Diva’s in de Dop

“Ik heb een supergoed idee!”, roept dochterlief opeens triomfantelijk uit. Ik zit op dat moment rustig in de woonkamer te lezen en schrik me kapot bij deze plotselinge doorbreking van de zalige stilte.

Ik ben meteen op mijn hoede. Als zij een goed idee heeft, kost het mij altijd geld. Of minimaal meerdere taxiritten van en naar vriendin X ,Y of Z of de stad. Als ik zie dat ze zelfs haar heilige Blackberry heeft neergelegd, word ik ronduit achterdochtig. Met dat ding is ze zo’n beetje als een Siamees vergroeid.

“En wat mag dat supergoede idee dan wel niet zijn?”, vraag ik. De voorzichtigheid druipt er van af.

“Jij hebt straks toch afgesproken met de moeder van G? Om samen koffie te gaan drinken? Nou, als jullie in plaats daarvan nou eens met G. en mij zouden gaan shoppen?”, stelt ze poeslief voor. G. is haar goede vriendin. Ze kijkt me daarbij overdreven indringend aan, haar hoofd een tikje schuin. Ik ken die blik maar al te goed. Die hoort bij het ingezette charme-offensief. “Dan kunnen jullie tóch koffie gaan drinken, alleen nóg gezelliger!”, maakt ze het af.

Tegen zoveel logica kan ik niet op en na een kort telefonisch overleg met J., de moeder van G., is alles geregeld. Een uurtje later zitten we met zijn vieren in de auto: twee giechelende, non-stop kletsende en what’s appende puberdochters op de achterbank en wij, de twee softies, voorin.

We gaan op weg naar een mega winkelcentrum waar er in ieder geval één winkel is die (vrouwelijke) pubers doet watertanden: heel groot, erg goedkoop en propvol lelijke en iets minder lelijke kleren, schoenen en prullaria die ze helemaal niet nodig hebben. En juist dáár moeten we kennelijk met spoed naar binnen, getuige het feit dat de twee dames – die zich normaliter tergend langzaam voortbewegen – nu ineens voor ons uit snellen.

Ze zien er allebei hetzelfde uit: donkere jegging, mooi topje met kek jasje erover, ballerina’s en een enorme handtas die ze elegant over hun gebogen arm laten bengelen. En niet te vergeten het ultieme mode-accessoire: de Blackberry, inclusief bling bling hoesje en daarom dus volop on display. Diva’s in de dop.

Ik wil net een opmerking maken tegen J. over hoezeer ze op elkaar lijken, als de dames vanaf een afstandje in koor naar ons roepen dat wij “net zusters zijn”. J. en ik kijken elkaar aan en schieten in de lach. Want inderdaad, ook wij lijken verdacht veel op elkaar met onze donkere jeans met nauwe pijpen, witte blouse en …ballerina’s.

Even later moeten we er aan geloven en betreden we het aardse puberparadijs. Binnen is het nog redelijk rustig maar dat zal niet lang meer duren. Zelden zo veel kleding zo dicht op elkaar gezien. De H&M is er niks tegen. Overal staan, liggen en hangen t-shirts, topjes, jeans, jasjes, truien en wat dies meer zij. In alle kleuren, prints en maten. Het duizelt me voor de ogen.

De dames zijn in no time nergens meer te bekennen. Wel horen we ze nog af en toe verrukte kreetjes uitstoten bij het een of andere rek. J. en ik lopen systematisch de rijen langs, snel scannend of er iets tussen hangt dat voor ons de moeite waard is. De meeste spullen zou ik nog niet voor niks willen. Ik ben benieuwd waar onze dochters zo meteen mee komen aanzetten.

Lang hoef ik daarop niet te wachten want als bij toverslag staan ze voor ons, ieder met een oversized winkeltas die nog het meest lijkt op een groot visnet. En dat zit overvol. In de gauwigheid zie ik dat mijn dochter een goudkleurige bikini, een kaftan, twee paar slippers, een zonnebril, een spijkerbroek die zo smal is dat het lijkt alsof die maar uit één pijp bestaat, twee precies dezelfde zwarte leggings, een topje, zeker drie t-shirts, twee shorts, een colbertje, een pyama, een badjas en een massa lange kettingen heeft binnen gehengeld.

Ik ben met stomheid geslagen want ze is nog geen kwartier weggeweest. Bovendien heeft ze me bezworen dat ze maximaal 50 euro zou uitgeven. Ja, dank je de koekoek, méér heeft ze ook niet op haar rekening staan. En nou is het hier weliswaar niet duur, maar deze hele oogst bij elkaar gaat ver over dit bedrag heen.

Bij een nadere inspectie zie ik tot mijn verbazing en hun hilariteit dat de verzamelde spullen in hun twee visnetten nagenoeg identiek zijn. En dan maar klagen over hoe individualistisch de jeugd is.

Inmiddels is het veel later én drukker geworden, maar het fijnste van deze shopping expeditie moet dan nog komen. De dames moeten nog effe gaan passen. Dat lijkt mij nu hét moment om lekker met J. te gaan koffieleuten, maar helaas. De dames hebben meer dan het toegestane aantal stuks dus moeten J. en ik verplicht in de ellenlange rij aanschuiven, bedolven onder minuscule leggings en topjes. Die cappuccino zal nog even moeten wachten.

Het pascircus kan beginnen. J. en ik doen de ren-je-rot-show van en naar de paskamers om uiteindelijk bijna alles om te ruilen voor toch maar een maatje meer of nog minder. Waarna alsnog zeker de helft door de dametjes wordt afgekeurd.

Op naar de kassa dan, waar wij respectievelijk nummer 15 en 16 zijn van de menselijke slang die zich naar het betaalpunt kronkelt. Onderweg is dochterlief nog hard aan het hoofdrekenen, maar hoe ze ook optelt, het komt altijd ruim boven de 50 euro uit. Met iedere stap richting kassa gooit ze weer iets anders uit haar visnet. Hup, daar gaan de kettingen (“ik vind ze eigenlijk iets té”), de badjas (“doe ik toch nooit aan”), de pyama (“veel te kinderachtig”), de goudkleurige bikini (“je hebt gelijk, mam, die was wat aan de kleine kant”), de kaftan (“is niks zonder die bikini”), een t-shirt (“dat rood staat me afschuwelijk”) en een paar slippers (“G. vindt ze ook niks”).

Per saldo zijn we ongeveer tweeëneenhalf uur binnen geweest, heeft zij inderdaad precies 50 euro uitgegeven (waarbij ik gemakshalve die 19,50 euro niet meetel die zij te kort kwam en ik toch maar heb meegesponsord) en hebben J. en ik nog steeds geen druppel koffie gehad.

Op de terugweg is het stil achterin. De divaatjes zijn uitgeshopt, uitgekletst en uitgewhat’s apped. Ze zijn moe maar voldaan. De buit is binnen.

Wij daarentegen zijn alleen maar moe. Moegesjokt, moegesjouwd en moegesjeesd.

Cappuccino? Doe mij maar een dubbele espresso.

© Pascale Bruinen

En, hebben jullie ook zo’n divaatje thuis? Deel jouw verhaal hier met anderen!

Shopping 2.0

Mijn zus ademt scherp in en slaakt een kreet. Hoofden draaien gealarmeerd in haar richting. Mensen stoppen abrupt hun bezigheden. “Oooohhhhh”, gilt ze, niet gehinderd door starende blikken en openvallende monden, “moet je dít zien!”. Ze rukt het kledingstuk zo wild uit het rek dat de hangers door de lucht vliegen. Met een ruk draai ik me om. Over de hoofden van het winkelend publiek ontwaar ik De Perfecte Blouse.

Ik stoot een geluid uit. Als van een vogel die op een lokroep van een soortgenoot reageert. Begeerte? Instinct? Ik kan me nog net beheersen om niet iedereen die tussen mij en De Perfecte Blouse komt, aan de kant te duwen. Ik baan me verrukt en met versnelde pas een weg door de mensenmassa.

“Aahh, wat scháttig, precies de goede kleur. Is het wel mijn maat?” Koortsachtig gaan we nu allebei tegelijk door de rekken heen. Kling-klang-klabaatsj doen de hangers tegen de stang als ze op niet bepaald zachtzinnige wijze door ons tweeën uit elkaar gerukt worden om het label beter te kunnen zien.

Welkom bij shopping 2.0. Wie ons gezamenlijk in actie ziet in een kleding- of schoenenzaak zal geneigd zijn om spoorslags 112 te bellen. Of te denken dat we rijp zijn om afgevoerd te worden in een dwangbuis. Wij zouden het voor elkaar krijgen om zelfs op het moment dat we in een dwangbuis de ambulance in zouden worden geschoven nog luidkeels te klagen over de lelijke harde stof en nikszeggende kleur van het tuigje.

Zelfs toepassing van de roemruchte Zweedse band zou bij ons niet helpen, vrees ik. Mijn zus kan, net als ik, nogal druk en enthousiast worden bij het aanschouwen van zoveel mode-moois. Een combinatie van ons tweeën versterkt deze karaktertrekken tot in het kwadraat. Bij het zien van de ultieme laarzen of dat kekke jurkje gaan we dan ook gedrag vertonen dat nog het meest overeenkomt met een ritalinloze ADHD-er on speed. En net als bij de schaal van Richter is de reactie op ieder volgend übercool kledingstuk exponentieel heviger.

Bij onze shoppingtrips ontzien we niks en niemand. Ook onszelf niet. Tijdens de queeste naar the holy must have item van het seizoen razen we als tornado’s van H&M naar Zara, van Esprit naar Mexx, van V&D naar Bijenkorf.

Je zou het misschien niet zeggen maar we weten wel degelijk precies wat we willen. Met de ogen van een getrainde havik scannen we in no time alle rekken. De kledingstukken worden vakkundig ontleed. Juiste kleur? Goede maat? Redelijke prijs? Correcte pasvorm? Bij vier keer ja spoeden we ons naar de dichtstbijzijnde kassa.

Een enkele keer stellen we ons, met de creditcard al in de hand, de retorische vraag of we het eigenlijk wel nodig hebben. Per slot van rekening moeten we soms de schijn van enige schuldbewustheid ophouden. Gelukkig hoeft die vraag uit de aard van het beestje niet beantwoord te worden. Bovendien is het crisis en moet het geld dus net rollen, houden we ons voor. Dat is beter voor iedereen. Niet in de laatste plaats voor onszelf. En dus halen we onze plastic fantastic met een gelukzalige glimlach geroutineerd door de gleuf.

Money makes the world go round.

Toch?

© Pascale Bruinen

Ben reuze benieuwd naar jullie “shop till you drop” avonturen….


Jaloers

“Waarom moet jij zo lang met je zus de stad in om te shoppen?” vraagt mijn dochter nogal kribbig.  Eén blik op haar gezicht en het is me duidelijk. Ze is jaloers. Jalóérs. Op mij. Haar moeder. Omdat ik op mijn vrije dag ook eens een paar uurtjes de stad in ga.

En dat terwijl zij het juist is die een luizenleventje heeft vol met plezierige dingen. Die als het even kan zelf iedere gelegenheid te baat neemt om de stad in te gaan met haar vriendinnen. Zoveel lesuitval heeft dat ze tussen de vrije uren door ook nog even naar school moet. Die nu eens een schoolreisje en dan weer een museumbezoek op het programma heeft staan. En om de haverklap vakantie heeft, in de zomer zelfs ein-de-loos lang.

Zij ook die nog nergens verantwoordelijkheid voor hoeft te dragen, geen zorgen heeft over hypotheekrente-aftrek, eigen bijdrages voor ziektekosten of de hoogte van het pensioen om maar wat dwarsstraten te noemen. Niks van dat al.

Achteraf vallen de puzzelstukjes op hun plaats want ik realiseer me dat ze al vaker dit soort opmerkingen heeft gemaakt. Ze kan het kennelijk ergens gewoon niet uitstaan dat ik inmiddels – door schade en schande wijs geworden – niet meer altijd lijdzaam thuis op haar zit te wachten met thee en koekjes.

Dat is ook meteen het dubbele aan de situatie. Aan de ene kant zet zij zich, zoals het schijnt te horen, steeds meer tegen mij af. Ik bemoei me te veel met haar, zij mag ook nooit wat enzovoort. Ook vertrouwde gewoontes kennen in haar ogen plots geen genade meer omdat ze die, zoals ze zelf zegt, kinderachtig vindt. “Jij denkt dat ik nog steeds 10 ben”, kreeg ik te horen als ik inderdaad – zoals in de goede oude tijd – warme chocomel met een plakje cake aanbood bij thuiskomst. Of samen met haar kleren wou gaan uitzoeken.

Aan de andere kant: o wee als ik het niet meer doe. Dan zet ze evengoed haar stekeltjes op en wil ze ineens weer een beetje kind zijn. Het bekende “tussen tafellaken en servet” verhaal. Dan klaagt ze plots dat ik haar te weinig aandacht schenk en nooit wat met haar onderneem.

Tja, het is moeilijk zo niet onmogelijk om het goed te doen. Toon ik interesse en geef ik haar alle aandacht ben ik een bemoeizuchtige zeurpiet. Laat ik haar meer met rust en haar eigen ding doen, ben ik een ontaarde egotripper.

Gelukkig ben ik na heel wat oefening langzamerhand gevoelloos voor dit soort emotionele chantage.  Dat is maar goed ook want als rechtgeaarde egotripper heb ik mijn reputatie hoog te houden.

En bovendien houd ik niet alleen veel van mijn dochter maar ook van shoppen.

© Pascale Bruinen

Sound familiar? Hoewel al boekenkasten vol zijn geschreven over de vaak complexe moeder-dochter relatie kan daar altijd nog wel wat aan toegevoegd worden. Voel jij de neiging om je hart te luchten, laat dan hier een reactie achter.