Ik ben verslaafd. Verslaafd aan columns schrijven. Andere bezigheden zijn enkel nog een hinderlijke onderbreking van het schrijfproces. Als een echte junk ben ik alleen maar er op uit om te scoren.
Ik word dagelijks verteerd door een alles overheersend verlangen om ongestoord achter mijn i-Mac te zitten en met een maagdelijk wit blad te beginnen. De eindeloze mogelijkheden van de column in wording qua onderwerp, stijlmiddel en lengte maken me bijna duizelig van opwinding.
In mijn hoofd strijden talloze ideeën om voorrang. De kunst is om al die geniale invallen niet alleen te onthouden, maar ook zo op te schrijven dat ze een logisch en ritmisch geheel worden. Van een perfect geschreven column word ik dronken van vreugde.
Letters die op zich zelf niks betekenen zet ik met een paar aanslagen op het toetsenbord om in woorden. Woorden die de magische macht hebben meteen krachtige beelden op te roepen. Beelden die je doen lachen, die ontroeren, die je raken. Woorden rijgen zich, in een volgorde die alleen ik bepaal, aaneen tot zinnen. Zinnen die de belofte van een onontgonnen wereld in zich dragen, enkel nog wachtend op ontdekking door toekomstige lezers.
Verslaving kent geen tijd. Een tijdje geleden. Het is nacht. De creatieve flitsen die de rechterhelft van mijn brein produceert zijn zo veeltallig dat er ineens een mentale kettingbotsing optreedt. In mijn onrust kan ik nog maar één ding doen: mijn zielenroerselen meteen aan het papier toevertrouwen, koortsachtig en in het pikkedonker.
Als ik klaar ben voel ik een ongekende rust over me neerdalen. Mijn ogen vallen dicht. Hypnos, de god van de slaap, is zich langzaam maar zeker weer over mij aan het ontfermen. Ik geef me over. Het is goed zo.
Alles voor altijd veilig in inkt gevangen.
© Pascale Bruinen
En zo is het maar net. Altijd handig om op het nachtkastje pen en papier onder handbereik te hebben want je weet immers maar nooit wanneer dat briljante idee opkomt!