord er maar meteen bij de incheckbalie uit. Hij zegt dat ík graag een gesprek wil met iemand van de bemanning omdat er een storm op komst is en ík daar bang voor ben. Ha! Nou wordt ‘ie mooi. Nou ben ik het ineens alléén die een storm op zee niet zit zitten. En dat wordt gezegd door iemand die het zelfs nog presteert om zeeziek te worden op een luchtmatras. Maar goed, ik zou inderdaad wel wat informatie willen, bevestig ik desgevraagd. En kan het dan niet laten er nog snel aan toe te voegen dat ik me realiseer dat ik misschien wat lastig ben (dûh).

De mevrouw aan de balie verzekert me in alle ernst dat dit geen enkel probleem is. En welnee, ik ben helemaal niet lastig! Tuurlijk haalt ze er effe iemand van de officieren bij die mij te woord zal staan. Saillant detail bij dit alles is overigens dat onze koffers ondertussen al lang en breed onderweg zijn richting schip. Dus mochten we besluiten niet mee te gaan, dan zullen we die ruim een week niet meer terugzien.

Oh jee. Daar komt echt een officieel uitziend iemand aanlopen. Recht op mij af. Zwarte broek, helderwit hemd met korte mouwen, allerhande versierselen op de schouders. Officierstype. Opeens vind ik het een belachelijke situatie en voel ik me beschaamd dat ik hem lastig wil vallen met mijn onnozele vragen. Het zal vast wel loslopen. Storm? Een beetje wind zullen ze wel bedoeld hebben, stel ik mezelf gerust.

Ik voel de neiging opkomen om me snel om te draaien en weg te lopen, maar het is al te laat. “You’re worried about the weatherforecast and wanted to ask me some questions?”, vraagt hij vriendelijk met naar mijn smaak veel te luide stem. Hoofden draaien nieuwsgierig in onze richting. Ook dat nog. “Well, yes“, antwoord ik met tegenzin en met beduidend minder volume. Hij kijkt me zonder een spoortje van spot aan en zegt: “Yes, It’s going to be a little rough and there’s going to be some rain, but that’s it. You’ll be just fine“.

A, a little … rough?”, stamel ik. “What do you mean?” Per slot van rekening is hij een doorgewinterd zeeman. God weet wat hij daaronder verstaat. Maar hij houdt overtuigend vol dat ik me geen zorgen hoef te maken. Iets wat hij nog ondersteunt door te zeggen dat het schip stabilisatoren heeft waardoor ik weliswaar wat schommelingen zal voelen, maar dat het echt zal meevallen. We hakken ter plekke de knoop door en besluiten het er op te wagen.

’s Avonds, als de boot net een paar uurtjes aan het varen is, klinkt de bekende ding-dong die aankondigt dat de kapitein zijn praatje gaat houden. Snel zet ik de volumeknop in de hut iets harder en luister gespannen naar wat komen gaat. De goede man zegt dat hij graag beter nieuws wil brengen, maar dat het jammer genoeg heel slecht weer wordt. Ik krijg een kurkdroge mond en probeer te slikken. Komende nacht, zo vervolgt hij, is het nog redelijk maar morgen wordt het “bumpy and noisy“, omdat het schip op volle snelheid tegen windsnelheden tot honderd kilometer per uur in moet varen. Honderd kilometer per uur. Mijn slikspieren weigeren nu elke dienst. Ik voel misselijkheid opkomen die nog niks met enige deining te maken heeft. De kapitein besluit zijn peptalk met het welgemeende advies om alvast met eventuele medicatie tegen zeeziekte te beginnen, mocht je daar gevoelig voor zijn.

Het worst-case scenario, vooraf nog ietwat lacherig bedacht, wordt nu werkelijkheid. Ik zit midden op zee op een schip dat met volle kracht een razende storm tegemoet vaart.

© Pascale Bruinen

Je zou het zo te zien misschien niet zeggen maar toen ik deze foto maakte ging het ongelooflijk tekeer buiten. Van bovenaf is het moeilijker te zien maar dit zijn golven van minstens vier meter hoogte. Hoe het me verging kun je de volgende week lezen in de vervolgcolumn…Wil je ondanks deze column toch meer lezen over cruisen, ga dan naar mijn andere blog www.cruisecraver.com