Cruise Control (2)

Cruisen? Moet je gewoon eens doen.

Zoals ik, kortgeleden. Ruim anderhalve week grenzeloos genieten op de Celebrity Reflection. Vanaf het allerprilste moment dat ik voet aan boord zet, gaat mijn radar open staan. Al mijn zintuigen staan op scherp, zodat ik alles helderder waarneem.

Meestal duurt het niet lang of de eerste bijzondere reiziger trekt al mijn aandacht. En ja hoor, al tijdens de voor alle passagiers verplichte general emergency drill valt mijn oog op een vrouw die – zo schat ik – zeker achter in de zestig is maar qua gezicht eerder dertig lijkt. Ze heeft een kinderlijk figuurtje en is van top tot teen gehuld in designer-kleding met bijpassende juwelen. Getuige de immer glimlachende en trotse eigenaar van dit popje, een zo te zien welgestelde Japanse meneer, zijn het geen neppers maar het echte werk.

Het frêle vrouwtje heeft het hoogste woord en is het stralende middelpunt van een hele cirtkel mannen en vrouwen die zich om haar heen heeft gevormd en aan haar opgespoten lippen hangt. De Japanse echtgenoot kijkt vergenoegd toe en ziet dat het goed is.

H. en ik aanschouwen dit tafereel in stilte. Even later zeg ik: “Ze doet me denken aan Marijke Helwegen”. En voilà, voortaan zal deze dame de komende tijd als Marijke door het leven  gaan. En zo gaat dat voortdurend, want er is altijd wel weer iemand die ons aan de een of andere BN-er, verre neef of gekke kennis doet denken.

Eenmaal wat langer aan boord doet zich een even grappig als bijzonder verschijnsel voor. Want op de een of andere manier vallen bepaalde personen ons meer op dan andere. Vervolgens komen we die erna ook iedere dag tegen. En dat is best bijzonder, op een schip met zo’n 3500 passagiers. Dan weer zit hij of zij naast ons bij de lunch, ligt het subject in kwestie pal naast ons op een ligbed aan dek of blijkt die persoon precies dezelfde excursie als wij geboekt te hebben.

Naast mensen kijken vind ik bij het cruisen ook de afwisseling tussen relaxte zeedagen en actieve havendagen geweldig.  Tijdens een zeedag geniet ik de hele dag en avond aan boord van alles wat dit magnifieke schip te bieden heeft. Als je wilt luieren, ga je op een ligstoel aan dek liggen of in het solarium, waar het overdekte zwembad is. Wil je sporten, ga je lekker naar het fitnesscentrum. Maar je kunt ook kiezen voor een hemelse massage, meedoen met een Zumba-les, luisteren naar een lezing over de volgende bestemming of een kookworkshop volgen. Om maar wat te noemen.

Gedurende de dagen dat het schip aanlegt in een haven, gaat mijn hart sneller kloppen bij de gedachte dat ik weer allemaal nieuwe dingen ga beleven. Het is steeds opnieuw weer een spannende ontdekkingsreis om de omgeving te gaan verkennen. Heerlijk.

Deze cruise voert ons onder andere naar Istanbul, waar het schip een nacht zal blijven liggen zodat we er twee hele dagen kunnen rondstruinen. En dat is ook wel nodig, want het vroegere Constantinopel heeft veel te bieden.

Als ons schip ’s ochtends aanlegt in de imposante haven, kijken we tijdens ons gebruikelijke ontbijt op het achterdek onze ogen uit. We liggen pal in het oude stadscentrum met fantastisch zicht op verschillende moskeeën. De diverse minaretten steken fier boven de andere gebouwen uit. Plotseling kan ik niet wachten om aan land te gaan.

We hebben dit keer gekozen voor een begeleide excursie van ruim anderhalve dag. Onze eerste stop wordt het Topkapi-paleis. Een groot ommuurd complex met lieflijke tuinen  gelegen aan de Bosporus. Ooit was het de residentie van de Ottomaanse sultans. Tegenwoordig kun je er een uitgebreide collectie Chinees porselein, juwelen en originele gewaden die de sultans droegen bewonderen. En gelet op de enorme omvang van die prachtige kostuums, hadden de sultans meer dan genoeg te eten.

Dan op naar de Hagia Sophia, de basiliek die na de verovering door de Ottomanen werd omgetoverd tot een moskee. Het is een indrukwekkend gebouw, zowel van binnen als van buiten. Tegenwoordig is het het enige monument waar alle soorten geloof naast elkaar staan afgebeeld. Voorwaar een inspiratie voor de rest van de wereld.

Volgende stop is het ondergrondse waterreservoir, een enorm complex bestaande uit 336 Corinthische zuilen waartussen zich water – compleet met grote vissen – bevindt. Een en ander wordt sprookjesachtig verlicht door mooie geel-oranje lampen, waardoor het een feeëriek geheel wordt. Heel bijzonder, zo in hartje Istanbul.

Na een korte lunch brengen we nog een bezoek aan de overdekte kruidenmarkt, waar het een grote mengelmoes is van niet alleen alle denkbare, exotische kruiden maar ook van vele theesoorten, gedroogd (Turks!) fruit, waterpijpen, zeepjes en handgeschilderd keramiek. Het devies is afdingen totdat je minstens op minder dan de helft uitkomt. De keus is zo overweldigend dat ik uiteindelijk slechts met bananenthee en een sieraad dat Het Kwade zou moeten afwenden de markt verlaat.

Wij eindigen onze dag met een boottocht op de Bosporus; aan de Europese kant gaan we op en aan de Aziatische kant keren we terug. We bewonderen chique villa’s, hotels en lounge-clubs en genieten van de heerlijke, koele bries door onze haren.

De volgende dag starten we met een bezoek aan de wereldberoemde Blauwe Moskee. Hoewel ik een truitje met mouwtjes en een broek tot over de knieën aan heb, word ik bij aankomst meteen voorzien van een donkerblauwe lap die over mijn middel wordt geknoopt en die tot aan mijn tenen reikt. En uiteraard moet ik ook een hoofddoek op, een lichtblauwe. Schoenen uit en dan mag ook ik me naar binnen begeven. H. was al een stuk vooruit gelopen. Als hij zich omdraait om te zien waar ik gebleven ben, barst hij in lachen uit bij het zien van mijn zedige gestalte.

Binnen heerst stilte, het is nog vroeg in de ochtend. We bewonderen het fijne handwerk van het glas in lood, de tegeltjes en het enorme tapijt. Dit is de enige moskee ter wereld met zes minaretten. Ondertussen voelt het vreemd met zo’n hoofddoek op. Zeker omdat de mannen die niet hoeven, voel ik me op slag niet meer gelijkwaardig. Van achteren lijken  de vrouwen nu ook allemaal op elkaar. Het individuele karakter valt weg. Wellicht dat dit anders voelt voor vrouwen die dit uit geloofsovertuiging doen, maar voor mij is het een opluchting als ik de doek aan de uitgang weer mag inleveren. En mijn haren weer in model kan brengen.

Hierna hebben we vrije tijd om door de stad te struinen en de Grand Bazaar te bezoeken. Deze laatste is een enorme overdekte structuur met een grote hoofdstraat en verschillende zijstraten. Zijden sjaals, leren jasjes en vloerkleden strijden om onze aandacht. De verkopers zijn alert maar niet al te opdringerig. Hoewel er eentje is die, als ik zijn waren van dichterbij bekijk, lachend tegen me zegt: “I need your money”.  Vrij apart, maar in ieder geval eerlijk.

In het straatbeeld valt het contrast tussen de Westerse, hippe meiden en jongens en de gesluierde dames en vrome mannen erg op. Hopelijk slagen ze er in om in vrede en harmonie samen te blijven leven.

Moe van het geslenter strijken we uiteindelijk neer op een gezellig terras en drinken, samen met een Amerikaans koppel, nog een heerlijke cappuccino alvorens terug naar het schip te keren.

Eenmaal aan de kade bewonder ik de enorme maar toch zeer elegante en imposante structuur van het cruiseschip voor de zoveelste keer. Als ik even later over de loopplank aan boord ga, begroet het personeel me met een warme glimlach en een welgemeend “welcome home!“. En zo voelt het ook.

Ik ben weer thuis.

© Pascale Bruinen

Cruise Control (2)

Zo stond ik in de Blauwe Moskee…

Cruise Control (2) 2e

en dit is het ondergrondse waterreservoir in Istanbul, waar ze soms modeshows en andere culturele evenementen organiseren.

Geïnspireerd geraakt? Kijk dan ook eens op mijn andere blog, http://www.cruisecraver.com!

Cruise Control (1)

Volgens de gangbare uitleg is cruise control een technisch middel om de snelheid van een voertuig vast te zetten, zonder dat je zelf gas hoeft te geven. In mijn vocabulaire, die van een zelfverklaarde cruisefanaat, staat het voor een manier van reizen waardoor je het ultieme vakantiegevoel vasthoudt, zonder dat je daarvoor zelf iets hoeft te doen.

Cruisen is in, cruisen is hip, cruisen is wow. Daar waar de rest van de reismarkt de afgelopen jaren zo’n beetje is ingestort, is het aandeel cruise-vakanties alleen maar fors gestegen. Mocht jij je nog afvragen waarom, lees dan even verder.

Cruisen is geweldig omdat…

* je eindelijk verlost bent van die dagelijkse wandeling naar hetzelfde stomvervelende dorpje;

* je nooit last hebt van vervelende vliegen, muggen, wespen of andere insecten die je op het vaste land zo vervelen;

* je kinderen van 0 tot 18 jaar ook de tijd van hun leven zullen hebben;

* je aan boord heerlijk kunt zonnen maar toch gespaard blijft van zand dat overal in en tussen komt;

* er altijd en overal fantastisch schone wc’s onder handbereik zijn waar ik letterlijk van de grond zou durven te eten;

* dit een van de weinige manieren is om super comfortabel op moeilijk(er) bereikbare plaatsen te komen;

* je zelden zo veel verschillende bestemmingen in relatief korte tijd kunt aandoen;

* zeezicht écht altijd gegarandeerd is;

* je razendsnel kennis maakt met de meest uiteenlopende interessante mensen;

* de klantgerichtheid en service aan boord onvergelijkbaar zijn want waar vind je een poolbutler die ijsgekoelde handdoekjes aan je ligbed komt brengen?;

* je helemaal niks hoeft maar tegelijkertijd tal van activiteiten kunt ondernemen;

* aan boord een zeer aparte, gemoedelijke sfeer van gelijkgestemdheid heerst;

* de kwaliteit en variatie van het eten superieur zijn;

* het een verademing is om tussen (bijna) alleen maar zeer beleefde en vriendelijke mensen te verkeren;

* de zee van een hypnotiserende schoonheid is waar je nooit genoeg van kunt krijgen om naar te kijken;

* je de fijne afwisseling hebt tussen zeedagen waarop je kunt uitrusten en havendagen waar je lekker op excursie kunt;

* de schoonheid en indrukwekkendheid van het schip blijven imponeren, ook al zit je er al voor de zoveelste keer ruim anderhalve week op;

* je zo de beste prijs/kwaliteitsverhouding hebt die binnen de reiswereld mogelijk is;

*  je nergens anders aan land zo’n hygiëne en zuiverheid zult aantreffen;

* het een zeer veilige manier van reizen is, ook voor singles;

* het ideaal is voor mensen die slecht ter been zijn, immers alle hulp is voorhanden, er zijn voldoende faciliteiten voor gehandicapten zoals speciale wc’s en er is zelfs een speciale tillift voor in het zwembad;

* je ondanks de aanwezigheid van zo’n 3500 mensen aan boord altijd ergens een rustig plekje kunt opzoeken waar je je kunt terugtrekken om bijvoorbeeld lekker te lezen ;

* het een onvergetelijke ervaring is te ontbijten met zicht op niks anders dan de Caribische of Middellandse Zee;

* er geen of nauwelijks luchtvervuiling is op open zee;

* je er het zachtste en schoonste drinkwater ooit zult drinken;

*  je zo kunt afkomen van je zeeziekte-fobie;

*  het aan boord een ultraluxe drijvende mini-variant is van de Verenigde Naties met tientallen verschillende nationaliteiten die – vaak in schrille tegenstelling tot in de “gewone” wereld – heel gezellig en vreedzaam met elkaar omgaan.

Natuurlijk is deze opsomming – gebaseerd op mijn cruise-ervaringen met Royal Caribbean en Celebrity Cruises – verre van compleet.

En eigenlijk heb je ook helemaal geen redenen nodig om te gaan cruisen.

Je moet het gewoon doen en zelf ervaren!

© Pascale Bruinen

Cruise Control (1)

Cruise Control (1) 2e

Je moet het beleven om het te begrijpen…Kijk daarom ook eens op mijn andere blog, http://www.cruisecraver.com!

Mensen Kijken

Op een vliegveld is niks zo leuk als mensen kijken. Nu is dit ook bijna het enige tijdverdrijf dat op deze plek de moeite waard is. Want op die parfums, alcoholische versnaperingen en tijdschriften ben je gauw uitgekeken.

H. en ik zijn neergestreken bij een koffiebar. De wijzers van mijn horloge geven aan dat het kwart over vijf in de ochtend is. Na een doorwaakte nacht zijn we allebei toe aan een flinke shot caffeïne. Terwijl H. zijn bestelling doet, gaan mijn vermoeide ogen over de mensenmassa die zelfs op dit vroege uur aan mij voorbij trekt.

Oudere mensen die moeizaam vooruit komen met stok of rollator. Tieners met spillebeentjes en sjaals die drie maal rond hun schriele nekken zijn gedraaid. Een hollende zakenman, strak in het pak, in de ene hand zijn laptoptas en in de andere zijn i-Phone. Passagiers met rugzakken, kleine of levensgrote, maar allemaal steevast met zo’n waterflesje in het zijvak.

Mannen, vrouwen en zelfs kleuters met trekkoffertjes. Een vermoeide papa met baby op de arm, gevolgd door een al even onuitgeruste moeder met een meisjestweeling aan de hand die net kan lopen. Sommige passagiers dragen plastic zakken en anderen sporttassen, al dan niet in combinatie met een hand- of heuptas.

Één ding hebben al die door elkaar krioelende mensen met elkaar gemeen: ze komen allemaal abrupt tot stilstand voor het bord met daarop de gates en bijbehorende vertrektijden. Voor een enkeling leidt deze visuele informatie tot een paniekaanval, gevolgd door een spurt naar de juiste vertrekhal. De rest blijft maar vertwijfeld kijken van het bord naar hun tickets en vice versa, waarna er wordt overlegd en het gezelschap voortgaat naar wie weet welke uithoek van de wereld.

Het perpetuüm mobile van bedrijvigheid op een internationaal vliegveld spreekt tot de verbeelding. Het geeft een sfeer van urgentie, van grenzenloosheid, van opwinding. Politie-ambtenaren lopen hun rondes, een hele bubs in felrood en blauw gestoken stewardessen babbelt er al lustig op los en de schoonmakers karren ijverig door de hal in hun hightech wagentjes.

Aangekomen bij onze gate is het nog rustig. Tegenover me zit een Amerikaanse vrouw die zeker zeventig is. Haar strak getrokken gezicht met permanent getuit poppenmondje, standaard wipneusje en grote opengesperde ogen die eeuwig verbaasd kijken, verraadt dat ze bij dezelfde winkel van plastisch chirurgen heeft geshopt als al die andere vrouwen.

Aan de andere kant zit een koppel dat kennelijk van de unisex is. Allebei een lelijke bril, allebei een spijkerbroek die ik al twintig jaar geleden in de kledingbak zou hebben gekieperd en alle twee zo’n rode ANWB fleece trui met identieke witte regenjas. Nederlanders dus.

Ineens komt er een man bij ons zitten compleet met ijsmuts, sjaal en dikke gewatteerde winterjas. Even denk ik nog dat hij toch naar de naastliggende gate met bestemming Moskou moet, maar nee. Hij gaat doodgemoedereerd hier zitten, met bestemming Miami waar het minstens 28 graden Celsius is.

Dan valt mijn oog op een heel lange, slanke en knappe jonge meid die zich naar het damestoilet begeeft. Ze ziet eruit als een model van Victoria’s Secret. Wie weet is ze op weg naar haar zoveelste fotoshoot op het zonovergoten strand van South Beach.

Een stukje verderop zit een gezin met twee jonge kinderen die het nu al helemaal gehad hebben. Getuige het gewrijf in hun oogjes zijn ze rijp voor een dutje, maar ze hebben desalniettemin geen zin om op de schoot van hun ouders te blijven zitten. Ze jengelen, huilen en wurmen net zolang totdat ze toch weer op de grond staan, waarna beiden steevast opgewonden gillend ieder een andere kant op rennen. Hun beschaamde ouders rest niks anders dan er met een spurt achteraan te gaan, waarna het hele tafereel weer van voren af aan begint.

Zeker weten dat Iedereen vurig hoopt dat ze dit gezin niet naast zich krijgen tijdens de tien uur durende non-stop vlucht naar Florida.

Als het boarding tijdstip naderbij komt, voel ik de spanning onder de passagiers toenemen. Zoals altijd speelt iedereen het spelletje “sta ik nu wel of niet alvast op om als eerste in de rij te staan bij de gate?” Sta je er als eerste en is er vertraging, ben je je gerieflijke stoel kwijt, tot leedvermaak van de rest. Wacht je te lang, moet je sukkelig achteraan aansluiten in die lange sliert. Dus wacht iedereen op het perfecte moment en houdt daarom het bord en de balie bij de gate nauwlettend in de gaten.

En ja hoor, als het bord “now boarding” plotsklaps aanspringt, veren tientallen mensen tegelijk op om als eerste in de rij te kunnen. Altijd hetzelfde liedje; eerst wil iedereen er als eerste in, bij aankomst is het juist dringen om er als eerste uit te kunnen.

Mensen zijn rare vogels.

Maar daarom juist o zo interessant om te observeren.

© Pascale Bruinen

mensen kijken

Leeskeel

Ah! Het is vakantie, de zon schijnt aan een felblauwe, wolkenloze hemel en er heersen tropische temperaturen. Genoeg reden dus om het er van te nemen en – deugdelijk ingesmeerd – verantwoord bij te bruinen (al zal dit ongeacht de beschermingsfactor volgens dermatologen een contradictio in terminis zijn).

Ik heb echter weinig geduld om aan iedere kant gelijkmatig bruin te bakken. Mijn voorkeur gaat ernaar uit om lekker iets achterover geleund in een ligstoel te liggen. Maar dan wel met het nodige leesvoer.

Dus lees ik me een ongeluk. Een tijdschrift, roman of biografie. En niet te vergeten de kranten. De zomer is ook een perfecte tijd om sommige favoriete boeken te herlezen. Ik lees, kortom. alles wat los en vast zit (zie daarvoor ook mijn column “Lettervreter”).

Daar zit echter één ieniemienie nadeeltje aan, zo blijkt als ik na een paar dagen eens goed in de spiegel kijk. EEK! Mijn gezicht en hals zijn aardig gekleurd, maar mijn keel is nog spierwit. WIT! Ik kijk nog eens goed met de lamp aan, maar de witte vlek op mijn hals is onmiskenbaar. Het is de schaduw die mijn kin werpt als ik – min of meer rechtop – in de zon lees. Oh mijn God. Ik heb een leeskeel.

De dag erna ligt deze meid daarom 100% horizontaal gestrekt op haar rug op een ligbed. Mijn boeken, kranten en tijdschriften heb ik veilig opgeborgen. Mijn hoofd kantel ik zover mogelijk achterover en ik steek mijn kin fier de lucht in. Zo! Zullen we nog eens zien of die keel wit blijft. Ik kijk op mijn horloge om te checken hoe laat ik precies begin aan mijn projectje “Leeskeel bijbruinen 3.0”.

“Komt de zon nu ook op mijn keel?”, vraag ik H. die naast me ligt. Zonder boek en mét een jaloersmakende even bruine keel als de rest van hem. “Op je keel? Hoezo, op je keel? Je ligt helemáál in de zon”, amtwoordt H. verbaasd, kennelijk zonder de flauwste notie te hebben van mijn urgente leeskeel-probleem. “OK”, zeg ik daarom dan maar zonder nadere uitleg te geven. Mannen!

Hoelang zou het duren voordat de gemiddelde keel een kleurtje krijgt?, vraag ik me ondertussen af. Ik kijk stiekem op mijn horloge. Er zijn precies acht minuten verstreken. Toch krijg ik langzamerhand al een stijve nek. Om maar te zwijgen van mijn kaakspieren, die ook al beginnen te protesteren vanwege mijn nogal onnatuurlijke houding.

Hmmm, de tijd gaat zo wel erg langzaam. Ik bedoel, zo zonder boek of iets anders leesbaars. Eerlijk gezegd heb ik er eigenlijk al een beetje genoeg van en er zijn nu pas welgeteld negentwintig minuten om. Op de kop af. In negenentwintig minuten zou zo’n witte keel toch wel iets bijgekleurd moeten zijn. Zeker weten. Ik voel zelfs al iets van zonnebrand op die plek, dus…

Ik kom overeind en haast me naar de spiegel. Niks bijgebruind, de plek is en blijft hartstikke wit. Als dat zo moet, kan ik evengoed weer lekker verder lezen. In een normale houding. En dus grijp ik mijn boek, zet ik de rugleuning van het ligbed omhoog en installeer ik me in mijn favoriete leesstand.

En die leeskeel? Die tackel ik wel met zelfbruiner.

© Pascale Bruinen

leeskeel

Achtste Wereldwonder

We lopen de aula in, samen met al die andere ouders, broers, zussen, opa’s en oma’s van de geslaagden. De sfeer is uitgelaten en verwachtingsvol. Ongeduldig wachten we op de entree van al die jong-volwassenen die hun eindexamendiploma atheneum of gymnasium hebben behaald.

Op het grote podium recht voor ons zitten zo’n twaalf leerkrachten van de bovenbouw gebroederlijk naast elkaar. Vooraan staan drie tafels met links en rechts een stoel. Hier zitten de mentoren van de eindexamenklassen. De bedoeling is dat iedere geslaagde daar straks plaatsneemt om het diploma in ontvangst te nemen.

Opeens wordt het volume van de muziek open gezet, gaan de dubbele deuren open en lopen alle geslaagden achter elkaar aan naar de voorste rijen. Net zoals de rest van het publiek applaudisseer ik luid. Er klinkt gejoel en gejuich.

De meisjes lopen voorop. De een is nog mooier en slanker dan de ander en het lijkt wel alsof ze allemaal naar dezelfde kapper gaan. Vrijwel zonder uitzondering hebben ze heel lang en superglad haar. Vergeleken met de outfit die ik droeg tijdens mijn diploma-uitreiking in de vorige eeuw hebben deze jongedames allemaal ultrakorte jurkjes aan en dragen ze torenhoge hakken. En ze kunnen het hebben.

Achter hen komen de jongens. Een aantal ondanks hun leeftijd nog steeds wat klein van stuk, maar het overgrote deel is in die zes jaar tijd flink de hoogte in gegaan. De haren zijn fris kortgeknipt of juist bewust een stuk langer. Er zijn er bij die echt werk hebben gemaakt van hun verschijning; strak in het pak met nauwsluitende pijpen en mooi gepoetste schoenen. De anderen, zo ook mijn zoon, veelal in spijkerbroek met een net hemd. Een enkele durfal komt gewoon in een schreeuwerig t-shirt, een driekwart skaterbroek en met van die dikke, zwarte werkschoenen. Ook anno 2013 zijn er gelukkig nog steeds jongeren die op een leuke manier schijt hebben aan conventies. Een hele geruststelling.

Als ik zoonlief langs zie lopen tussen zijn leeftijdsgenoten, voel ik een rilling van ontroering door me heen gaan. Hij heeft het toch maar mooi geflikt. Niet dat het daar naar uitzag, een tijd geleden. Hij heeft het, laten we zeggen, tot het laatst toe nogal spannend gehouden of hij wel of niet zou slagen. Als ik afgelopen jaar had geweten dat hij het zou redden, zou me dat heel wat spreekwoordelijke grijze haren hebben gescheeld. Maar ach, dat hoort ook bij de geneugten van het ouderschap.

Als ze eindelijk allemaal zitten, het is inmiddels een kwartiertje later dan gepland, legt de ceremoniemeester uit dat er telkens drie namen van geslaagden zullen worden genoemd. Deze moeten dan gaan staan, waarna hij of zij om de beurt zal worden toegesproken.

Even later schallen de eerste namen door de aula. Twee meisjes en een jongen gaan wat onwennig staan. Dan wordt de eerste besproken. Op een groot scherm boven het podium wordt eerst een foto vanuit de brugklas geprojecteerd. “Oooohhh” en “aaaahhhh” doet de zaal bij het zien van het kind met beugelbekkie en brilletje dat in zes jaar tijd, net als het lelijke eendje, is veranderd in een sierlijke zwaan. De arme meid kleurt rood bij het zien van die foto. Gelukkig voor haar wordt daarna snel een recente, zeer charmante, foto in beeld gebracht en steekt de ceremoniemeester van wal met haar toespraak.

De ene na de andere scholier wordt bewierookt, bewonderd en een enkeling ook een heel klein beetje liefdevol bespot. Uit de besprekingen blijkt mij al snel dat zoonlief bepaald niet de enige is die het erop aan heeft laten komen. Vele anderen, allemaal jongens valt me op, waren kennelijk eveneens heel druk bezig met alles behalve hun schoolprestaties.  Ze kwamen vaker te laat, zaten omgedraaid aan hun tafeltje en waren voor de derde keer op rij hun boeken “vergeten”. De ouders hoor ik kreetjes van herkenning slaken, de rest van de zaal lacht goedmoedig mee.

Voor de meiden daarentegen niks dan lof. Maar al te vaak hoor ik als commentaar van de mentor de verzuchting “Had ik maar meer scholieren zoals…(vul meisjesnaam in) in mijn klas.  Beleefd, sociaal betrokken en vriendelijk. Een keiharde werkster die altijd haar huiswerk af had. Het zonnetje in huis.” Die gaan het vast nog heel ver schoppen.

Een keur aan gekozen studierichtingen komt voorbij. Hogere hotelschool, Business Administration, Economie, Nederlands, Engels, Psychologie (waar ook mijn nazaat voor heeft gekozen), Rechten. Een enkeling heeft het helemaal voor elkaar en vertrekt met een prestigieuze beurs naar de Verenigde Staten of Engeland voor de vervolgstudie. Één bolleboos gaat zelfs twee studies tegelijk doen.

Dan is het eindelijk de beurt aan zoonlief om te gaan staan. Snel laat ik mijn camera lopen, om vooral maar niks van de speech te missen. Zijn foto als kleine brugpieper herinner ik me nog goed. Het kinderlijke gezichtje met een grijns van oor tot oor onder een lichtblonde haardos die met gel rechtop is gezet, roept vertederde glimlachjes op van het publiek. Even later zie ik zijn foto van nu. Zijn gezicht is langer en smaller, zijn haren een stuk korter en donkerder. Het gezicht van een jongeman.

Even voel ik een pijnlijke steek om wat is geweest en nooit meer terug komt. Ik knipper een paar keer extra met mijn ogen om de opkomende waterlanders in toom te houden. Een hoofdstuk van zijn levensboek wordt definitief afgesloten, het volgende ligt – nog blanco – opengeklapt klaar. Door me heen flitsen alle herinneringen die hem tot dit moment hebben gebracht. De peuterzaal, de lagere school, al die jaren als middelbare scholier.

Hoeveel proefwerken, toetsen en mondelingen heeft hij wel niet gehad om tot hier te komen? Hoeveel spreekbeurten, boekbesprekingen en praktische opdrachten? Hoeveel werkstukken, examens en schriftelijke overhoringen?

Mijn gemijmer eindigt abrupt als zoonlief wordt toegesproken. Hij staat verlegen te draaien en weet zich geen raad met die lange armen. Hij plukt een denkbeeldig pluisje van zijn hemd en kijkt afwisselend naar de vloer en naar de spreekster. Vanaf een afstandje voel ik met hem mee. De ceremoniemeester opent haar speech door hem te benoemen tot het achtste wereldwonder. De zaal lacht. H., zijn zus, oma en ik grinniken.

“Jij hebt een enorme eindspurt ingezet en bent nog net op tijd gearriveerd aan de diploma-streep! Dat verdient heel veel respect. Gelukkig voor jou was het jaar niet drie maanden korter”, zo vat de spreekster zijn laatste jaar bondig samen. Hij moet zelf erom grijnzen.

Als hij even later het podium beklimt om bij zijn mentor het diploma in ontvangst te nemen, moet ik even slikken. Ik kijk naar de leerkrachten, sommige nog jong, andere al flink op leeftijd. Maar allemaal kijken ze vandaag trots en blij. Het moet ook voor hen vreemd zijn om deze lichting, na alles wat ze samen hebben meegemaakt, nu los te moeten laten. Hun scholieren kwamen binnen als rupsjes en hebben zich onder hun vleugels ontpopt tot wonderschone vlinders.

Deze enthousiaste en betrokken docenten zijn niet alleen belangrijk voor de maatschappij, maar hebben ook voor mijn zoon veel betekend. Al zal hij dat – uiteraard – niet snel toegeven. In stilte bewonder ik ze voor het klaarstomen van al deze slimme en prachtige jonge mensen. Geluidloos bedank ik ze voor alle kennisoverdracht, voor het luisterend oor, voor de passie die ze bij menigeen hebben weten over te brengen voor hun vak. Voor al die mooie, relatief zorgeloze schooljaren en de bijpassende herinneringen die een leven lang meegaan. Leerkrachten zijn helden.

Zoonlief is nu toegekomen aan zijn rondje handen schudden. De vrouwelijke leerkrachten krijgen – o wonder! – drie pakkerds. Iedereen lacht, hij wordt op de schouders geslagen, moederlijk en vaderlijk toegesproken. En dan gaat hij het podium af, het felbegeerde papier schijnbaar achteloos in zijn hand geklemd.

De wijde wereld lonkt.

© Pascale Bruinen

diploma uitreiking2

diploma uitreiking

Wat zijn jouw herinneringen aan je diploma-uitreiking? Deel ze hier met anderen!