Van droom naar werkelijkheid

Een van de beste manieren om een droom te laten uitkomen, is deze zelf te voorspellen. Want zoals alles in onze zintuiglijke werkelijkheid begint ook de verwezenlijking van jouw droom met die allereerste stap: het hebben van een bewuste gedachte.

Stap 1: Het Heilige Vuur

Om dromen te laten manifesteren in tastbare vorm is het noodzakelijk dat jouw gedachte méér inhoudt dan een enkele wens. ‘Het lijkt me wel leuk om rijk te zijn’ is  onvoldoende. Je moet het heilige vuur hebben; een alles verterend verlangen dat diep uit jezelf komt, waarvan je ogen gaan sprankelen en waarin je je kunt verliezen zonder enige notie van tijd te hebben. Bij het knooppunt van talent en passie kom je in je flow, die staat van serene concentratie gecombineerd met blije opwinding. Als je dat ervaart, zit je goed.

Stap 2: Aandacht

De tweede stap is om zoveel mogelijk bewust aandacht te schenken aan jouw droom. Aandacht geeft namelijk energie aan je gedachten. Alles wat aandacht krijgt, groeit. Dat kun je doen door een (digitaal) moodboard te maken. Maar je kunt ook positieve affirmaties denken, uitspreken of opschrijven. Visualiseren helpt ook. Dit laatste is een beproefde methode voor topsporters, die een succesvolle race vooraf in hun hoofd ‘afspelen’. Ga in je verbeelding na hoe je droom er precies uitziet. Welke mensen zijn er? Wat maak je mee? Hoe meer mentale aandacht je hebt voor elk detail van jouw droom, hoe beter het is.

Stap 3: Ervaar de gevoelens

Je hebt het heilige vuur en je weet tot in detail hoe jouw dream come true eruit ziet. Nu komt het moeilijkste gedeelte: het oproepen van de bijbehorende positieve gevoelens. Om dit te bereiken zul je tot het uiterste moeten gaan met het in gedachten projecteren van jouw verwezenlijkte droom. Stel je bent echt die wereldberoemde popster, hoe voel je je dan? Dankbaar? Trots? Triomfantelijk? Om daadwerkelijke gevoelens in je lijf te ervaren bij iets dat nog ‘enkel’ in je hoofd zit, heb je een hele sterke focus nodig die zich niet laat afleiden. Gelukkig kun je die trainen, bijvoorbeeld door meditatie. Hoe natuurlijker jouw droom in je verbeelding voor jou aanvoelt, hoe sneller je droom zich doorgaans zal verwezenlijken.

Stap 4: Loslaten

Ook deze stap is niet zo gemakkelijk als hij lijkt. Natuurlijk bedoel ik hiermee niet dat je opeens onverschillig moet worden of dat je niets voor je droom hoeft te doen. Fysieke acties in de richting van je droom blijven ook belangrijk. Maar je moet je droom niet koste wat kost willen afdwingen. Dat werkt contraproductief. In plaats daarvan moet je loslaten in de zekerheid dat je droom uitkomt. Verwacht een positieve uitkomst.

Dat dit stappenplan echt werkt, heb ik zelf ervaren en beschreven in mijn boek ‘Het jaar van de uil’.

Toch slagen maar relatief weinig mensen erin om hun eigen realiteit (mede) te creëren. Dat komt omdat bij iedere stap mogelijke obstakels op de loer liggen. Niet weten wat je wilt, iets niet graag genoeg willen, iets willen dat niet echt uit jezelf komt, onvoldoende bewuste aandacht focussen, geen fysieke gevoelens kunnen oproepen, gaan twijfelen, er zelf niet onvoorwaardelijk in (blijven) geloven, tegengesteld gedrag vertonen, krampachtig vast blijven houden in plaats van los te laten; ieder van deze redenen kan het manifestatieproces al onderbreken, laat staan een combinatie hiervan. Zodoende loopt de realisatie van je droom minimaal (forse) vertraging op of gaat het zelfs helemaal niet (meer) lukken.

De enige realiteit is die van je eigen bewustzijn.

Aan jou nu dus de eer om dit stappenplan in praktijk te brengen.

© Pascale Bruinen

Deze blog is eerder verschenen op chapeaumagazine.com

unknown

Twee dromen komen uit

Een paar maanden voordat mijn vader sterft, doe ik hem een plechtige belofte: als ik ooit een boek schrijf, draag ik dit aan hem op. Aan de schittering in zijn ogen zie ik dat hij hierdoor geraakt is. Als echt papa’s kindje doet dit me deugd. Anderhalf jaar later teken ik, nota bene op mijn vaders verjaardag, mijn eerste boekcontract. Toeval of toch niet? Zo komt mijn eerste droom uit, al maakt mijn vader dit helaas niet meer mee. Zoals beloofd draag ik mijn debuut Mijn eerste lijk is gelukkig vers – een heel persoonlijk inkijkje in mijn werk als officier van justitie – aan hem op.

Sindsdien ben ik officieel auteur. Auteur. Het woord alleen al maakt me belachelijk gelukkig. Maar tegelijkertijd begint er iets te knagen. Met een wekelijkse column in het Algemeen Dagblad en een heus boek zit ik in deze drukke baan echt aan mijn taks. Maar inmiddels ben ik besmet geraakt met het schrijfvirus waardoor ik alleen maar meer wil. Een moeilijke tijd breekt aan. Want hoe nu verder? Het liefst zou ik mijn toga aan de wilgen hangen, maar bij de gedachte om mijn vaste baan op te zeggen in ruil voor een onzeker bestaan als schrijver breekt het zweet me uit. Wat als ik niet goed genoeg ben, geen geld ermee kan verdienen? Wat zullen anderen hiervan vinden? Het angstspook waart rond en zorgt voor veel innerlijke onrust.

Totdat ik me op een dag die éne vraag stel. Hoe voelt het als ik niet wegga maar zou blijven? Als ik wacht op het fysieke antwoord merk ik dat mijn hele lijf zich aanspant. Dit valt samen met de realisatie dat als ik nu niet vertrek, ik tot aan mijn pensioen officier van justitie zal blijven. En hoewel dit een prachtige en betekenisvolle baan is, voel ik een enorme weerstand opkomen tegen dit idee. Want dat zou immers ook betekenen dat ik het schrijven op zou moeten geven.

En ineens weet ik het zeker: liever nu de sprong in het diepe wagen, dan eeuwig spijt hebben het niet eens geprobeerd te hebben.

Mijn hart wijst me zo dus de weg. Een weg, die ik nooit had kunnen vinden zonder het heftige rouwproces dat ik heb doorgemaakt na de dood van mijn vader en dat is uitgemond in een magische gebeurtenis die mij voorgoed heeft veranderd. Dankzij dit betoverende voorval met een uil in de hoofdrol – mijn tweede droom die uitkwam – weet ik dat ik kan vertrouwen op mijn gevoel en dat wonderen bestaan.

Was mijn motto vroeger ‘Eerst zien, dan geloven’, sindsdien luidt het ‘Eerst geloven, dan zien”.

Want als je diep van binnen écht gelooft dat een verlangen werkelijkheid kan worden, zul je vroeg of laat de manifestatie ervan ook in jouw leven zien.

© Pascale Bruinen

unknown-3

Deze column is op 24 oktober 2016 als blog verschenen op http://www.inspirerendleven.nl

 

Proefwerkweek

Ik voel me vreemd. Licht in het hoofd, grenzend aan duizeligheid. Het is benauwd in de gymzaal. Er hangt een muffe geur van natte jassen vermengd met zurig angstzweet. Misschien wel het mijne.

De vellen worden zwijgend uitgedeeld door een nurks kijkende surveillant. Als ze op mijn lessenaar landen durf ik ze eerst niet te bekijken. In plaats daarvan loer ik om me heen. Mijn buurman kauwt op zijn potlood. Het meisje voor me is al als een bezetene aan het pennen. Anderen zijn geconcentreerd aan het lezen. Ik voel de bekende misselijkheid opkomen.

Ik kijk op de grote wandklok en zie dat al vijf hele minuten verstreken zijn. Mijn mond wordt kurkdroog. Ik kan het niet langer uitstellen. Ik adem diep in en kijk op het papier. De letters en cijfers dansen voor mijn ogen. Ze lijken wel van het blaadje te springen. De neuronen in mijn brein weigeren elke vorm van samenwerking.

Ik voel de pen uit mijn klamme hand glijden en kan alleen maar toezien hoe hij, als in slow motion, tergend langzaam over de rand van mijn tafeltje rolt en op de linoleumvloer valt.

Ik buk me en graai er blindelings naar. Ik kan hem niet meer vinden. Bij het omhoog komen valt me plots op hoe jong iedereen om me heen eigenlijk is. Wat moeten ze wel niet van mij denken. Dat ik zo’n jaar of dertig gedoubleerd heb? Ergens klopt er hier iets niet, denk ik. Op de een of andere manier heb ik dit al eens eerder meegemaakt. Is dit nu wat je een déjà vu noemt?

Ineens valt het kwartje. Een onbeschrijflijk grote opluchting maakt zich van me meester als ik in een split second de waarheid doorgrond. Gerustgesteld schuif ik mijn stoel achteruit en loop naar voren, gevolgd door 76 paar ogen. Ik hoef dit helemaal niet te doen want ik heb het allemaal al gedaan! Ik heb de hele middelbare school zelfs allang afgemaakt. Ik mag gewoon weglopen uit deze hel.

En net op het moment dat ik triomfantelijk de maagdelijke blaadjes op het bureau van de verbijsterde surveillant laat dwarrelen schiet ik wakker. De werkelijkheid dringt stukje bij beetje tot me door. Het eerste wat ik denk is: “God zij dank!”

Het tweede is: “Oh God nee hè!”. Mijn zoon en dochter zijn er net aan begonnen.

© Pascale Bruinen

Lijkt het er voor jou soms ook meer op dat jíj proefwerkweek hebt dan je pubers? Zodanig dat je er soms zelfs over droomt? Je bent niet alleen. Schrijf het hier veilig van je af tussen gelijkgestemden!