Zodra ik zijn naam hoor, denk ik: “Daar gaan we weer!”. Saïd * “ken” ik al bijna zolang ik dit werk doe, dus inmiddels al ruim 17 jaar. Hij is “groot ongewenst vreemdeling”, zoals dat heet. Oftewel in normaal Nederlands: Saïd mag vanwege eerder gepleegde strafbare feiten eigenlijk helemaal niet in Nederland komen, laat staan verblijven. Hij is hier dus illegaal.
Uiteraard is al vaker geprobeerd om Saïd uit te zetten, maar het probleem is dat we zijn juiste identiteit en nationaliteit tot op heden nog steeds niet hebben kunnen vaststellen, ondanks diverse onderzoeken daarnaar door de Vreemdelingenpolitie. Want Saïd werkt nergens aan mee en papieren heeft hij natuurlijk niet. Om het allemaal nog ingewikkelder te maken bedient hij zich ook nog eens van maar liefst acht aliassen. Zodoende is zijn echte land van herkomst moeilijk te achterhalen.
Op basis van taalanalyse lijkt het nog het meest waarschijnlijk dat hij uit Algerije afkomstig is, maar dat land zegt desgevraagd geen gegevens van hem te hebben en verleent dus geen “laissez passer”. Dat is een reisdocument waarmee de diplomatieke vertegenwoordiging van het (vermoedelijke) land van herkomst een onderdaan in staat stelt eenmalig terug te reizen naar het betreffende land.
Gevolg hiervan is dat er inmiddels een patstelling is ontstaan: Saïd mag hier niet zijn en toch loopt hij hier iedere dag rond, en dan ook nog op een manier alsof de stad van hem is. Het is de wereld op zijn kop.
Zijn strafblad is een heuse waslijst van misdrijven. Hij pleegde tot dusverre talloze vermogensdelicten zoals diefstal, heling en inbraak maar ook geweldsdelicten en maakte zich schuldig aan handel in c.q. bezit van verdovende middelen. En het einde is nog niet in zicht, getuige wéér een melding van winkeldiefstal.
Ik had me al vaker afgevraagd waarom iemand dit bestaan zou willen leiden. Hij gaat namelijk al jarenlang van politiecel naar gevangenis en weer terug. Desondanks is hij nog steeds hier.
Mijn vraag werd beantwoord toen ik eens een passage las in een van zijn verhoren waarin hij verklaarde: “Ik zit liever in Nederland in de gevangenis, dan dat ik in mijn thuisland in vrijheid leef”.
Daar werd ik wel even stil van.
© Pascale Bruinen
Deze column is op 9 juli 2015 verschenen in het Algemeen Dagblad.