Leeskeel

Ah! Het is vakantie, de zon schijnt aan een felblauwe, wolkenloze hemel en er heersen tropische temperaturen. Genoeg reden dus om het er van te nemen en – deugdelijk ingesmeerd – verantwoord bij te bruinen (al zal dit ongeacht de beschermingsfactor volgens dermatologen een contradictio in terminis zijn).

Ik heb echter weinig geduld om aan iedere kant gelijkmatig bruin te bakken. Mijn voorkeur gaat ernaar uit om lekker iets achterover geleund in een ligstoel te liggen. Maar dan wel met het nodige leesvoer.

Dus lees ik me een ongeluk. Een tijdschrift, roman of biografie. En niet te vergeten de kranten. De zomer is ook een perfecte tijd om sommige favoriete boeken te herlezen. Ik lees, kortom. alles wat los en vast zit (zie daarvoor ook mijn column “Lettervreter”).

Daar zit echter één ieniemienie nadeeltje aan, zo blijkt als ik na een paar dagen eens goed in de spiegel kijk. EEK! Mijn gezicht en hals zijn aardig gekleurd, maar mijn keel is nog spierwit. WIT! Ik kijk nog eens goed met de lamp aan, maar de witte vlek op mijn hals is onmiskenbaar. Het is de schaduw die mijn kin werpt als ik – min of meer rechtop – in de zon lees. Oh mijn God. Ik heb een leeskeel.

De dag erna ligt deze meid daarom 100% horizontaal gestrekt op haar rug op een ligbed. Mijn boeken, kranten en tijdschriften heb ik veilig opgeborgen. Mijn hoofd kantel ik zover mogelijk achterover en ik steek mijn kin fier de lucht in. Zo! Zullen we nog eens zien of die keel wit blijft. Ik kijk op mijn horloge om te checken hoe laat ik precies begin aan mijn projectje “Leeskeel bijbruinen 3.0”.

“Komt de zon nu ook op mijn keel?”, vraag ik H. die naast me ligt. Zonder boek en mét een jaloersmakende even bruine keel als de rest van hem. “Op je keel? Hoezo, op je keel? Je ligt helemáál in de zon”, amtwoordt H. verbaasd, kennelijk zonder de flauwste notie te hebben van mijn urgente leeskeel-probleem. “OK”, zeg ik daarom dan maar zonder nadere uitleg te geven. Mannen!

Hoelang zou het duren voordat de gemiddelde keel een kleurtje krijgt?, vraag ik me ondertussen af. Ik kijk stiekem op mijn horloge. Er zijn precies acht minuten verstreken. Toch krijg ik langzamerhand al een stijve nek. Om maar te zwijgen van mijn kaakspieren, die ook al beginnen te protesteren vanwege mijn nogal onnatuurlijke houding.

Hmmm, de tijd gaat zo wel erg langzaam. Ik bedoel, zo zonder boek of iets anders leesbaars. Eerlijk gezegd heb ik er eigenlijk al een beetje genoeg van en er zijn nu pas welgeteld negentwintig minuten om. Op de kop af. In negenentwintig minuten zou zo’n witte keel toch wel iets bijgekleurd moeten zijn. Zeker weten. Ik voel zelfs al iets van zonnebrand op die plek, dus…

Ik kom overeind en haast me naar de spiegel. Niks bijgebruind, de plek is en blijft hartstikke wit. Als dat zo moet, kan ik evengoed weer lekker verder lezen. In een normale houding. En dus grijp ik mijn boek, zet ik de rugleuning van het ligbed omhoog en installeer ik me in mijn favoriete leesstand.

En die leeskeel? Die tackel ik wel met zelfbruiner.

© Pascale Bruinen

leeskeel