Ik vertrek

Zalvende stem van de voice-over:

“Hans en Trudy gaan, na jaren in Lutjebroek bij een baas te hebben gewerkt, nu voor zichzelf beginnen. Ze emigreren naar Azerbeidzjan om daar een winkel in tweedehands badkuipen te gaan runnen”.

Of deze.

“Merel en Paul hebben na lang dubben de knoop eindelijk doorgehakt. Ze gaan een zonnestudio opstarten in Kenia”.

Maar de favoriet blijft toch:

“Janneke en Henk-Jan hebben genoeg van alle regeltjes in Nederland en verhuizen met het hele gezin (Jantien, Jannes en Janke) naar het binnenland van Roemenië waar ze een camping gaan exploiteren”.

Zomaar drie zinnen die de opening zouden kunnen zijn van het goed bekeken tv-programma “Ik Vertrek”. Voor de enkeling die het niet kent: dat is een programma waarin doodgewone mensen besluiten het roer radicaal om te gooien door in het boze buitenland voor zichzelf te beginnen. Hetgeen uiteraard gepaard gaat met gierende emoties, heftige teleurstellingen en financiële debacles.

De formule is even simpel als doeltreffend: kies een stel dat door zou kunnen gaan voor je buren; zorg ervoor dat het enthousiasme voor een meestal op voorhand al totaal kansloze missie ervan af spat; kies bij voorkeur mensen die over meer dan gemiddelde naïviteit beschikken; laat het stel weliswaar iets voorbereiden maar vooral niet te veel.

Gevolg van deze combinatie van factoren is feel good tv van de bovenste plank. Immers:

* vanaf de veiligheid van je eigen vertrouwde bank leef je met ze mee en spoor je ze luidkeels aan om het juk van loonslaaf voorgoed van zich af te gooien. In gedachten ga je ondertussen na hoe het voor jezelf zou voelen om na de zoveelste op niks uitgedraaide vergadering tegen jouw baas op nonchalante wijze te zeggen: “Oh ja, ik heb nog wel wat voor de rondvraag. Ik neem ontslag bij deze ballentent want ik ga voor mezelf beginnen!”;

* is het zalig om ongegeneerd mee te janken als je ziet hoe moeilijk de emigranten in spé het hebben op hun o zo Hollandse afscheidsfeestje waar steevast zo’n gezellige-foto-van-achterblijvers-in-wissellijst cadeau wordt gegeven, oma Bertie in huilen uitbarst bij het vooruitzicht haar kleinkinderen te moeten gaan missen en zelfs die stuurse opa Hendrik met verdacht vochtige ogen in de camera kijkt;

* wacht je vol ongeduld op het moment dat je je met de nodige Schadenfreude helemaal suf kunt lachen als al snel na aankomst in het godvergeten gat blijkt dat er voorlopig, zeg maar het eerste half jaar, nog geen internetverbinding of telefoon beschikbaar zal zijn;

* word je rood van plaatsvervangende schaamte als je ziet dat de emigranten de taal van hun nieuwe thuisland niet eens op Jip en Janneke niveau spreken, zodat zelfs iets simpels als het bestellen van brood bij de bakker leidt tot een gênante vertoning;

* aanschouw je met stijgend ongeloof dat ze in hun ontsnappingsroes gemakshalve al begonnen zijn met die mega-verbouwing van uitgeleefde koestal naar chambre d’hôtes maar vergeten zijn een vergunning daarvoor aan te vragen zodat de burgemeester in hoogsteigen persoon (dat besnorde mannetje in rubber laarzen) alles acuut stillegt;

* kijk je hoofdschuddend toe hoe er plots nietsvermoedende gasten (die overigens altijd allemaal uit Nederland komen, locals boeken dit soort localiteiten nooit) op de stoep staan van een onderkomen wat nog lang niet af is en waar je normaliter nog geen varken in zou laten slapen.

Ironisch genoeg ontdekken de nieuwkomers pas op de plaats van bestemming dat hun nieuwe thuisland vaak minstens even veel, zo niet méér regels heeft dan Nederland. De meeste stellen hebben zich echter geen enkele moeite getroost om op dit vlak vooraf netjes hun huiswerk te doen.

Opvallend is ook dat de emigranten er voetstoots van uit gaan dat het oer Hollandse adagium “afspraak is afspraak” ook deel is van het cultureel erfgoed van bijvoorbeeld Spanje. Denk je in de binnenlanden van Andalusië op maandag om 9.00 uur een afspraak te hebben met de loodgieter zodat die vervelende lekkage wordt verholpen, mag je blij zijn als hij ergens in die zelfde week nog komt opdagen. Als de gestreste man des huizes de loodgieter in kwestie eindelijk aan de telefoon krijgt en in gebroken Engels wanhopig vraagt wanneer hij dan wel komt, luidt het antwoord: “Mañana, mañana”. Ja, morgen is inderdaad weer een dag, maar wat onze Nederlandse vrinden dan nog niet weten is dat er niet letterlijk morgen wordt bedoeld. Vrij vertaald betekent het: “Ik zie wel óf en zo ja wanneer ik kom”.

Het succes van deze inmiddels beproefde formule is hoogstwaarschijnlijk te danken aan het gegeven dat alle kijkers, waarvan velen ongetwijfeld in een midlifecrisis verkeren maar nog in de ontkenningsfase zijn, stiekem precies dezelfde dromen hebben als de deelnemers. Alleen met dit verschil dat de kijkers er eindeloos over nadenken, praten en twijfelen om dan weer over te gaan tot de saaie maar o zo vertrouwde orde van de dag, terwijl de deelnemers de stap daadwerkelijk zetten.

Dankzij de tv-avonturen van de dappere deelnemers kunnen alle lafbekken, schrijfster dezes zeker niet uitgezonderd, voor een minuutje of vijftig ook hun droom – die doorgaans ook altijd alleen maar een droom zal blijven – leven en beleven. Kunnen ze eventjes proeven aan hoe het zou zijn om het écht te doen. En hopen ze eigenlijk dat de deelnemers niet slagen in hun missie als zelfstandig ondernemer in het buitenland. Want dan voel je je zelf meteen een stuk beter omdat je wordt bevestigd in je keuze voor de veilige status quo. Blijf zitten waar je zit en verroer je niet is zo gek nog niet, denk je dan zelfgenoegzaam terwijl je nog een lekkere hand pringles naar binnen werkt.

Andersom, als ze na overwinning van tegenslag wel succes hebben en geluk vinden in hun nieuwe bestaan, voel je je als achterblijver meteen een verliezer. Een sukkel omdat je het zelf niet probeert. Want diep in je hart weet je dat je inderdaad niks wint door nooit een uitdaging aan te gaan. Door nooit in het diepe te springen. Door nooit volledig je droom na te jagen.

Sommige deelnemers mogen dan amateuristisch te werk gaan in de uitvoering van hun plannen, ze beginnen zonder uitzondering wel allemaal met een sprankeling in hun ogen aan het avontuur. Ze zijn bereid er keihard voor te werken en door diepe dalen te gaan. Ze doen het toch maar.

Daarom maak ik een diepe buiging voor alle deelnemers aan “Ik Vertrek”. Respect!

Want per slot van rekening zit ik nog steeds op mijn bank.

© Pascale Bruinen

ik vertrek

 

Benieuwd wie van jullie ook graag kijkt naar andermans pogingen een mooi bestaan op te bouwen in het buitenland.