The Normal One (2)

Eén keer heb ik José Mourinho, de voetbaltrainer van wie ik spontaan rode vlekken in mijn nek krijg, in het echt mogen zien en wel tijdens de voetbalklassieker FC Barcelona-Real Madrid in november 2010.

Destijds was hij net teruggekeerd van een schorsing van twee wedstrijden voor heftige kritiek op de scheidsrechter. Tijdens deze kraker mocht hij voor het eerst weer in de dugout zitten.

Vanuit die positie kon hij haarfijn zien hoe zijn team in deze clásico tijdens een ongekend staaltje voetbalschoonheid met 5-0 in zijn hemd werd gezet door de Catalanen. In het begin ijsbeerde hij nog langs de lijn op en neer, zijn karakteristieke weidse en dramatische handgebaren makend. Een aantal keren vloog hij uit zijn dugout om spelers van Barcelona van nabij uit te dagen, hetgeen leidde tot een oorverdovend fluitconcert en de nodige heibel op het veld.

Na de 3-0 bleef hij vooral op de bank zitten. Omdat hij eerder publiekslieveling Lionel Messi ervan had beschuldigd dat deze zich tijdens een Champions League wedstrijd tegen Chelsea had aangesteld, scandeerde het thuispubliek dit keer luidkeels dat Mourinho zelf toneel speelde.The Special One kon het alleen maar lijdzaam aanhoren. Mijn leedvermaak was, hoe kon het ook anders, groot.

Fast forward naar afgelopen oktober. Mourinho is begonnen aan zijn derde seizoen bij Chelsea en beleeft zijn slechtste start ooit. Maar de reuring in de pers gaat desondanks misschien nog meer over de Duitse trainer Jürgen Klopp. Klopp, innig geliefde coach van het robuuste Borussia Dortmund, slaagde er in 2011 en 2012 in zijn club kampioen van Duitsland te maken en haalde in 2013 zelfs de finale van de Champions League, die toen nipt werd verloren van Bayern München.

Op 8 oktober j.l. tekent hij een contract bij FC Liverpool, dat net als Dortmund een echte volksclub is. Het past Klopp als een warme jas want hij is ook wars van uiterlijk vertoon en kapsones. Daar waar Mourinho steevast strak in haute couture kostuum met driekwart lange jas langs de lijn staat, is Klopp immer gehuld in een doodgewoon trainingspak. Hoewel Klopp een hartstochtelijk trainer is die intens meeleeft met het wel en wee van zijn ploeg, is hij wél in staat alles te relativeren. Maar, belangrijker nog: hij lijkt oprecht plezier te beleven aan zijn werk.

Ik was dus erg benieuwd naar de clash tussen deze beide extremen, zeker nu Mourinho op de vijftiende plaats staat met 11 punten uit 10 wedstrijden. Als je een niet met name genoemde speler van Chelsea moet geloven is de sfeer inmiddels zo verziekt door zijn tirades dat deze voetballer liever verliest dan wint voor zijn trainer.

Klopp, altijd in voor een lolletje, had zichzelf bij zijn komst naar Engeland alvast in de underdogpositie gemanoeuvreerd door zich als The Normal One te betitelen. Nodeloos te zeggen dat de gehele Engelse pers, zowel de serieuze als de tabloids, vervolgens totaal losging. Klopp was erin geslaagd zich al onsterfelijk te maken bij de Liverpool aanhang  voordat er ook maar één wedstrijd onder zijn leiding was gespeeld. Misschien ook een geslepen staaltje marketing want sindsdien zijn de voetbalshirts en andere artikelen met deze benaming niet meer aan te slépen.

Ik vind het ondertussen helemaal geweldig. En kon vorige week mijn lol dan ook niet op toen Klopp meneer zuurpruim in eigen huis met 3-1 klop had gegeven.

Hoe special is dat?

© Pascale Bruinen

The normal one 4

De felbegeerde kaartjes…

 

The Normal One 2 (verbeterd)

Het is bijna niet te zien maar links naast de zijlijn, ter hoogte van de bal, staat The Special One met zijn grijze broek en donkere jas, uitlokker van het opstootje op deze foto tijdens de clásico.

the normal one 3

Helemaal happy op de tribune ..

The normal one 5

The Normal One (1)

Het kan bijna niet anders of er moeten meer mensen zijn die momenteel genieten van de teloorgang van The Special One, a.k.a José Mourinho, tegenwoordig (weer) trainer van de Londense voetbalclub Chelsea. Volgens overlevering zou hij zichzelf met deze megalomane titel hebben gekroond omdat hij oprecht gelooft dat zijn klinkende successen als voetbaltrainer hem ver doen uitstijgen boven gewone mensen zoals jij en ik.

Ok, toegegeven: ik ken dhr. Mourinho niet persoonlijk, dus zou ik niet moeten (ver)oordelen. Maar ondanks dat ik inmiddels ruim een jaar mediteer en dus beter zou moeten weten, kan ik het in dit speciale geval toch niet laten. Nu maar hopen dat Deepak Chopra me deze uitglijder kan vergeven.

Want o, wat zit dit zelfingenomen heerschap in mijn allergiezone. Vanaf het begin heb ik me groen en geel geërgerd aan zijn hautaine manier van doen. Toen de karaktereigenschap zelfspot werd uitgedeeld, stond Mourinho als allerlaatste in de rij. Uitdagen, sarren, anderen kwetsen of belachelijk maken en onsportief gedrag binnen en buiten het veld lijkt hij tot kunst te hebben verheven. Wat dit doet met de mentaliteit van de – soms zeer jonge – voetballers die hij onder zijn hoede heeft, laat zich raden.

Maar het meest stoor ik me aan zijn ronduit kinderachtige optredens, zowel langs de lijn als tijdens persconferenties. Als het niet precies verloopt zoals hij wil, wordt hij nukkig, gepikeerd en verongelijkt. Hij lijkt er plezier in te hebben anderen in hun hemd te zetten maar heeft zelf extreem lange tenen. Als een verwende peuter mokt en zeurt hij totdat hij zijn zin krijgt. En o wee als dat niet gebeurt. Als het Mourinho onverwacht tegenzit, raakt zijn opgeblazen ego helemaal de weg kwijt. Hiertegen afgezet is zelfs de zuurste azijnpisser nog een toonbeeld van positiviteit.

Het lijkt alsof The Special One niet in staat is zichzelf en zijn team eerlijk te beoordelen. Als het goed gaat, komt dit uiteraard door zijn briljante ingevingen. Maar als het fout gaat, lijkt hij nooit verantwoordelijkheid te nemen. Altijd zoekt hij de schuld bij anderen. In psychologische rapporten zou dit als “externaliserend gedrag” worden benoemd, iets dat ik in mijn beroep als officier van justitie altijd een zorgwekkend signaal vind.

Als het al niet de arbitrage is die nodig naar de ogendokter moet, is het wel de deplorabele staat van het veld. En mocht het dat niet zijn, dan is het wel de pers die het gedaan heeft. Als een echte dictator vindt The Special One dat wie niet voor hem is, dús tegen hem is.

Afgelopen augustus speelde hij het tijdens de openingswedstrijd tegen Swansea klaar om zijn eigen clubarts, de even mooie als geliefde Eva Carneiro, publiekelijk te schofferen door haar met onmiddellijke ingang van haar verplichtingen te ontheffen. En dat terwijl zij alleen maar op aangeven van de scheidsrechter het veld in moest komen om een geblesseerde Chelsea-speler te verzorgen. Dat was in de slotfase van de wedstrijd (het stond 2-2) waarin Chelsea met tien man speelde. Doordat de verzorging buiten de lijnen moest plaatsvinden, stond de club even met negen man in het veld. Onze Portugese potentaat wist echter zeker dat zijn eigen speler niet behandeld hoefde te worden. “Je moet de sport wel begrijpen, zelfs al ben je materiaalman”, foeterde hij na afloop. Met zo’n vriend heb je geen vijand meer nodig.

Als coach van Real Madrid, aartsrivaal van “mijn” FC Barcelona, slaagde hij er zelfs in mij alleen al via televisiebeelden het bloed onder de nagels vandaan te halen.

Voorwaar een hele prestatie.

© Pascale Bruinen

The Normal One (1)

 

 

 

Catalonië

Catalonië. Hele kaaskopse volksstammen kiezen ’s zomers deze bestemming om er coma te zuipen of tweedegraads brandwonden op te lopen bij het uitslapen van hun roes op het strand (de jeugd) of lekker op de camping te staan (al de rest).

Veel verder dan Blanes, Rosas en Lloret de Mar komen ze meestal niet. Vooruit, misschien nog even een dagtochtje met de bus naar Barcelona, waarbij ze dan ook nog de meeste tijd  doorbrengen in het stadion van Barça. Dan heb je het ook wel gehad. Maar wat weet de gemiddelde Nederlander nu eigenlijk van dit misschien wel bekendste onbekende deel van Spanje?

Als je de volksaard van de Catalanen wilt doorgronden is het goed je te realiseren dat ze zich niet Spaans voelen. Of zoals een sticker op de deur van een kinderkamer bij dierbare vrienden daar al verraadt: “Catalonia is not Spain”.

De Catalanen zijn in hun onafhankelijkheidsdrift dan wel niet zo fanatiek als de Basken en al helemaal niet gewelddadig, ze beschouwen hun Catalonië wel degelijk als een eigen entiteit. Met hun eigen geschiedenis, taal, tradities en gewoontes. Catalonië is de moeite waard om eens op andere manieren te ontdekken.

Waar in de rest van Spanje de corrida (stierengevecht) en de grote zwarte stier de trotse machoziel van de Iberiërs verbeelden, vind je deze kenmerken in Catalonië nergens terug. De Catalanen hebben er zelf gewoon niks mee. Het werd hen opgedrongen. Het is dan ook geen toeval dat Barcelona een van de eerste steden is waar het stierenvechten werd verboden.

De scherpte en het machismo van de Spanjaarden komt ook letterlijk tot uiting in hun taal. Die klinkt hard en weinig melodieus. Daarmee vergeleken is het Catalaans, internationaal erkend als aparte taal, veel gemoedelijker en zachter. Al zal de rest van Spanje daar wellicht de kwalificatie “boers” aan toevoegen.

Als je je nader verdiept in de Catalaanse mentaliteit vind je, gek genoeg, ook opvallende overeenkomsten met die van ons. Zo staan de Catalanen in eigen land bekend als harde werkers, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Andalusiërs. Het is niet voor niets dat laatstgenoemden graag en veel de spot drijven met de Catalanen door ze weg te zetten als mensen die leven om te werken en niet weten te genieten van de goede dingen des levens.

Ze hebben ook lak aan schone schijn of veel uiterlijk vertoon. Vinden het eenvoudigweg niet belangrijk. Ze vallen niet graag op. Zijn geen schreeuwers maar juist heel bescheiden. Net als in Nederland zijn ze hier aanhangers van het adagium: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.

Wat ook erg Nederlands aan de Catalanen is: de reputatie om gierig te zijn. In Catalonië is het daarom niet de gewoonte om een fooi achter te laten. Alleen als je echt exceptionele service hebt gekregen of out of this world hebt gegeten, wijken ze hier wel eens van af. Maar liever niet.

Ze houden van eerlijke, simpele dingen. Als die dan ook nog mooi of lekker zijn, is dat meegenomen. Dat wordt ook weerspiegeld in de Catalaanse keuken. Je kunt een Catalaan dan ook niet harder treffen dan hem zijn dagelijkse pa amb tomàquet te onthouden. Een stuk vers afgesneden brood, een ultrasappige tomaat eroverheen wrijven zodat de tomaat als het ware over het brood wordt uitgesmeerd, afgemaakt met een scheut geurige olijfolie. Heerlijk, gezond en zonder poespas.

Catalanen zijn verzot op het sportieve buitenleven en hebben een nogal apart gevoel voor humor. Rondom Kerst, tijdens de feesten van de Fires de Santa Llúçia verkopen ze overal de caganers, letterlijk kakfiguurtjes. Dat zijn beeldjes in een poephouding en dan nog liefst met het hoofd van een beroemd iemand er op. De Catalanen kopen ze massaal en zetten ze vervolgens onder de kerstboom. Niet in plaats van de kerststal, maar ernaast.

Op die kerststallen oftewel pesebres zijn ze ook dol. Op een kerstmarkt zag ik ze in alle soorten en maten, vaak ongelooflijk gedetailleerd uitgewerkt. Grappig weetje is overigens dat in Catalonië – in tegenstelling tot de rest van Spanje – net als in Nederland Tweede Kerstdag wordt gevierd.

Ze zijn ook het enige volk dat het klaarspeelt om de catastrofale dag waarop ze hun onafhankelijkheid hebben verloren tot nationale feestdag uit te roepen. Zo kunnen ze dit pijnlijke gegeven ieder jaar opnieuw beleven. Misschien welbewust, in een masochistisch verlangen om de nationalistische smart van weleer ook nu nog tot in de diepste vezels van hun ziel te kunnen voelen?

Catalanen zijn niet een-twee-drie te doorgronden. Beschouwen iemand niet snel als vriend en laten iemand niet gauw toe in hun privésfeer. Maar als je volhardt, met oprechte interesse en open blik kijkt en een beetje je best doet ze te begrijpen, breek je door die barrières heen. Dan zie je wat er nog meer is behalve de mooie kuststreken, prachtige steden en een fabelachtige voetbalclub. Hoor je hun echte verhalen. Voel je de warme hartslag van een eeuwenoud volk dat op een ingetogen manier trots is.

Onvergetelijke ervaringen, hondstrouwe vriendschap en ongekende gastvrijheid zullen je ten deel vallen. Want uit eigen ervaring weet ik dat áls je eenmaal de status van vriend hebt bereikt, je ook écht bij ze binnen bent. Niet alleen in hun huis, maar bovenal in hun hart.

Voor altijd.

© Pascale Bruinen

Hier zie je de caganers die ik op een kerstmarkt tegenkwam. Is weer eens wat anders voor onder de kerstboom, toch?