Zoete Wraak

De cafetaria op het vliegveld van Fiumicino in Rome is niet echt aanlokkelijk maar we zullen het ermee moeten doen. We hebben immers nog wat tijd te doden voordat onze vlucht vertrekt, dus houden vriendin M. en ik een tafel bezet terwijl onze mannen in de rij gaan staan voor een hapje en een drankje.

Een smalle, slungelachtige jongen van de poetsploeg komt naar ons toe. Aan zijn gezicht te zien heeft hij er niet echt zin in vandaag, want het staat op onweer. Hij heeft een grote plastic bak in zijn handen waarin al het nodige vuile serviesgoed zit. Zonder een woord te zeggen begint hij de vieze koppen en borden, die de vorige klanten op ons tafeltje hebben achtergelaten, in zijn bak te smijten. Hij doet dit zo hard, dat de inhoud van de bak vervaarlijk rinkelt. M. en ik kijken elkaar even aan.

“Altijd een feest, zo’n werknemer die overduidelijk plezier heeft in zijn werk”, zeg ik tegen haar. Op datzelfde moment graait hij een – nog bijna vol – melkkannetje van onze tafel en gooit dat opzettelijk met een ferme zwaai bij de rest van het mishandelde serviesgoed in zijn bak.

Wat ik vrees, gebeurt prompt. De melk vliegt over de rand en druipt niet alleen op maar ook langs onze tafel, bovenop onze tassen die we daar net hebben neergezet. Ik kijk hem boos aan en zeg in het Italiaans (dat ik vloeiend spreek) dat hij moet opletten wat hij doet, waarbij ik hem wijs op de melk die zich inmiddels een weg baant onder onze tafel. Als antwoord krijg ik te horen dat hij dit “niet expres” deed, maar de ronduit valse grijns die mij ten deel valt als hij me daarbij recht aankijkt vertelt een ander verhaal. Vervolgens draait hij zich om en loopt doodgemoedereerd weg. Geen woord van excuus, laat staan dat hij de melk opveegt.

Ik voel mijn bloeddruk stijgen van kwaadheid over zoveel lompheid. Ik schuif mijn stoel naar achter en loop met versnelde pas achter hem aan. Ik vraag hem terug te komen om zijn rotzooi op te ruimen, maar hij kijkt niet op of om en loopt gewoon door.

Ik besluit het er niet bij te laten zitten en ga naar een van de dames die zo te zien hoger in de pikorde staan dan dit asociaal mannetje. Eén ervan blijkt inderdaad zijn leidinggevende te zijn. Ik doe op verontwaardigde toon mijn verhaal en eis dat zij hem opdracht geeft de boel te komen opruimen. “Ahhh…, signora!”, verzucht ze, waarna ze haar schouders verontschuldigend ophaalt en over gaat tot de orde van de dag. Even ben ik totaal verbijsterd over zoveel lethargie, maar ik had kunnen weten dat het zo werkt. We zijn per slot van rekening in zuidelijk Italië, waar ze zich kennelijk niet zo snel druk maken over werknemers die hun klanten schofferen.

Als ik terugkeer bij onze tafel komt de stoom me uit de oren. Onze mannen – die niets hiervan hebben meegekregen – hebben intussen croissants, koffie, thee en water meegenomen. M. heeft met wat servetten de ergste melkschade opgedept, maar gezamenlijk zinnen we nu op wraak.

Als we klaar zijn met eten, krijgen M. en ik tegelijkertijd het idee om dit keer eens níet alles keurig achter te laten. In plaats daarvan besluiten we eensgezind om er een zo groot mogelijke rotzooi van te maken. M. trekt alle suikerzakjes open en wrijft de inhoud uit over de hele tafel. Ik hou de borden ondersteboven en strooi zo alle kruimels over het tafelblad. Uit een ooghoek zie ik her en der mensen verwonderd kijken, maar dat boeit me nu eens niet. M. schudt de restjes koffie uit, terwijl ik mijn mok omkeer zodat de laatste slok thee niet in mijn keel, maar op de tafel terechtkomt. Als toetje gooien we nog het overgebleven water over de plakzooi en dan vertrekken we.

Als we op veilige afstand zijn, zeg ik tegen de anderen dat ik wil toekijken als onze poetser onze tafel moet gaan afruimen. Maar op hetzelfde moment bedenk ik nog iets veel beters: ik wil er stiekem foto’s van maken!

En zo kan het gebeuren dat ik me op een Italiaanse luchthaven verlaag tot paparazzi-achtig gedrag door, (hoe klassiek wil je het hebben?) verscholen achter een pilaar, foto’s te maken als dat vervelende kereltje onze speciaal voor hem achtergelaten presentjes opruimt.

Kinderachtig? Zeker.

Maar o, wat kan wraak zoet zijn.

© Pascale Bruinen

Zoete wraak

Als “paparazza” ben ik geen knip voor de neus waard, want ik heb hem alleen maar van achteren kunnen fotograferen. Maar daar is hij dan, onze Werknemer van de Maand (staand met wit hemd en zwart petje), terwijl hij onze tafel opruimt. Jammer dat ik zijn gezicht niet heb gezien toen hij ons afscheidscadeau ontdekte…

 

 

 

 

Make Over Mania

Het is onmiskenbaar: Koning Winter blaast geleidelijk de aftocht en maakt plaats voor Prinses Voorjaar.

Her en der mogen dan nog hoopjes sneeuw liggen, de lente komt er aan! Dit mooie seizoen in wording draagt de belofte in zich van steeds langere dagen, meer buiten leven en een frisgroen ontwakende natuur. Alles is nog nieuw. Nieuw leven als er lammetjes worden geboren, nieuwe blaadjes die uit hun tere knoppen springen, nieuw zonlicht dat door de grauwsluier van de voorbije maanden heen breekt.

Maar het is dadelijk ook de tijd om af te rekenen met even banale als vervelende zaken zoals: groene aanslag op je tuintegels, uitpuilende schuurtjes en stof, vuil en rotzooi in het algemeen. Juist ja, De Grote Schoonmaak. Op het moment dat de Lidl adverteert met motorpakken, de klok een uur vooruitgaat en op tv de wielerklassiekers beginnen, weet je dat je aan de bak moet.

Nu behoor ik zelf tot het neurotische type. Ik hang juist aan orde, netheid en regelmaat. Opruimen is mijn tweede natuur.

Maar de chaoten onder ons hebben er doorgaans meer moeite mee. Nou ja, ze zien er nog net niet als de Himalaya tegenop. Als ultieme smoes om niks te hoeven doen, poneren ze de stelling dat opruimen zinloos is. Het wordt immers toch in no time weer vies en rommelig. Met twee pubers in huis kan ik dit als ervaringsdeskundige wel beamen. Maar wonen in een huis dat er permanent uit ziet alsof er zojuist een bom is ontploft, is ook weer niet je dat. Overigens komt dit slappe excuus vaker uit de mond van mannen, die gemiddeld immers een hogere vuildrempel hebben dan vrouwen.

Maar er is ook een middencategorie. Dat zijn de Jekyll and Hyde-achtigen die qua opruimen een tweeslachtige persoonlijkheid hebben. Misschien ben jij wel zo iemand. Meestal slordig, maar soms ten prooi aan opruimwoede, vooral in het voorjaar? Yep! Ruim je meestal netjes op maar hou je een paar kamers gemakshalve altijd dicht omdat het daar één grote zwijnenstal is? Bingo!

Veel chaoten en een deel van de Jekyll and Hyde-achtigen lijden vaak aan “perfection paralysis“: ze raken in een lichte staat van paniek als ze zien wat er allemaal gedaan moet worden. Omdat ze nooit alles gedaan krijgen en zich overweldigd voelen, doen ze uiteindelijk helemaal niks.

Voor deze twee categorieën is er toch licht aan het einde van de tunnel. Als je niet wilt opruimen om een schone leefomgeving te krijgen, doe het dan voor het welzijn van je geest. Want wetenschappelijke inzichten claimen dat opruimen niet alleen leidt tot orde en rust in je huis, maar ook in je hoofd. Ik durf zelfs te beweren dat een opgeruimd huis leidt tot feel good momenten als je iedere keer vindt wat je zoekt, en snel ook. Als je zo méér tijd overhoudt voor de dingen die echt belangrijk zijn in het leven. Als je bijna alles wat je in huis hebt ook daadwerkelijk gebruíkt. Dat is namelijk niks minder dan een kick, met de bijbehorende adrenalinestoot. Ook is er weinig zo bevredigend als het gevoel dat je bekruipt als je met een ferme zwaai alle puinzooi in de container mikt. En omdat dit gevoel verslavend werkt, voorspel ik zelfs dat je het ook opgeruimd zult willen houden.

Uiteraard is ook over dit fenomeen een boek geschreven. Zo ontdekte ik na een korte zoektocht op internet “Zen and the Art of Housekeeping: The Path of Finding Meaning in your Cleaning“. De auteur, ene Lauren Cassel Brownell, gaat daarin zelfs nog een stapje verder als ze schrijft over de geestelijke weldaad van het huishouden doen: “I try to think of housekeeping as a short mental vacation. I let my mind freewheel like I do on a walk or a swim. I sometimes come up with solutions to problems I didn’t even know I had“.

Wie heeft ooit geweten dat dit mogelijk was? Terwijl je op je knieën de vloer van de badkamer schrobt, ben je in werkelijkheid op vakantie! Dé oplossing in tijden van economische crisis. En in plaats van naar die dure yoga- of meditatieles te gaan, kun je ook gewoon één voor één de lamellen van al je jaloezieën afstoffen. De afstompende repeterende bewegingen zullen je uiteindelijk in dezelfde staat van trance brengen. Helemaal gratis en voor niks!

Opruimen is het nieuwe mediteren. Niks Ashram in India, maar gewoon een Make Over Mania in je eigen huis. Niks “Eten, Bidden, Beminnen” maar “Stoffen, Dweilen, Ordenen”. Het is Zen, het is Yin-Yang, het is Sheng Fui.

Alleen Boeddha zelf kan jou nu nog tegenhouden.

© Pascale Bruinen

make over mania

Zie hier het boek. Nee, ik heb het zelf nog niet in de kast staan. Maar ik moet zeggen dat ik nu wel gruwelijk nieuwsgierig ben naar de rest van de eye-openers die hier ongetwijfeld in zullen staan.

Overigens is deze column een bewerking van mijn column “Make Over in Meerssen”, die   in mei 2012 is verschenen In INFO nr. 41 van Wonen Meerssen.

Handleiding Man met Hoge Vuildrempel

Inleiding

Deze handleiding is speciaal ontwikkeld voor vrouwen die samenwonen met mannen met een zogenaamde “`Hoge Vuildrempel”. Dat is een meestal structurele en soms zelfs permanente stoornis in de waarneming van rommel- en viesheidsrealiteit en behoort tot het spectrum van de As V stoornissen: de categorie van de Makkelijke Mannen Malligheden. Deze diagnose is relatief eenvoudig vast te stellen en moet gebeuren aan de hand van onderstaande checklist. Deze dient bij voorkeur te worden uitgevoerd door de reeds langere tijd inwonende echtgenote/partner.

Checklist diagnose Hoge Vuildrempel.

Deze checklist bestaat uit multiple choice vragen.

1 . Hoe vaak komt het voor dat je man/partner zijn sleutels niet kan vinden?

a. Nooit

b. Af en toe

c. Minstens vijf keer per week

d. Minstens vijf keer per dag

2. Welke zin hoor jij je man/partner tot vervelends toe uitspreken?

a. Waar is mijn…?

b. Hoe kan het dat ik …niet kan vinden?

c. Ik had het hier toch echt neergelegd!

d. Alle antwoorden van a tot en met c

3.  Als jij je man/partner weer eens ziet rommelen in de sokkenla dan denk jij meteen

a. Ach, wat lief, hij is eens voor mij aan het opruimen!

b. De wasmachine heeft weer eens de andere helft van het

sokkenpaar opgevreten

c. Laat dat!

d. Waarom ben ik met deze chaoot getrouwd/gaan

samenwonen?

4. Je hebt, voordat je vertrekt naar je loeidrukke en verantwoordelijke baan, heel duidelijke poetsinstructies achtergelaten voor manlief. Als je om 20.00 u bekaf thuiskomt tref je hem…

a. met de schrobborstel nog in zijn hand slapend aan op de net geboende vloer;

b. hulpeloos met de zuiger aan in precies dezelfde klerezooi als toen je vertrokken bent;

c. net op het moment dat hij voor de vorm nog snel een stofdoek ter hand wil gaan nemen;

d. onbekommerd met een pilsje aan op de bank in één doffe huishoudellende waarbij het lijkt alsof er een bom is ontploft;

5.  Welk antwoord hoor jij het vaakst als je zegt “wat is het hier één grote bende!”

a. “Oh.”

b. “Dat valt toch wel mee?”

c. “Ik wilde net hetzelfde zeggen!”

d. “Waar? Wat bedoel je?”, vergezeld van een blik zo blanco als de cheque voor Cruijff die Ajax en een Mexicaanse dwergvoetbalclub hem bieden om hen van de ondergang te redden.

6. Wat is de reactie van je man/partner als hij een pan met rode spaghettisaus op je prachtige witmarmeren vloer laat vallen?

a. “Ha ha, het lijkt hier wel “Nightmare on Elmstreet!”

b. “Ik heb je ook steeds gezegd die pan niet zo vol te doen”, waarbij hij een priemende wijsvinger jouw kant op steekt.

c. “Het is toch zeker niet op mijn call of duty spel terecht gekomen?”

d. Hij loopt er zonder iets te zien gewoon dwars doorheen.

Uitslag

Het meeste antwoord “d” = positief op Hoge Vuildrempel.

Ga met de grootst mogelijke spoed over op plan B.

Plan B

Behandeling van een Hoge Vuildrempel is moeilijk maar niet onmogelijk. Meestal zal een ambulante behandeling niet voldoende zijn, maar dient er een langdurige klinische opname aan te pas te komen. Deze kan gelukkig wel plaatsvinden binnen het eigen huis, waardoor betrokkene dagelijks geconfronteerd zal worden met de dramatische huishoudelijke gevolgen van zijn stoornis.

Daarnaast zal de behandeling bestaan uit groepssessies met medepatiënten, die gewoonlijk probleemloos binnen vijf minuten in de onmiddellijke nabijheid geronseld kunnen worden. Denk aan buren en bekenden. De enige voorwaarde is dat ze van het mannelijk geslacht zijn. Deze groepssessies vinden beurtelings plaats onder leiding van een vrouwelijk slachtoffer van de patiënt, die immers als ervaringsdeskundige bij uitstek geschikt is om de bijzondere problematiek te belichten.

Een groepssessie kan er als volgt uit zien:

Groepsleidster: “Welkom, allen, laten we eerst een voorstelrondje doen. Ik begin hier links van me. Vertel eens wie je bent en waarom je hier zit?”

Patiënt: “Ik ben John en…(zwijgt aarzelend)..en ik lijd aan een Hoge Vuildrempel”. Er klinkt een bemoedigend applaus vanuit de kring. Instemmend gemompel vult de doorzonkamer.

Groepsleidster: “Geweldig! Fijn dat je er bent John. Voel je de warmte van ons allemaal, van je medepatiënten? Ik in ieder geval wel!”

Patiënt: “Nou, warm heb ik het niet echt. Maar ik..euh..ik, ik…” (patiënt grijpt met beide handen zijn hoofd en lijkt de wanhoop nabij).

Groepsleidster: (buigt zich naar hem toe en houdt haar hoofd schuin en brengt zo les 7 – “Toon Empathie” – in praktijk en vraagt met fluweelzachte stem): “Ja? Zeg het maar John, we zitten hier voor jou, met jou, door jou”.

Patiënt (het huilen nabij): “Ik..ik heb…, ik heb het gedáán!”

Groepsleidster (kijkt nu ietwat benauwd en bladert gejaagd door het opengeslagen lesboek op schoot, koortsachtig op zoek naar les 13: “Wat te doen in crisissituatie?”) : “Hoe, hoe bedoel je, John?”

Patiënt (gooit ineens alle schroom van zich af, staat op en klopt zich als een volwaardige Bokito roffelend op de borst): “Ik heb gepoeoeoeoeoeoeoeoeoeoetst!!!”

Na een fractie van een seconde waarin je een speld kunt horen vallen, breekt erna de hel los. Patiënten vallen huilend in elkaars armen, John wordt op de schouders genomen, een staande ovatie breekt los, de groepsleidster breekt en valt dankend op haar knieën.

Conclusie

Dit is dus waar je het voor doet! Het kan dus wel. Het enige dat je daarvoor nodig hebt is liefdevolle volharding, een onuitputtelijke dosis geduld en de niet aflatende steun van medeslachtoffers. Waarbij het overigens zeker geen kwaad kan om sereen glimlachend alle vier zijn afstandsbedieningen te verstoppen.

Dat krijgt zelfs de A plus categorie in no time aan het werk.

© Pascale Bruinen

Zo, het hoge woord is er uit. Wie wil hier publiekelijk bekennen ook een Hoge Vuildrempel te hebben? En zijn daar eventueel ook vrouwen tussen? Want hoewel de column er natuurlijk niet over gaat, is het zeker ook iets dat (sporadisch?) voorkomt bij dames. Nou, wie durft? Of heb je soortgelijke ervaringen als op de foto en wil je je hart erover luchten? Doe het hier, dan heb je al een gratis groepssessie! Succes gegarandeerd!