Nautische Mijmeringen

De zee is nagenoeg glad. Her en der rimpelt ze lieflijk, alsof een vrouwenhand zachtjes over blauw fluweel strijkt. Het water is als een schilderspalet waarop de kunstenaar los is gegaan in alle mogelijke kleuren blauw. Dichtbij zie ik azuur, turkoois en aquamarijn. Als mijn blik verder weg dwaalt over de reling ontwaar ik saffier, staal- en hemelsblauwe tinten, om aan de einder tenslotte te eindigen in een mengeling van de kleur van korenbloemen, kobalt en de inhuldigingsjurk van Máxima.

Ons schip lijkt niet zozeer te varen, maar eerder volslagen moeiteloos te glijden over een onmetelijke zilte vlakte. Hier wordt stilte hoorbaar.

Het eindeloze ritme van het water heeft een hypnotisch effect op me. Ik staar en staar en staar. Mijn ogen, gewend als ze zijn aan het ingeklemd zitten tussen de vier muren van huis, kantoor en zittingszalen, kunnen er maar geen genoeg van krijgen. De weidsheid van de zee geeft me een enorm gevoel van vrijheid. Mijn gelukshormonen zijn nog de enige die werken. Die maken nu zelfs overuren.

De zon zakt langzaam richting horizon. Voordat ze straks helemaal verdwijnt, laat ze mij  eerst nog genieten van een onvoorstelbare lichtshow. Als haar stralen de golven raken,  lijken ze eerst in miljoenen glazen stukjes te breken om vervolgens in een glinsterende sterretjesregen neer te dwarrelen.

Cruisen is ideaal voor moderne nomaden zoals ik. Voor mij niks ergers dan verplicht twee weken op één en dezelfde locatie te moeten zitten. De eerste avond met zijn allen even naar dat gezellige stadje. Leuk! De tweede avond ook, al heb ik het stadje dan al in een kwartiertje gezien want alles is nu een stuk bekender. En de derde avond verveel ik me er doorgaans al dood, zeker als er alleen maar van die toeristenwinkeltjes zijn.

Nee, dan cruisen! Het is heel dubbel: ik zie altijd reikhalzend uit naar de volgende bestemming maar ben evenzeer in mijn nopjes als we ’s avonds weer uitvaren, het onbekende tegemoet. Volgens de ongeschreven wetten van het cruiseleven wordt er dan altijd gezwaaid naar mensen op passerende bootjes (en geloof me, in vergelijking met ons schip lijken álle andere vaartuigen eerder van speelgoedformaat). En het leuke is: die zwaaien ook zonder uitzondering terug. Dat heeft gewoon wat. Volslagen onbekenden op weg naar totaal verschillende bestemmingen wiens zeewegen zich dat ene moment even kruisen en die elkaar enthousiast begroeten…Ik krijg er, ook na al die jaren, nog steeds kippenvel van.

Het blijft een heerlijk gevoel om na een opwindende ontdekkingsdag aan wal weer terug te keren op het schip, dat in feite een bestemming op zich is. De bemanning heeft gelijk als ze ons vriendelijk begroeten met “Welcome home!” want zo voelt het ook echt. En ’s ochtends is het steeds een feest om aan dek te gaan en te zien naar welke prachtige nieuwe plek het schip me nu weer heeft gebracht.

Ah, het leven op zee is mooi.

cruisemijmeringen

 

Van Invasie tot Capitulatie: de Bevrijding van Maastricht (3)

Nee, dit is geen column van mijn hand. Maar een “Kroniek van historische gebeurtenissen, zoals die zijn beleefd door een Maastrichtenaar”. En die Maastrichtenaar was mijn vader, Theo Bruinen. Hij schreef zijn zeer persoonlijke ooggetuigenverslag van die gedenkwaardige dagen in de Tweede Wereldoorlog, dat leest als een spannend jongensboek, op 11 november 2009. Hij was toen 86 jaar. Door zijn kroniek hier een plekje te geven op mijn eigen blog wil ik hem eren voor dit mooie document, dat een getrouwe weergave is van het roerige en emotionele tijdsbeeld van de stad Maastricht, zowel in haar donkerste als in haar vrolijkste dagen. Daarnaast is het nu zeventig jaar geleden dat Maastricht werd bevrijd, zodat het ook om die reden toepasselijk is dit stuk nu te publiceren.

Na het overlijden van mijn vader is zijn kroniek opgenomen in de collectie van het stadsarchief van de gemeente Maastricht, thans het Regionaal Historisch Centrum Limburg genoemd.

Deze week deel 3, het laatste deel. Hier volgt zijn tekst:

Vanaf de bevrijding tot het Ardennenoffensief

De bevrijding verandert ons bestaan wezenlijk. Voorbij is de druk en de dreiging van een meedogenloos regiem. Blijvend is de herinnering aan de massamoord op duizenden landgenoten, de razzia’s, de arbeidsinzet, de kampen en de martelingen.

Na de roes van de bevrijding herneemt het leven zijn gang. .Bedrijven functioneren weer en het werk wordt hervat. Wij koesteren de gevoelens van dankbaarheid en vrijheid. Wij leven immers aan de goede kant van de frontlijn. Op de persen van de “Limburger Koerier” wordt een nieuwe vrije krant gedrukt, die de naam “Veritas” krijgt. De hoofdredacteur blijkt mijn leraar Nederlands te zijn.

Het straatbeeld ziet er nu geheel anders uit.

De gehate uniformen zijn alleen nog te zien bij krijgsgevangenen op doortocht.

Wij bewonderen de jeeps en andere legervoertuigen, wij onderscheiden de verschillende types tanks. Bijzonder indrukwekkend zijn de tanks die landmijnen onschadelijk maken. Wij leren de rangen en bijbehorende emblemen van de militairen kennen.

Voor het eerst zien wij zwarte Amerikaanse soldaten. De integratie van blank en zwart blijkt bij de strijdkrachten nog maar nauwelijks tot stand gekomen te zijn, want de zwarte soldaten dienen in speciale eenheden die zich voornamelijk bezig houden met transport en bevoorrading.

Bijna voortdurend cirkelt boven de stad een klein verkenningsvliegtuig, dat door zijn geringe snelheid en eigenaardig motorgeronk door de inwoners ‘d’n dreuvige’ wordt genoemd.

Ik breng veel tijd door bij de radarwagen van de Anti Aircraft Artillery die gestationeerd is op de speelplaats van een school aan de Herbenusstraat.  Over de radar is nog maar weinig bekend.

De Amerikanen zijn erg open  in het geven van informatie, misschien zelfs tè open. Zo wordt mij uitgelegd dat Maastricht verdedigd wordt door zestien 80 mm kanonnen, waarbij ieder kanon omringd wordt door 4 draaibare 4-loops mitrailleurs. De gehele afweer wordt gestuurd vanuit de radarwagen.

De rantsoenering van levensmiddelen, kleding en schoeisel blijft van kracht. De voeding krijgt een welkome aanvulling met wittebrood uit Zweden. Vriendschap met soldaten laat ons kennis maken met voedsel uit legervoorraden. Zo krijgen veel gezinnen een aanvulling van de rantsoenen, meestal in de vorm van cornedbeef en bonen of zogenaamde k-rations (dat zijn een soort chocoladerepen met hoge voedingswaarde  en bestemd voor soldaten in de voorste linies).

Aan extra kleding komen is moeilijker maar van parachutestof  bijvoorbeeld kan van alles worden gemaakt en Amerikaanse dekens worden getransformeerd tot mantels.

Wie beroepshalve naar België mag reizen brengt stoffen en kousen mee terug. De Belgen blijken  in deze periode er veel beter voor te staan dan wij en daardoor is de waarde van de Belgische frank op de zwarte markt veel hoger dan de officiële koers. Bezit van of handel in vreemde valuta is streng verboden.

Het hoogste gezag over de stad is in handen van de Amerikaanse Town-Major die de dienst “Civil Affairs” leidt.

Het front is nog steeds akelig dicht bij de stad. Dat verklaart waarom voor reizen verder dan Beek, Valkenburg en Gulpen een pasje van Civil Affairs vereist is.

Om onze levensomstandigheden en gevoelens te begrijpen is een korte beschrijving van de militaire situatie onontbeerlijk. Met de verovering van Aken en de mislukte doorstoot naar de Rijnbrug in Arnhem komt de geallieerde opmars tot staan. Ruw gezegd loopt het front van Zeeland via de Biesbosch naar Nijmegen en vandaar naar de Maas tot Maasbracht. Van hier gaat het met een boog langs Zuid-Limburg naar Aken en vandaar ongeveer de Duitse landsgrenzen volgend tot Zwitserland.

De geallieerden benutten de pauze voor het aanleggen van reusachtige voorraden munitie, brandstof en ravitaillering voor het slotoffensief in de komende lente. Tussen het 1e Amerikaanse leger in de sector Luik-Aken en de Britten in de sector Sittard wordt bij Maastricht een geheel nieuw leger ingeschoven, namelijk het 9e onder bevel van generaal Simpson. Met voldoening volgen wij de formidabele opmars van onze Russische bondgenoten. Zij rukken op aan het gehele front van de Baltische tot de Zwarte Zee.

De Duitse propaganda maakt veel ophef over nieuwe geheime wapens. De V1 ofwel “vliegende bom” is een onbemand vliegtuig, dat 1000 kg. springstof bevat. Het wordt gelanceerd en is verder onbestuurbaar. Als de brandstof van de motor op is stort de V1 neer.

Bij het overvliegen volgen wij het projectiel aandachtig en als de motor stopt is het parool: snel dekking zoeken. Na twee explosies van prototypes van de V2 op 14 en 15 september zijn wij verder hiervan gespaard gebleven.

Verraders en collaborateurs worden opgepakt, streng behandeld en vernederd. Voor vrouwen zijn ook beschuldigingen van intieme betrekkingen met Duitsers aanleiding tot kaal knippen. Een aantal bekende stadgenoten wordt staande op een hooiwagen in de stad rondgereden.

Het zal enige tijd duren voordat de wonden van de bezetting zijn geheeld en meer humane opvattingen en de principes van de rechtstaat zullen terugkeren.

Een voorval blijft mij bij. Ik behoor tot een groepje dat vanaf het viaduct in Limmel Duitse krijgsgevangenen in open wagons ziet passeren. Spontaan hebben wij toen gescholden en “ausradieren” geroepen, met opzet het woord gebruikend waarmee de Führer de Engelse steden met totale vernietiging dreigde. Het gooien met stenen, dat één onzer van plan is, vinden wij te ver gaan en kunnen wij voorkomen.

De Amerikaanse genie heeft gezorgd voor twee pontonbruggen over de Maas, één op de plaats van de huidige Noorderbrug en één ter hoogte van de Blekerij. Als ik deze laatste per fiets oprijd, barst een reusachtig kanongebulder los. Ik zie vanuit de richting Slavante drie vliegtuigen naderen, omringd door grote aantallen zwarte pluimen, afkomstig van de luchtafweergranaten. Eén toestel stort neer. Terug van de brug kan niet meer en het enige dat ik kan doen is zo snel mogelijk de andere oever bereiken. Vanuit mijn ooghoek zie ik weer een toestel branden. Dan houdt het vuren ineens op. Ook het derde toestel heeft Maastricht niet bereikt. Mijn vrienden van de Anti Aircraft Artillery ben ik veel dank verschuldigd.

De legerleiding promoveert Maastricht tot “restcenter”, een plaats waar de frontsoldaten korte verloven kunnen doorbrengen. Organisaties als Katholiek Thuisfront schakelen zich hierbij in. Er worden dansavonden georganiseerd, waarbij Maastrichtse meisjes  als partners van de Amerikaanse verlofgangers fungeren. Veel soldaten vinden een tweede thuis bij gezinnen.

De betrekkingen met de bevrijders zijn innig. Vaak zelfs heel innig, getuige het aantal zwangerschappen dat hieruit voortvloeit.

De sfeer van blijdschap als gevolg van de bevrijding wordt levendig gehouden. Opmerkelijk is het groot aantal buurtfeesten in de verschillende stadsdelen.

Het  wachten is nu op het voorjaarsoffensief dat de vrede moet brengen. Dit zal zeker op de agenda staan van de topconferentie op 7 december 1944 waarbij de hoogste legerleiders Eisenhower, Bradley en Montgomery aanwezig zijn. Bijzonder interessant is het feit dat die conferentie gehouden wordt in het Maastrichtse Veldeke-College, dat 5 jaren mijn school was.

Van het Ardennenoffensief tot de capitulatie

Kort voor Kerstmis komt er plotseling een einde aan de betrekkelijke stilte aan de fronten. In de ochtend van 16 december 1944 komen ineens verontrustende berichten op de radio. Een Duits offensief in de Ardennen! De Amerikanen worden overrompeld. Door de dichte mist missen wij de geallieerde vliegtuigen. De Duitsers maken verontrustende vorderingen in de richting van de Maas en er wordt zeer wreed opgetreden tegen de Belgische inwoners.

De reacties van de geallieerden doen chaotisch en paniekerig aan. In de voormalige HBS in het villapark in Maastricht wordt opnieuw een topconferentie gehouden met vrijwel dezelfde legerleiders als op 7 december maar nu om de strategie te bepalen tegen de Duitse aanval. De Engelsen gaan een deel van de frontsector overnemen. Amerikanen vertrekken in zuidelijke richting. Er heerst onrust. Er is een bedreigend gevoel: het zal toch niet zo zijn dat de moffen terugkomen?

Een aantal ongeruste inwoners gaat veiligheidshalve op weg in westelijke richting. Reeds in bezit van een reispas van Civil Affairs voor Zuid-Limburg slaag ik erin deze ook geldig te maken voor Brussel en dan vertrek ik per fiets op weg naar familie in Braine-le-Compte, ca. 50 km ten zuiden van Brussel.

In de buurt van Brussel wordt de stroom vluchters alsmaar groter. Bij gebrek aan voldoende accommodatie wordt er overnacht op vloeren van café’s. In Brussel kan ik een electrische trein nemen naar mijn einddoel.

Mijn verblijf in Braine-le-Compte is geruststellend. De Belgische regering slaagt erin alle pessimisme bij de bevolking weg te nemen. “Het is niet meer 1940”, is de boodschap. Hoewel ook hier nog een distributiestelsel van kracht is, blijkt geen sprake van een tekort aan levensmiddelen. De levendige zwarte handel werkt hier met veel lagere prijzen dan in Nederland.

En dan op 23 december 1944 krijgen wij een schouwspel dat een onuitwisbare indruk achterlaat. In de ochtenduren breekt de hemel open en een heldere winterzon komt te voorschijn. Dat blijkt het signaal voor de grootste inzet van de geallieerde luchtmacht in de oorlog.

Een oorverdovend geluid van vliegtuigmotoren doet iedereen naar buiten komen. Kijkend in zuidelijke richting zien wij eindeloze rijen vliegtuigen in oostelijke richting gaan. Aan de andere kant zijn er eveneens eindeloze rijen vliegtuigen op de terugweg. Wij voelen aan dat dit het definitieve einde betekent van de Duitse ambitie nog iets terug te kunnen doen.

Op 31 december ga ik terug naar Maastricht. Per trein naar Brussel, op de fiets naar Tongeren en vandaar in een Amerikaanse jeep naar huis.

Uit de later bekend geworden geschiedschrijving blijkt zich het volgende te hebben afgespeeld. De frontsector tussen Aken en het groothertogdom Luxemburg was door de Amerikanen zwak bemand. Juist daar dachten de Duitsers nog eens te kunnen toeslaan. Generaal von Rundstedt verzamelde een leger van 250.000 man, waaronder een aantal pantserdivisies. Het offensief was een totale verrassing voor de Amerikanen. De eerste dagen van de aanval werden grote vorderingen gemaakt. Vooruitgeschoven patrouilles bereikten de Maas. Bastogne werd omsingeld. De geallieerde luchtmacht kon niet in actie komen door de dichte mist die enkele weken aanhield.

Pas na wekenlange gevechten begon de geallieerde reactie vruchten af te werpen. Het 9e leger viel de noordflank aan en het 3e leger van generaal Patton bedreigde de Duitse zuidflank. Bastogne, dapper verdedigd door een luchtlandingsdivisie, had stand gehouden en werd ontzet. Van 23 tot 26 december heeft de geallieerde luchtmacht 17.000 vluchten uitgevoerd!

Het Ardennenoffensief was de laatste bedreiging door de vijand. De eerste maanden van 1945 werden gekenmerkt door de voorbereidingen voor de komende geallieerde eindaanval.

Nog voor het grote offensief slagen de Amerikanen erin de brug over de Rijn bij Remagen vrijwel onbeschadigd in handen te krijgen. Kort daarna steken zowel de Amerikanen als de Engelsen de Rijn over.

Een nieuw hoogtepunt in het verloop van de oorlog is de ontmoeting met het Russische leger. Na vier jaren en duizenden kilometers dringen de Russen door tot in Berlijn.

Op 5 mei 1945 zit ik in een bioscoop. Plotseling wordt de film afgebroken. Generaal Blaskowitz heeft in Wageningen de overgave getekend van de Duitse legergroep Noordwest.

De straten lopen vol met blije mensen. De klokken beginnen te luiden en na vijf jaar duisternis springt de straatverlichting aan.

Het spontane volksfeest zal de hele nacht duren.”

J.Th. Bruinen

invasie 5 bevrijding

 

 

Van Invasie tot Capitulatie: de Bevrijding van Maastricht (2)

Nee, dit is geen column van mijn hand. Maar een “Kroniek van historische gebeurtenissen, zoals die zijn beleefd door een Maastrichtenaar”. En die Maastrichtenaar was mijn vader, Theo Bruinen. Hij schreef zijn zeer persoonlijke ooggetuigenverslag van die gedenkwaardige dagen in de Tweede Wereldoorlog, dat leest als een spannend jongensboek, op 11 november 2009. Hij was toen 86 jaar. Door zijn kroniek hier een plekje te geven op mijn eigen blog wil ik hem eren voor dit mooie document, dat een getrouwe weergave is van het roerige en emotionele tijdsbeeld van de stad Maastricht, zowel in haar donkerste als in haar vrolijkste dagen. Daarnaast is het nu zeventig jaar geleden dat Maastricht werd bevrijd, zodat het ook om die reden toepasselijk is dit stuk nu te publiceren.

Na het overlijden van mijn vader is zijn kroniek opgenomen in de collectie van het stadsarchief van de gemeente Maastricht, thans het Regionaal Historisch Centrum Limburg genoemd.

Deze week deel 2. Hier volgt zijn tekst:

Van de invasie tot de bevrijding op 14 september 1944

Ons leven verandert in deze dagen drastisch. Voor een belangrijk deel komt dit tot uiting in het straatbeeld. Tot dusverre waren wij gewend aan marcherende en zingende Duitse eenheden. Wij zagen geregeld de legervoertuigen, de motoren van de ordonnansen en de  overvalwagens. Wij kenden de uniformen van Wehrmacht. Luftwaffe en Sicherheitspolizei.

Alles ademde de geest van militaire discipline, tot bij het uitoefenen van terreur toe.

Wat nu gebeurt is hiermee in fel contrast. Dagenlang zijn wij getuige van een eindeloze colonne vrachtwagens, veldgeschut, boerenkarren, hooiwagens, autobussen uit de bezette steden, bakkerswagens, kortom alles wat motorisch of met paarden in de richting van Duitsland kan worden voortbewogen. Alle vervoermiddelen worden bevolkt, soms overbevolkt met een bonte mengeling van soldaten, piloten, verpleegsters, telefonistes en burgerpersoneel. Het chaotische beeld wordt gecompleteerd door de boomtakken die ter bescherming tegen luchtaanvallen als camouflage worden meegevoerd.

Wij staan op straat om deze optocht, of liever aftocht niet te missen. Wij moeten onze gevoelens verbergen en vooral ernstig blijven kijken, wetende dat iedere blijk van spot of leedvermaak tot escalatie kan leiden. De haatdragende blikken die ons toeschouwers ten deel vallen vormen een duidelijke waarschuwing. Met ingehouden vreugde zien wij zowel hier wonende Duitse als NSB-families huisraad op karren laden.

Scholen blijven nu gesloten, gewerkt wordt alleen nog maar waar dit hoognodig is. Leidde voorheen iedere vorm van staking tot het fusilleren van gijzelaars, nu komt er geen reactie.

Ook Gestapo en Sicherheitspolizei blijken hun biezen te hebben gepakt. Als de aftocht voltooid is heerst er op straat een opmerkelijke stilte.

Op 10 september is er dan ineens een Duitse infanteriecolonne die passeert op het moment dat geallieerde vliegtuigen pamfletten uitstrooien met de oproep aan de Duitse soldaten de strijd te staken. Natuurlijk willen wij exemplaren bemachtigen en triomfantelijk tonen wij ze aan onze kameraden. Op dat moment richt een Duitse officier een pistool op onze borst en grist de pamfletten uit onze handen. Geen wereldschokkend nieuws dit incident maar wel tekenend voor het nog steeds aanwezige Duitse fanatisme, zelfs nog in deze fase van de oorlog.

Op 12 september meldt de Britse radio de bevrijding van Tongeren. Het uur U is nu toch wel heel dichtbij!

Om 2 uur in de nacht van 12 september worden wij opgeschrikt door de huisbel. Wordt nu een schrikbeeld van vele jaren toch nog werkelijkheid? Ik kijk door het deurraampje en zie in het maanlicht de contouren van een Duitse helm en geweer. Ik posteer mij bij de achterdeur om te vluchten indien de vrees bewaarheid wordt. Achteraf misschien naïef maar impulsief en doordacht gaan nu eenmaal niet samen. Mijn moeder gaat naar de voordeur wat voor haar de zwaarste gang van haar leven moet zijn geweest.

De bezoeker in uniform van de Sicherheitspolizei spreekt Maastrichts en blijkt een notoire NSB-er te zijn, die in onze straat heeft gewoond. Hij overhandigt het bevel voor mij om schuttersputjes te gaan graven op de Meerssenerweg.

Het motief voor de gekozen manier van handelen voor het overhandigen van een bevel laat zich slechts raden.

Door het veelvuldige luchtalarm vertoeven wij vaak in de onderaardse gangen van bastion de Erfprins, dat als schuilkelder is ingericht. Een viertal jongemannen blijkt een soortgelijk bevel van putjes graven te hebben ontvangen. Wij besluiten aan het bevel geen gevolg te geven. Eén lid van ons groepje kent een ruimte in de kazemat waarvan de ingang door puin onzichtbaar is. Omdat wij niet zeker weten of in de gegeven omstandigheden nog sancties mogelijk zijn hebben wij veiligheidshalve die ruimte voor een meerdaags verblijf geschikt gemaakt. 

In de late namiddag van 13 september horen wij een geluid dat aanhoudt. Het geluid lijkt op het gejuich dat wij leerden kennen als MVV aan de Boschpoort een doelpunt maakte. Zou het dan toch zo ver zijn? Omdat in Maastricht-West geen enkele activiteit te bespeuren is, durven wij het niet te geloven.

Wij gaan boven op het bastion staan en kunnen van daaruit de toren van het station in Wijck zien. Daar zien wij dan de Nederlandse driekleur. De gevoelens die dit moment oproepen zijn niet te beschrijven.

Toch is het nog te vroeg om feest te vieren, want op de Brusselsestraat heeft een groepje Duitse soldaten een handgranaat door een raam van een huis gegooid omdat de bewoner de vlag had uitgestoken.

14 september 1944

In alle vroegte besluit ik de situatie in de stad te verkennen. De sfeer is nog wat onwezenlijk. Geallieerde soldaten zijn nog niet te zien. Op het Vrijthof zijn de eerste vlaggen uitgestoken en er lopen gehelmde mannen in blauwe overalls met oranje armbanden, leden van de zogenaamde binnenlandse strijdkrachten. Omdat de Amerikanen wel aan de overkant van de Maas in Wijck zijn, ga ik naar de Maasbrug en daar staan enkele honderden mensen. De brug is weliswaar opgeblazen doch de puinhopen vormen toch nog een oeververbinding.

Dan gebeurt het ongelofelijke: de eerste Amerikaan komt kruipend en klimmend over de puinhopen van de brug op de westelijke oever aan. Voor het eerst zien wij een bewapende Amerikaanse soldaat in levenden lijve. Tot diens eigen verbazing wordt hij door een aantal mannen op de schouders gehesen en wordt een rondedans met hem gemaakt. Korte tijd later komt nummer twee en ook hij ondergaat dezelfde wijze van begroeting. Dit tafereel maakt een diepe indruk. Zie hier, midden in een gruwelijke wereldoorlog een uiting van spontane  blijdschap, dankbaarheid en warme menselijke gevoelens!

Vanaf de Kesselskade dringen muzikale klanken tot ons door. Er nadert een kleine stoet. De kern wordt gevormd door een opgepakte collaborateur, geflankeerd door verzetsmensen. Voorop in de stoet loopt een accordeonist die voor de muzikale begeleiding zorgt. Eerst is er wat gejoel en dan wordt het toen zo populaire lied “oh n.s.b. gij zult de stad verlaten” massaal meegezongen. Zo lukt het de Maastrichtenaren om ook van ernstige gebeurtenissen een soort volksfeest te maken.

In de namiddag verzamelen de Amerikaanse infanteristen zich op een zonnig Vrijthof dat nu één groot kleurenpalet is. Behalve Nederlandse zijn er ook geïmproviseerde Amerikaanse, Britse, Franse en zelfs Russische vlaggen. In gesprekken met de soldaten blijkt dat Amerika geen regionaal opgebouwde strijdkrachten heeft, maar dat in iedere eenheid alle staten vertegenwoordigd kunnen zijn. “Ik ben in veel bevrijde steden geweest maar zo’n versiering en zoveel kleur heb ik nergens gezien.” Aldus een spraakzame Amerikaan uit Oklahoma.

In de latere namiddag gebeurt iets waarvan wij op dat moment de betekenis en draagwijdte niet kunnen bevroeden. Een enorme knal zonder enig spoor van een vliegtuig doet iedereen schrikken. De volgende dag heeft eenzelfde explosie plaats in de buurt van Vroenhoven.

Ik heb inmiddels kennis gemaakt met een Amerikaanse soldaat die de radarwagen van de luchtafweer bemant. Hij vertelt mij dat de explosies veroorzaakt moeten zijn door projectielen waarvan noch de snelheid, noch de hoogte op zijn schermen af te lezen waren. Het moet volgens hem wel om een heel belangrijke zaak gaan want verscheidene hoge officieren zijn bij hem in de wagen geweest en daarna in allerijl naar Vroenhoven gereden (later vernamen wij in Britse documentaires dat zowel bij Luik als bij Maastricht in de septemberdagen prototypes van de V2-raketten zijn gelanceerd, pas later gevolgd door de massale aanvallen op Antwerpen en Londen).

Het front is nog akelig dichtbij en de bevrijding van Zuid-Limburg is nog verre van voltooid.

Zeer indrukwekkend en geruststellend is de doortocht van de tankdivisie “Hell on Wheels”. Drie rijen zware tanks rollen over de Statensingel, richting Duitsland.

In de maand september komt een einde aan de geallieerde opmars. Wij mogen ons gelukkig prijzen dat dit gebeurt ná de bevrijding van Zuid-Limburg, dat wel nog maandenlang frontgebied blijft met als dieptepunt het Duitse Ardennenoffensief.

Op een nieuw spontaan volksfeest zullen wij nog maanden moeten wachten.”

J.Th. Bruinen

invasie 2

Van Invasie tot Capitulatie: de Bevrijding van Maastricht (1)

Nee, dit is geen column van mijn hand. Maar een “Kroniek van historische gebeurtenissen, zoals die zijn beleefd door een Maastrichtenaar”. En die Maastrichtenaar was mijn vader, Theo Bruinen. Hij schreef zijn zeer persoonlijke ooggetuigenverslag van die gedenkwaardige dagen in de Tweede Wereldoorlog, dat leest als een spannend jongensboek, op 11 november 2009. Hij was toen 86 jaar. Door zijn kroniek hier een plekje te geven op mijn eigen blog wil ik hem eren voor dit mooie document, dat een getrouwe weergave is van het roerige en emotionele tijdsbeeld van de stad Maastricht, zowel in haar donkerste als in haar vrolijkste dagen. Daarnaast is het nu zeventig jaar geleden dat Maastricht werd bevrijd, zodat het ook om die reden toepasselijk is dit stuk nu te publiceren.

Na het overlijden van mijn vader is zijn kroniek opgenomen in de collectie van het stadsarchief van de gemeente Maastricht, thans het Regionaal Historisch Centrum Limburg genoemd.

Deze week deel 1. Hier volgt zijn tekst:

Van Invasie tot Capitulatie: De Bevrijding van Maastricht.

Kroniek van historische gebeurtenissen, zoals die zijn beleefd door een Maastrichtenaar.

Inleiding: Euforie na de hel

Als mij gevraagd wordt welke momenten de meeste indruk hebben gemaakt toen de jarenlang gekoesterde droom van bevrijding werkelijkheid werd, dan moet ik er twee noemen.

Voor het eerste gaan de gedachten terug naar de namiddag van 13 september 1944. In de verte klinken geluiden die van gejuich afkomstig lijken. Staande bovenop het bastion de “Erfprins” aan de Statensingel is de toren van het station in Wijck te zien en daaraan wappert de rood-wit-blauwe vlag. Het hijsen van de nationale driekleur is gedurende vier en een half jaar strikt verboden geweest en daarom kan dit maar één ding betekenen: bevrijding!!!

”Zij zijn er nu echt!”

Nu, vele jaren later, ervaar ik bij de herinnering aan dat moment nog steeds de opwinding en het gevoel van onbeschrijfelijke euforie van toen.

Voor het tweede onvergetelijke moment ga ik terug naar de vroege morgen van 14 september toen de eerste Amerikaanse soldaat klimmend en kruipend over de puinhopen van de Servaasbrug de Maastrichtse oever bereikte en daar door de samengestroomde stadgenoten op de schouders werd genomen voor een spontane rondedans. Midden in een gruwelijke wereldoorlog een uiting van blijdschap en warme menselijke gevoelens.

Spannende maanden gingen aan dit moment vooraf.

Van de invasie tot de bevrijding op 14 september 1944

6 juni 1944

Nauwelijks op mijn werkplek  aangekomen gaat om 9 uur de telefoon. Het is mijn schoolvriend die mij dringend verzoekt bij hem thuis “een pakje op te halen”, ons codewoord voor groot nieuws. Ik begrijp hieruit dat er iets belangrijks te melden valt.

Al sinds het begin van de bezetting is het luisteren naar de Engelse radio streng verboden en overtreders riskeren opgepakt te worden door de Gestapo. Ofschoon het nog gevaarlijker wordt na de inleveringsplicht van alle radio’s in juni 1943 heeft mijn vriend een radio achtergehouden en ingebouwd in een oude kast bij hem op zolder. Hier komen wij geregeld bij elkaar en meer op de vloer liggend dan zittend luisteren wij naar de Engelse radio met onze oren tegen het apparaat gedrukt, want de geluidssterkte mag niet te hoog zijn. Omdat de Nederlandstalige uitzendingen van radio Oranje door de Duitsers worden gestoord luisteren wij naar de (ongestoorde) BBC. Gelukkig is onze kennis van het Engels voldoende om het nieuws te volgen.

Als ik bij mijn vriend aankom staat deze mij al op te wachten. “Het is begonnen” is het enige dat hij zegt. Dan direct naar de zolder en wij horen het vertrouwde: “this is the BBC home- and forces program; here is the news and it is Frank Philips reading it”. Vandaag heeft deze aankondiging iets feestelijks. De proclamaties van generaal Eisenhower en Winston Churchill maken duidelijk dat de invasie nu echt een feit is !!

Jarenlang hebben wij hiernaar uitgekeken in de overtuiging dat bevrijding en overwinning alleen op deze wijze bereikt kunnen worden. Normandië blijkt het eerste invasiedoel te zijn en dat is verrassend omdat het niet op de kortste afstand vanuit Engeland ligt. Wij blijven in grote spanning alle berichten beluisteren op wat later “de langste dag” zou worden genoemd.

7 juni – 24 juli 1944

Deze periode wordt gekenmerkt door hevige strijd en moeizame uitbouw van de gevormde bruggenhoofden. Dagelijks pas ik op een gedetailleerde kaart van Normandie de frontlijn aan.

Ik raak vertrouwd met de namen van steden en dorpen: Caen, Bayeux, Saint Lo, Falaise, Arromanches, St Pierre-Eglise. De bevrijding van Cherbourg betekent het verwerven van een grote haven, dringend nodig na de storm die de kunstmatige Mulberry-haven verwoestte.

Al met al een spannende periode.

De bezetting wordt grimmiger. Enkele maanden tevoren krijgen de jaargangen 1922, 1923 en 1924 – waartoe ik behoor – integraal bevel zich te melden voor de arbeidsinzet in Duitsland. Werkgevers van “kriegswichtige” bedrijven kunnen mondjesmaat vrijstelling krijgen via speciale “Ausweise”. Gelukkig worden bijna alle bedrijven als zodanig beschouwd.

Geregeld worden op straat razzia’s gehouden om de weigeraars van de “Arbeitseinsatz” op te pakken. De rantsoenering wordt steeds krapper.

24 juli – 3 september 1944.

Dan komen de berichten waarop wij bijna 7 weken hebben gewacht.

Op 24, 25 en 26 juli forceren de geallieerden een doorbraak bij Avranches en vanaf dat moment waaieren zij uit over Frankrijk. Eén maand later volgt de bevrijding van Parijs dat ontkomt aan vernielingen, omdat de Duitse commandant het bevel “verschroeide aarde” toe te passen, negeerde.

Behoudens enkele bommen in mei 1940 is Maastricht tot dusverre gespaard gebleven van ernstig oorlogsgeweld. Jarenlang zijn wij gewend geraakt aan het geluid van s’nachts overvliegende eskaders van de Royal Air Force wanneer wij op de aanvliegroute lagen van de als doelwit gekozen Duitse steden. Luchtgevechten, afweergeschut en neergestorte vliegtuigen waren de oorzaak van veelvuldig luchtalarm, doch van een gerichte aanval is nooit sprake geweest.

Dat wordt nu anders.

De geallieerde luchtmacht valt tot ver achter het front de Duitse verbindingslijnen aan. Dit gebeurt met lichte bommen en boordgeschut door de zogenaamde jachtbommenwerpers maar ook door formaties “vliegende forten” die vanaf grote hoogte het gekozen doel aanvallen met een “bommentapijt”, zo genoemd omdat de vliegtuigen hun bommen vrijwel gelijktijdig droppen, waardoor een grote oppervlakte rond het doel getroffen wordt.

Op 18 augustus krijgen wij een voorproef van het leed dat de strijd kan meebrengen. Amerikaanse eskaders werpen midden op de dag twee bommentapijten op de spoorbrug over de Maas met als resultaat bijna honderd doden en twee verwoeste woonwijken op de beide oevers. Extra triest is het feit dat de brug nauwelijks beschadigd wordt.

Na de val van Parijs beginnen wij serieus aan onze eigen bevrijding te denken. Het gaat er nu om wanneer en hoe want dat de bevrijding eens zal komen hebben wij steeds rotsvast geloofd, zelfs op kritieke momenten zoals tijdens de “slag om Engeland” en de opmars naar Moskou. Vooral het hoe houdt ons bezig. Het slechtste scenario zou zijn middels straat- en huis-aan-huis gevechten zoals b.v. in Caen, Falaise en Cherbourg. Daarentegen zijn Rome en Parijs voorbeelden van een gelukkig scenario. Onze grote vrees is dat het front vóór Maastricht zal vastlopen na de snelle opmars tot nu toe.

Ondanks de oplopende spanning kunnen wij een gevoel van opwinding niet onderdrukken. Wij zijn immers getuige van historische gebeurtenissen van een enorme importantie. Het nieuws van de bevrijding van Brussel op 2 en 3 september heeft een euforische stemming tot gevolg. Nog maar 100 km!

Al onze aandacht is nu gericht op Tongeren want vanuit die richting verwachten wij de bevrijders. De lange verbindingslijnen vertragen de opmars, voornamelijk wegens stagnatie van de brandstofaanvoer.

Later vernemen wij dat als gevolg hiervan de infanterie taken van de gemotoriseerde eenheden moest overnemen hetgeen uiteraard van invloed was op het tempo van de opmars.”

J.Th. Bruinen

invasie 1