Koeien

Ze zijn weg. Zomaar ineens. Verdwenen. Pleite. Foetsie.

Hoewel ik wist dat deze dag nu ieder moment kon aanbreken, ben ik er onaangenaam door verrast. De koeien zijn door de boer uit de wei gehaald en op stal gezet, waar ze de komende maanden tot mijn oneindig chagrijn zullen blijven. Ik mis ze nu al.

Gisteren stonden ze er nog. Niks zo ontstressend als naar die vreedzaam grazende herkauwers kijken. Zwart-wit gevlekte exemplaren of bont boerenbruin gekleurd. Zesentwintig stuks sterk bevolkten ze het sappige grasland.

Sinds het vroege voorjaar zocht ik ze geregeld op als ik naar buiten ging. Lekker even uitwaaien, mijn hoofd leegmaken of gewoon, samen met H., een gezellig ommetje maken. Ze waren er altijd, zij het dat ze soms in de ene en dan weer in de andere wei opdoken.

Steevast genoot ik van het geluid dat ze maakten als ze gretig het gras lostrokken en aan het kauwen sloegen. Van dichtbij bleken ze wondermooie grote ogen te hebben met van die jaloersmakend lange wimpers. En in welk humeur ik op dat moment ook was, dankzij de koeien verscheen er als vanzelf een glimlach om mijn lippen. Ze maakten me blij en sereen met hun aanwezigheid.

Ik heb ze ademloos gade geslagen toen ze, eindelijk bevrijd uit de donkere krochten van hun stal, vreugdedansjes maakten in het frisgroene lentegras. Nooit geweten dat deze toch wat log ogende dieren zo sierlijk konden bewegen. Ik werd er zelf acuut vrolijk van. En heb je de pech dit nooit live te hebben gezien, kijk dan naar het filmpje op www.youtube.com/watch?v=EFwar_GkK6QInstant geluksgevoelens gegarandeerd.

Wat later in het jaar heb ik ze bewonderd met hun aandoenlijke en nieuwsgierige kalfjes, waarbij de moeders mij waakzaam in het oog hielden als ik naar hun smaak iets te dicht bij het hek kwam.

Tijdens de zomerhitte kon ik langere tijd naar ze staren om te zien hoe ze alle 26 gezusterlijk in de schaduw van de lommerrijke bomen lagen, terwijl hun kaken eindeloos kauwden, hun oren zich af en toe spitsten en hun staarten op en neer zwiepten in niet aflatende pogingen om die hinderlijke vliegen te verjagen. Veel Nederlandser dan dit wordt het niet.

Tijdens een van mijn wandelingen zag ik dat er een touw over de weg was gespannen. De boer was druk in de weer om de koeien van de ene wei naar de andere wei te loodsen. En daar kwamen de dames, met twee à drie naast mekaar, in een nette rij de weg over gestoken. Het zag er idyllisch en landelijk uit. Het rook naar vroeger.

Ik knoopte een praatje aan met de boer, gestoken in de onvermijdelijke blauwe overall met rubber laarzen. En nee, voor hem geen kekke motiefjes erop maar gewoon de ouderwetse groene variant. Zijn gezicht en handen vertoonden de gebruinde en wat ruwe tekenen van het boerenbuitenleven.

Tijdens ons gesprekje vertelde hij me desgevraagd dat hij al zijn koeien “kende” omdat  ze allemaal een eigen karakter hebben. En dat ze best wel slim zijn. Nu had ik, kijkend naar hun gedrag, dat zelf ook al gedacht. Per slot van rekening zoeken ze niet voor niets beschutting tegen de elementen onder bomen of afdakjes.

Als ik over dit onderwerp rondstruin op internet stuit ik op een site van een dierenartspraktijk  (www.daphorst.com) die mij hierin bevestigt: “Gezonde en blije melkkoeien zijn nieuwsgierig, attent en lopen of rennen in de stal of in de wei. Er wordt meestal ook een behoorlijke tijd besteed aan “speel en onderzoek” gedrag. Hierdoor ontdekken deze gezonde koeien waar ze kunnen eten, drinken, worden gemolken en waar ze uit de stal of uit de wei kunnen! Daarbij zijn koeien slim om te onthouden waar ze worden “beloond of bestraft” voor een bepaald gedrag of activiteit: je kan ze dus bijzonder snel iets aanleren.”

Zo. Zijn we hopelijk voor eens en voor altijd van dit vooroordeel over onze viervoeters verlost.

Maar als ik een ander koeiengerelateerd bericht lees, slaat me de schrik om het hart. Ene Jan van Weperen, melkveehouder, beweert in een artikel van het Financiële Dagblad dat in 2020 maar liefst 80% van de Nederlandse koeien niet meer buiten zal komen. Om daaraan toe te voegen: “Daar moet je niet moeilijk over doen.”

Niet moeilijk over doen? Dit is ronduit verschrikkelijk! Als je aan koeien komt, kom je aan mij. Met wild kloppend hart lees ik verder: “De boer moet steeds groter worden om zijn of haar inkomen op peil te houden. En hoe groter de bedrijven, hoe moeilijker het wordt koeien buiten te laten grazen. De afstand tot de melkmachine wordt te groot. Bovendien wordt het een baggerzooi als je zoveel koeien naar buiten stuurt. (…). Daar heb je een half jaar schade van. (…). Ook door mestregels is het aantrekkelijker om koeien binnen te houden.”

Ik kan en wil me dit scenario niet voorstellen.

Daarom bij deze hulde voor FrieslandCampina die het buiten grazen van onze koeien, die een kenmerkend deel uitmaken van “het Nederlandse cultuurlandschap”, wil proberen te behouden door middel van een “weidegangtoeslag” van 0,50 euro per 100 kg melk. Om deze toeslag te ontvangen, moet een melkveehouder zijn koeien gedurende minimaal 120 dagen per jaar, ten minste zes uur per dag in de wei laten grazen. 

Misschien is er dus nog hoop. Want in een ander artikel zegt het Centrum voor Landbouw en Milieu dat uit onderzoek blijkt dat 22% van de huidige opstallers voor één cent de kg vergoeding de koeien weer buiten laat. Ik had het kunnen weten. “It’s all about the money”.

Laten we daarom als goed voornemen voor 2014 vaker weidemelk Van FrieslandCampina kopen voor die halve cent extra per liter. Want voor onze prachtige herkauwers is het vijf voor twaalf.

En dat is een waarheid als een…

Juist ja.

© Pascale Bruinen

Kies Voor Koeien

Kies Voor Koeien2

Laat ze niet in de steek! Steun de Stichting Weidegang zodat dit mooie exemplaar en al haar medegrazers lekker buiten mogen blijven!

Het Laatste Blad

Ik heb de laatste weken steeds minder energie. Dat heb ik altijd in deze tijd van het jaar. Zodra het vocht in de lucht komt, de spinnen hun webben maken en de temperatuur verder omlaag gaat, moet ik mijn reserves aanspreken.

En ik ben hier bepaald niet de enige. Links en rechts van me, boven en onder mij, zie ik hetzelfde beeld.

Ik voel gewoon dat mijn frisgroene kleur valer wordt. Ik heb ook steeds meer dorst maar Grote Vertakte Stam verrekt het om nog de kraan open te draaien. Het is hem gewoonweg te koud. Hij moet ook aan zijn toekomst denken, zo zei hij me laatst. “Het is jullie of ik”, durfde hij me zelfs toe te bijten. Hij neemt werkelijk geen blad voor de mond.

Geen stijl, vind ik persoonlijk. Ik bedoel, ik heb hem toch maar al die afgelopen maanden verfraaid met mijn prachtige uiterlijk. Toen ik pas in de knop zat, was ik wel van harte welkom. Ja, ja, het is overal hetzelfde. Ook Grote Vertakte Stam heeft het liefst een jong blaadje. Bah. Het is niet eerlijk.

Ondertussen droog ik iedere dag een beetje meer uit. En ik heb nog zo geprobeerd om bij Grote Vertakte Stam in een goed blaadje te komen in de hoop dat hij wellicht voor mij een uitzondering zou willen maken. Maar niks heeft geholpen. Dus ben ik nu ook langzaam van kleur aan het verschieten. Dezer dagen erger ik me letterlijk groen en geel aan mijn gastheer.

Hetzelfde geldt trouwens voor mijn buren. Sommigen willen niet langer wachten op het moment dat Grote Vertakte Stam ze definitief afstoot na bewezen diensten. Die springen zelf al naar beneden. En dat ís me een duizelingwekkende hoogte. Tja, ergens snap ik het ook wel. Ondank is ’s werelds loon.

Dit is typisch zo’n moment om terug te kijken. Oh, wat heb ik lang moeten wachten voordat ik me kon ontvouwen na die barre, eindeloze winter. Pas ergens in april heb ik me stukje bij beetje uitgerold. Eindelijk kon ik mij helemaal ontvouwen in al mijn bladerige schoonheid. Mijn lichtgroene kleur was zo fel dat hij die vreemde wezens op twee poten pijn moet hebben gedaan aan de ogen. Maar prachtig dat ik was! Ik zat strak in mijn nerven en blonk dat het een lieve lust was.

Ik koesterde me in de stralen van die grote gele bol, die me levenslust en energie gaf. Grote Vertakte Stam liet zijn sappen rijkelijk stromen, waardoor ik op mijn mooist werd.

Het waren fantastische maanden. Het was zo heerlijk en gezellig om samen met alle anderen te ruisen en ritselen als een zacht briesje langs ons heen trok. Af en toe werd het in de zomer wel wat erg warm, maar ik kon het dankzij mijn hoge vochtgehalte en gebruikmaking van de schaduw verschaft door mijn collega’s gemakkelijk aan. Alleen die vogels, hè? Ik ben de tel kwijt hoe vaak zo’n domme duif of brutale ekster op me gescheten heeft. Gatverdegatver. Dan was het elke keer weer ongeduldig wachten totdat een mals zomerbuitje mij weer lekker schoon spoelde.

En dan die herfststormen! Vooral die ene, van laatst. Jeetje, ik ben niet gauw windziek maar dit keer scheelde het niet veel. Ik hing ook al niet meer helemaal vast aan Grote Vertakte Stam, dus het was werkelijk levensgevaarlijk. Ik heb me wat op en neer gebungeld, tjonge jonge. Maar ook dit heb ik doorstaan. Al heeft die orkaan ons wel uitgedund. Op een gegeven moment hing er nog maar één lotgenoot – bepaald geen onbeschreven blad – een tak of zeven verderop.

Inmiddels ben ik de allerlaatste. Zo is het echt niet meer leuk. Iedere windvlaag kan mijn laatste zijn. Mijn gele kleur is nu doorspekt met bruine vlekken. Ik hang allang niet meer op kracht, maar puur op karakter.

Whoezzz. Ik voel dat de lucht zich rondom mij verplaatst. De wind speelt met me, rukt aan me. Oh, oh! Mijn steel laat Grote Vertakte Stam nu echt los. Het volgende moment voel ik dat ik val.

Daar ga ik. Het is minder erg dan ik dacht. Het lijkt wel of onzichtbare handen mij voorzichtig doorgeven en langzaam naar beneden wiegen. Ik zweef zachtjes tussen takken door die ik nooit eerder heb gezien. Nu dwarrel ik lieflijk langs de stam, die ik nooit eerder van zo nabij heb kunnen bekijken. Ik draai een paar keer als in een vertraagde opname rondom mijn as en kom wentelend steeds dichter bij de grond.

Oeps, ik ben geland. Veilig en wel lig ik op de stenen die ik van bovenaf zo vaak heb bekeken. Ik kijk eens omhoog. Wow! Grote Vertakte Stam ziet er indrukwekkend uit, met zijn vele – nu kale – armen zo ten hemel gespreid.

En terwijl de wind me opneemt en meevoert, ben ik trots dat ik een onmisbaar deel van hem ben geweest.

© Pascale Bruinen

Het Laatste Blad

Zie je me hangen, daar links? Ik ben echt op dat moment nog de enige.

Het Laatste Blad2 En hier zie je me van dichtbij.

Smoesjes. smoesjes, smoesjes

Op zoek naar een origineel Sinterklaascadeau? Schaf de smoesjes App voor iPhone of iPad aan! Ben je altijd verzekerd van een grijns van oor tot oor als het papier van het pakje wordt gescheurd.

Belt die draak van een schoonmoeder met de vraag of je even boodschappen voor haar wilt gaan doen? Geen nood want de smoesjes app biedt uitkomst en veinst dat je midden in een drukke verbouwing zit. Heb je een werkafspraak maar ook een kater en verkies je dus om lekker met je kop onder de dekens te blijven liggen? Blijf zen, zeg dat je met spoed naar je zieke zus in Australië moet en laat de app gewoon wat vliegveldgeluiden faken. Zo geen zin in die stomvervelende klassenreünie met al die losers waar je al veel te lang tegenaan hebt moeten kijken? No problemo, zeg dat je op je hond moet passen die overspannen is en druk op het knopje “blaffen”.

Tien soudeffects en zestien achtergrondgeluiden moeten liegen en bedriegen op een hoger plan tillen. Je kunt doen alsof je op een snelweg of NS-station bent. Maar het is wel gedoe want tegelijk geluiden afspelen en bellen is helaas niet mogelijk. Dus je hebt altijd een partner in crime of een iPad nodig die de geluidjes laat afspelen terwijl jij via je telefoon jouw web of lies uitstort over je niets vermoedende gesprekspartner.

Een rondgang op internet leert dat het zoekwoord “smoesjes” heel wat moois oplevert. Zo is er een site van Monsterboard (onder het kopje “carrière-advies!) die zeven geloofwaardige smoesjes op rij zet om te laat te komen op je werk. Tussen de overbekende “stond in de file” en “trein heeft vertraging” staat  op nummer 3 een originele: ‘M’n auto is vastgezet’. Oftewel “die vervelende buurman waar je al weken over klaagt (heeft) zijn wagen achter die van jou (gezet). Jij kon dus nergens heen en hij was niet thuis.” De mensen van Monsterboard geven nog een tip: “Hoe meer je in je eigen verhaal gelooft, hoe beter anderen het oppakken.” Jammer is alleen dat deze smoes niet erg hoog scoort qua geloofwaardigheid, namelijk 7/10.

Nee, dan nummer 6! De smoes die 9 van de 10 keer wordt geloofd, is even simpel als succesvol. Het enige dat je hoeft te doen, is zeggen: “Ik heb kinderen” (al is het een prettige bijkomstigheid als die bewering in ieder geval echt waar is).

Kinderen doen immers, aldus Monsterboard, “de raarste dingen. Worden ziek op het moment dat het niet uitkomt, raken hun schoenen kwijt of smeren het ontbijt in hun haren.” Hun advies? “Begin je telefoongesprek met ‘Jeroen en Lisa hebben vanochtend…’ Waarschijnlijk hoef je die zin niet eens af te maken. Vooral niet als je baas zelf kinderen heeft.” De site rekent voor dat je hiermee minstens een half uur vertraging kunt afdekken. En voegt daaraan toe: “Misschien meer als je vertelt dat je kleine engeltjes je auto- en huissleutels door een putdeksel hebben laten vallen.” Inspirerend!

Verder dwalend stuit ik op Toffe Smoesjes On Twitter, 1001 Smoesjes om je taak later in te leveren (Facebook), Spiektips en Smoesjes van forum.scholieren.com (“spiektip voor onze brilsmurven: je moet je spiekbriefje aan de binnenkant van een van je brilglazen plakken. Als iemand ernaar vraagt zeg je gewoon dat je een lui oog hebt!”). Goh.

Op “Ze.nl” vinden vrouwen broodnodige adviezen om te ontsnappen uit een helse date (helaas maar vijf manieren), excuses om onder die afschuwelijk basic kampeervakantie uit te komen en de beste smoesjes om niet te hoeven diëten.

Heel herkenbaar is de afdeling “Dit bedoelen we echt te zeggen!”. Word je door een niet zo goddelijke man gevraagd om met hem uit te gaan, zeg je wijselijk: “Sorry, ik ben vrijdagavond bezet!”. Vertaling: “Ik stalk liever die hunk op Facebook met wie ik wel graag een afspraakje wil”. Of deze: “Ik heb net pas je sms-je gekregen!”. Betekent: “Ik kreeg hem al drie uur geleden maar had geen zin om te antwoorden”. En een hele mooie: “Ik beloof je dat ik je niet zal taggen!” Is ander Nederlands voor: “Dit wordt mijn nieuwe profielfoto”.

Smoesjes. Ze zijn van alle tijden.

Oh, ik zie nu dat ik zo moet stoppen met het schrijven van deze column want de batterij van mijn muis is zo goed als leeg.

Smoesje? Niks smo

© Pascale Bruinen

smoesjesapp

smoesjes2

Zelf ook wel eens schaamteloos een of andere rotsmoes bedacht en gebruikt? Biecht het hier dan op!

Gans Alleen

Ik hoor ze lang voordat ik ze zie. Ze kondigen hun komst aan met luide en opgewonden “Gák Gák Gák” geluiden, waarbij je de “g” moet uitspreken als die in Lady Gaga.

Het zijn ganzen die in een prachtige V-formatie overvliegen. Meestal niet vanuit ons land op weg naar het warme zuiden, zoals een hardnekkig misverstand luidt. Een rondgang op internet leert dat ze juist vanuit het noorden hierheen komen. Ganzen vinden ons landje wel cool, met al dat water en die weilanden waar ze kunnen grazen. Jawel, grazen. Want net als koeien houden ganzen van gras.

Door zo vlak bij elkaar te vliegen profiteren ze van de opstijgende wervelingen. Met dank aan de vleugelslagen van de gevederde voorganger. Dat bespaart hen de helft van de noodzakelijke energie tijdens het vliegen. Misschien iets voor Ryanair? Moeten ze met een stel van die Airbus A320’s in een V-vorm door Europa vliegen, eens kijken wat dat scheelt in het brandstofverbruik. Ben je ook meteen af van dat te-krap-tanken-probleem.

In de achterhoede van de V zie ik dat sommige ganzen van positie wisselen. Zo worden de  krachtsinspanningen over de hele groep verdeeld. Ook dat is hartstikke slim. Zo dom zijn die gansjes dus toch niet.

Ik kantel mijn hoofd steeds verder achterover om de ganzen zo lang mogelijk te kunnen volgen. Het zijn er tientallen. Nadat ik een grote hoofdletter V heb zien overvliegen, zie ik daarna nog een kleine letter v van een stuk of 12 erachteraan gaan. Laatkomers, zo vermoed ik. Niks menselijks is de gans vreemd.

Deze trekvogels zijn ook mondig. Want tijdens het vliegen, zo lees ik later op Wikipedia, praten de ganzen met elkaar. “De achterste ganzen moedigen de voorste aan om op snelheid te blijven”. Wow. Prompt zie ik een beeld waarbij een stel ganzen, uitgedost in piepkleine oranjekleurige outfits, al kakelend recht boven Thialf vliegen. Misschien dat dan niet alleen de voorste ganzen, maar ook Sven Kramer dan nog harder dan normaal gaan.

Gefascineerd lees ik verder. “Een gans kan snelheden tot maximaal 46 kilometer per uur halen.” Dat is wel even iets heel anders dan “in ganzenpas lopen”. Want volgens de Dikke Van Dale is dit een “militaire pas waarbij het been hoog gestrekt wordt en de voet vervolgens met kracht wordt neergezet”. Tja, dat zie ik deze ganzen nog niet zo 1-2-3 doen, moet ik je eerlijk zeggen.

Hun aanblik levert me dubbele gevoelens op. Enerzijds biedt het me troost te zien dat sommige dingen nooit veranderen in onze turbulente wereld. Ondanks de gedoogsteun van D’66 aan het kabinet, tientallen ex-politici die wachtgeld incasseren (al dan niet met een vrijwilligersbaan in Barcelona) en de diplomatieke rel tussen Nederland en Rusland vliegen de ganzen nog steeds gewoon in V-vorm.

Anderzijds geeft het me ook een onbestemd gevoel. Komen ze nu aan vanuit het hoge noorden om hier de winter met ons door te brengen of verlaten ze ons toch nog? Misschien willen ze niet wachten op een eventuele zwarte pietloze Sinterklaas, horror-winter of een weer te elfder ure afgelaste Elfstedentocht. En geef ze eens ongelijk. Nee. Ze laten ons er maar mooi alleen mee zitten, denk ik. Als de spreekwoordelijke ratten die het zinkende schip verlaten.

Als ook de laatste trekvogel uit mijn blikveld is verdwenen, moet ik even zuchten.

Even voel ik me alleen.

Gans alleen.

© Pascale Bruinen

Gans Alleen

Watskeburt?

Met het bereiken van respectievelijk de achttien plus en negentieneneenhalf-jarige leeftijd zijn mijn kids, in ieder geval toch officieel, eindelijk gearriveerd bij de jaren des verstands. Althans, dat hoop ik.

In hun pubertijd die – nipt – achter me ligt, waren ze altijd zo met zich zelf bezig dat het vaker leek alsof ik een hotel runde in plaats van een gezin. Wel ultra platinum all-inclusive, natuurlijk. Dus met drie voedzame maaltijden per dag, schier ongelimiteerde snacks en allerhande activiteiten (gratis wifi!!!) bij de prijs inbegrepen.

De pubergast kwam doorgaans alleen naar beneden als hij of zij gelaafd en gespijsd wenste te worden, maar daarbuiten liep ik – soms letterlijk – tegen een gesloten kamerdeur aan.

Nu had ik wel altijd gedacht dat ze me zeker te hulp zouden schieten als er een keertje iets vervelends in huis met me zou gebeuren. Zoals laatst.

Ik ben me boven aan het haasten om op tijd op een afspraak te komen. Ik probeer mijn horloge om te doen terwijl ik met twee treden tegelijk de trap af wil rennen. Nou kan ik inderdaad vaak twee of soms wel drie dingen tegelijkertijd doen, maar dit huzarenstukje lukt me niet. Want ik struikel prompt over mijn eigen voeten, zodat ik met een daverend “boem-boem-boem” vanaf ongeveer halverwege de resterende traptreden af dónder in plaats van loop.

Ik maak een flinke smak maar heb gelukkig niks gebroken of anderszins beschadigd. Wel ben ik me kapot geschrokken en sta ik onder in de hal nog wat onwennig na te trillen.

Verwachtingsvol bedenk ik wie van beiden, mijn zoon of dochter die gelukkig allebei thuis zijn, nu ieder moment gek van bezorgdheid to the rescue komt. Maar al wat ik zie, er komt geen nageslacht met gezwinde spoed naar beneden.

Vanaf een afstandje hoor ik mijn dochter iets vaags roepen dat klinkt als “Watskeburt?” Oh niks, hoor, ik heb alleen zojuist bijna mijn nek gebroken. Maar ga gerust verder met je haren in model te brengen.

Als ik uiteindelijk met nauwelijks verholen sarcasme bozig terugroep dat ik alleen maar van de trap ben gevallen, valt er even een hoopvolle stilte. Ik ga er van uit dat ze na deze schokkende mededeling haar deur opengooit en naar beneden snelt, vol als ze is van liefdevolle ongerustheid. Maar even later hoor ik enkel een vrolijk: “Oké!”. Ja, jij ook bedankt.

Van mijn zoon hoef ik ook al niks te verwachten. Die is zo druk en luidruchtig bezig met het maken van het ultieme muzieknummer dat hij helemaal niks kán hebben gehoord van mijn  potentieel fatale valpartij, al zou hij het willen.

Ik zou úren gewond onderaan de trap hebben kunnen liggen.

Of in ieder geval toch tot het moment dat mijn hotelgasten tevergeefs zouden hebben gebeld voor roomservice.

© Pascale Bruinen

watskeburt

Ook zo’n pubers in huis (gehad)? Deel dan hier je lief en/of leed!