Hannibal

“Laat de verdachte maar naar boven komen”, zegt de politierechter. Mentaal zet ik me schrap voor wat komen gaat. Deze verdachte is anders dan anders. Vanwege zijn agressieve en onvoorspelbare gedrag zal hij tijdens zijn rechtszitting geboeid blijven. Een zeldzaam fenomeen in Nederlandse zittingzalen.

Omdat hij bovendien besmet is met het HIV-virus en bekend staat graag te bijten en spugen naar iedereen die in zijn buurt komt, is hij voor deze gelegenheid voorzien van een kunststof gezichtsmasker à la Hannibal Lecter, de kannibalistische creep uit The Silence of the Lambs.

Ik hoor het bekende gestommel op de trap, een teken dat hij er aan komt. Even later zie ik een kleine gestalte, met handboeien om en aan beide kanten geflankeerd door parketpolitie, de zaal binnen komen. Het masker over zijn mond en neus zorgt voor een bizarre aanblik. Onwillekeurig associërend produceert mijn brein meteen flitsen van de akeligste fragmenten van de film.

Het verschil? Deze verdachte wordt gelukkig voor een beduidend minder ernstig feit – een winkeldiefstal – aangeklaagd. De overeenkomst? Hij heeft ook iets opgegeten. Zij het geen mensenvlees maar twee gestolen broodjes. Terwijl hij nog in de winkel was, vóórdat hij had afgerekend. Dat is diefstal.

Als ik tijdens mijn requisitoir aangeef dat ik het tenlastegelegde feit bewezen acht en mijn eis uitspreek, kijk ik verdachte recht aan. Ineens kan ik een lichte huivering niet onderdrukken. Overtrokken reactie of typisch gevalletje van bad vibes? Misschien toch het laatste. Dit soort lichaamssignalen, waar je zelf geen invloed op hebt, komt immers vaak voort uit het onderbewuste dat beter én eerder dan je normale bewustzijn doorheeft dat er iets niet in de haak is.

Na het aanhoren van zijn veroordelend vonnis voert de parketpolitie onze Hannibal, die inmiddels lichtelijk opgefokt is geraakt, weg. Hij kijkt nog één keer over zijn schouder . Zelfs vanaf deze afstand lijken zijn ogen zich in de mijne te boren. Hij roept wat in mijn richting maar het masker, dat zorgt voor een permanente grimas, smoort het geluid zodat ik het niet kan verstaan.

Iets zegt me dat het beter is zo.

© Pascale Bruinen

Deze column is eerder verschenen in het Algemeen Dagblad.

images