Ik voel me vreemd. Licht in het hoofd, grenzend aan duizeligheid. Het is benauwd in de gymzaal. Er hangt een muffe geur van natte jassen vermengd met zurig angstzweet. Misschien wel het mijne.
De vellen worden zwijgend uitgedeeld door een nurks kijkende surveillant. Als ze op mijn lessenaar landen durf ik ze eerst niet te bekijken. In plaats daarvan loer ik om me heen. Mijn buurman kauwt op zijn potlood. Het meisje voor me is al als een bezetene aan het pennen. Anderen zijn geconcentreerd aan het lezen. Ik voel de bekende misselijkheid opkomen.
Ik kijk op de grote wandklok en zie dat al vijf hele minuten verstreken zijn. Mijn mond wordt kurkdroog. Ik kan het niet langer uitstellen. Ik adem diep in en kijk op het papier. De letters en cijfers dansen voor mijn ogen. Ze lijken wel van het blaadje te springen. De neuronen in mijn brein weigeren elke vorm van samenwerking.
Ik voel de pen uit mijn klamme hand glijden en kan alleen maar toezien hoe hij, als in slow motion, tergend langzaam over de rand van mijn tafeltje rolt en op de linoleumvloer valt.
Ik buk me en graai er blindelings naar. Ik kan hem niet meer vinden. Bij het omhoog komen valt me plots op hoe jong iedereen om me heen eigenlijk is. Wat moeten ze wel niet van mij denken. Dat ik zo’n jaar of dertig gedoubleerd heb? Ergens klopt er hier iets niet, denk ik. Op de een of andere manier heb ik dit al eens eerder meegemaakt. Is dit nu wat je een déjà vu noemt?
Ineens valt het kwartje. Een onbeschrijflijk grote opluchting maakt zich van me meester als ik in een split second de waarheid doorgrond. Gerustgesteld schuif ik mijn stoel achteruit en loop naar voren, gevolgd door 76 paar ogen. Ik hoef dit helemaal niet te doen want ik heb het allemaal al gedaan! Ik heb de hele middelbare school zelfs allang afgemaakt. Ik mag gewoon weglopen uit deze hel.
En net op het moment dat ik triomfantelijk de maagdelijke blaadjes op het bureau van de verbijsterde surveillant laat dwarrelen schiet ik wakker. De werkelijkheid dringt stukje bij beetje tot me door. Het eerste wat ik denk is: “God zij dank!”
Het tweede is: “Oh God nee hè!”. Mijn zoon en dochter zijn er net aan begonnen.
© Pascale Bruinen
Lijkt het er voor jou soms ook meer op dat jíj proefwerkweek hebt dan je pubers? Zodanig dat je er soms zelfs over droomt? Je bent niet alleen. Schrijf het hier veilig van je af tussen gelijkgestemden!