“Zeg, ken ik u niet ergens van?”

Mijn vrij anonieme bestaan als officier van justitie eindigt abrupt nadat ik ben gefilmd voor het tv-programma De Volgende Zaak van SBS 6. Veronderstel ik eerst dat er toch bijna niemand naar kijkt, blijkt vervolgens dat het meteen achter het kijkcijferkanon van “Peter R. De Vries, misdaadverslaggever” is geprogrammeerd. Daar gaat mijn low profile.

Gelukkig ben ik telkens maar een paar seconden in beeld en niet eens van dichtbij. Maar ik heb de macht van televisie schromelijk onderschat. Want hele volksstammen hebben mij gezien én herkend. En dat zal ik weten ook.

Als ik in een kiosk nietsvermoedend een tijdschrift wil kopen, kijkt de man achter de kassa me ineens aandachtig aan. “Ken ik u niet ergens van?”, vraagt hij. Ik zeg dat ik denk van niet. Even later roept hij door de zaak: ”Hé, u was gister op tv! U bent officier van justitie!”. Ik ben verbijsterd, want ik heb nu nota bene mijn haren in een paardenstaart en niet los, zoals op televisie.

“Hmm”, mompel ik zo onopvallend mogelijk. De klanten die achter me in de rij staan, stappen opzij en gapen me aan. “Jahaa”, roept er eentje, “ze is het!” Nieuwsgierig kijken ze naar het gekochte tijdschrift dat de verkoper tergend langzaam oprolt. Ik wil zo snel mogelijk weg. “Ze leest Oprah Magazine!”, fluistert eentje triomfantelijk tegen de rest in de rij. Even weet ik hoe de harige bewoners van de Apenheul zich moeten voelen. Of een willekeurige BN-er.

Ik slaak daarom een zucht van verlichting als de serie uitzendingen is afgelopen. Alles weer terug naar normaal. Ware het niet dat ze de reeks in de slappe zomermaanden herhalen zodat ik wéér wekelijks met mijn snufferd op tv kom.

En ja hoor, ook de weken erna moet ik van de onwaarschijnlijkste mensen tot vervelens toe horen dat ik officier van justitie ben. Alsof ik dat nog niet wist. Zelfs een verre neef die ik sinds mijn kindertijd niet meer heb gezien, houdt me staande in de stad.

Maar net als ik die aandacht stiekem wel een beetje leuk begin te vinden, zijn ook de herhalingen voorbij. Dat waren ze dan.

Mijn fifteen minutes of fame.

© Pascale Bruinen

15-minutes-of-fame

Vrije dag

De race tegen de klok is begonnen. Het is mijn vrije dag.

Ik ben het prototype van een duizendpoot. Schijnbaar moeiteloos combineer ik de lange werkdagen en bijbehorende stress met de huishoudelijke, relationele en opvoedkundige beslommeringen.

Op de dagen dat ik zogenaamd vrij heb werk ik nog langer en harder dan op mijn reguliere werkdagen. En dat terwijl ik telkens van plan ben eens te relaxen en onder het genot van een kop thee een flink stuk te gaan lezen in dat mooie, dikke boek. Per slot van rekening heb ik vrij. Toch?

In werkelijkheid raas ik zo’n dag aan één stuk door. Wat ik dan zoal doe? Heb je even?

Om 6.30 uur opstaan, bed opmaken, wassen, kammen, make-uppen, aankleden, half uur hardlopen, krant uit brievenbus halen (geen tijd om te lezen), planten water geven, alle vuilnisbakken legen, afwasmachine leegruimen (verdorie, was die nu al weer schoon?), fornuis schoonboenen, eten, brood alvast uit diepvries leggen, rotzooi opruimen die ik her en der tegenkom, alles afstoffen, afsoppen en weer afdrogen, chloor in twee wc’s donderen, badkamer afsponzen, twee trappen en alle kamers stofzuigen (behalve die van de kids, die moeten ze zelf doen. Yeah right!), dweilen, rekeningen betalen, mails beantwoorden, sms-berichten terugsturen, papieren in juiste klappers stoppen, Oprah toch maar weer opnemen, even naar de supermarkt, spullen thuis weer uitladen, formulieren van schoolreisje invullen, Duitse grammatica doornemen met zoon, alvast beginnen met koken en tussendoor nog voor- en achtertuin schoffelen en aanvegen.

En dit alles prop ik vóór een uur of vijf ’s middags als mijn man thuiskomt. Niet omdat ik bang ben dat hij boos wordt omdat ik niet alles op tijd af zou hebben, welnee! Ik ben juist bang dat hij merkt dat ik wéér niks voor mezelf gedaan heb. Vandaar dat ik vlak voor 17.00 uur, als ik een paar minuten eerder (ja, met dat dikke boek!) op de bank ben geploft, uit alle macht de schijn probeer op te houden dat ik daar al úren heb doorgebracht. Helaas hoeft hij maar één onderzoekende blik op mijn uitgeputte gezicht te werpen om de naakte waarheid meteen te doorgronden. “Het is weer zover want je zit net, is het niet?” Het valt niet te ontkennen want ik kom bijna niet meer op.

Kun je je dan voorstellen dat ik werkelijk niet wist wat ik hoorde toen mijn dochter zich onlangs beklaagde over het corvee-regime. “Wij moeten de tafel dekken en afruimen en onze eigen kamers poetsen. En wat doe jíj dan eigenlijk nog?”

© Pascale Bruinen

Wie ervaart zijn (spaarzame) vrije dag(en) op dezelfde manier? Laat wat van je horen via een reactie op deze column!

Tv-polygamist

Ik biecht het meteen op. Ik heb een liefdesverhouding met verschillende televisieprogramma’s.

Echte trouwe liefde is er tussen mij en het acht uur journaal én Louis Theroux, nieuwsprogramma’s en onthullende documentaires. Ik ben opgegroeid in een gezin waar steevast naar alle actualiteitenprogramma’s werd gekeken. Achter het nieuws, Brandpunt, Hier & Nu, Tros Aktua. Als een spons absorbeerde ik alles van nieuws dat uit het magische kastje tot mij kwam, als ware het een soort van evangelie. Het is nooit meer over gegaan.

In vroeger tijden heb ik een kortdurende maar hevige kalverliefde voor de serie Floris. Of is het toch meer voor Rutger Hauer? Wat later heb ik flings  met Pippi Langkous, Black Beauty en het überspannende Q&Q.  De hand van die dooie die uit dat bladerdek omhoog steekt, heeft zich nog járen gemanifesteerd in menige nachtmerrie. Daarna komen LA Law en Ally Macbeal. Ik studeer rechten, vandaar. Vervolgens word ik verliefd ik op ER en Friends. Maar voor een polygame tv-kijker is dat natuurlijk geen probleem.

In een nieuwe periode vind ik het geluk bij Sex and the City, gevolgd door CSI. Eerst de oorspronkelijke Las Vegas-versie en daarna met name CSI Miami. De overduidelijke gele filter die gebruikt wordt voor al het camerawerk in laatstgenoemde serie maakt dat ieder shot altijd zonnig en gezellig uitziet, niettegenstaande de ene gruwelijke lijkvinding na de andere. Ik verheug me altijd het meest op het moment dat de sexy en immer in designkleding gestoken lijkschouwster ter plaatse komt en met open decolleté boven de onfortuinlijke dode hangt, onderwijl diens met bloed besmeurde haren teder strelend. Fantastisch! Veel verder van de werkelijkheid van het werk van de doorsnee patholoog-anatoom kun je immers niet komen. Het blijft smullen geblazen.

Ook voel ik me als een magneet aangetrokken tot de uitzending waarin de eerste zwarte president van de Verenigde Staten wordt beëdigd. Ik moet en zal er live getuige van zijn. Om er maar geen minuut van te hoeven missen, vertrek ik die dag zelfs eerder van het werk zodat ik de hele ceremonie kan zien. Zo word ik zelf ook een klein beetje deel van deze historische gebeurtenis.

Met de complete serie “Life” van de BBC is het liefde op het eerste gezicht.  Onwaarschijnlijk mooie beelden van dieren waarvan ik het bestaan niet eens vermoed. Ontzagwekkende natuur waardoor je je pijnlijk bewust wordt van je menselijke nietigheid. Het camerawerk in slow motion is van ongeëvenaarde schoonheid. Puur genot. Al is het wel jammer dat de waardige opvolger, Frozen Earth, dit idyllische plaatje van ongerepte natuur een ietsie pietsie verstoord heeft. In plaats van beelden van de geboorte van twee ijsbeerjongen in barre omstandigheden op de Noordpool te filmen, hebben ze gemakshalve het filmpje van Ouwehands Dierenpark gebruikt en dit op slinkse en vernuftige wijze tussen de rest van de beelden gemonteerd.  Waarna mijn liefde toch wel enigszins bekoeld is omdat ik me nu telkens blijf afvragen hoe authentiek de rest nog wel is.

Maar ik kijk niet alleen dit soort politiek correcte programma’s. Niks menselijks is mij vreemd en het vlees is zwak, dus ik beken grif schuld aan een al jaren durende verslaving aan Desperate Housewives en Oprah. Nu laatstgenoemde is gestopt, is het afkicken geblazen met The Dr. Oz Show. En zeer recent ben ik gevallen voor 24 Kitchen en Panam. 

Kortom, mijn polygame tv-inborst kan zich blijven uitleven. Dus switch ik naar hartelust en zonder enige gêne tussen mijn diverse lovers, al naar gelang mijn humeur. Ze verrijken mijn leven. De een is een fantastische leermeester. De ander brengt gevaarlijke, mooie of verre oorden op comfortabele wijze binnen handbereik. Een derde entertaint en ontroert me of maakt me aan het lachen.

Ik hou onvoorwaardelijk van ze allemaal. En iedereen mag het weten.

© Pascale Bruinen

En wat zijn jouw favoriete programma’s op tv? Deel je beeldbuis/flatscreen geheimen met ons en reageer op deze column!