Scharrelmoeder (1)

Onlangs las ik een aantal interviews met papa’s die “váák en gráág het vlees aansnijden”.

Peter, overtuigd huisvader, is er zo een. In het vraaggesprek beklaagt hij zich over de “moedermaffia” op school die de gelederen strak gesloten houdt als het aankomt op bakmiddagen, drankjes doen en bepaalde geaccepteerde hobbies, bijvoorbeeld kleding maken.

Hij kwam er al snel achter dat die kennelijk alle voorbehouden zijn aan het vrouwelijk geslacht. “Dan organiseer jij toch een bieravond voor vaders?”, kreeg hij op vriendelijke doch gedecideerde toon te horen toen hij zich opgewekt wilde aanmelden voor de “moederborrel”. Een arrogante afwijzing verpakt in een mierzoete moederlijke suggestie. Bottomline was echter dat hij daar niet welkom was.

“Mannen zijn vaak bang zich te mengen in dat wespennest (…). Ons denken is nog veel te sekse-georiënteerd”, vertrouwt hij de verslaggever gedesillusioneerd toe.

Ik kan me zijn reactie wel voorstellen: kom te dichtbij en je kunt gestoken worden. Maar wat Peter hier verwoordt, komt zelfs míj bekend voor. En ik ben niet eens een man.

Ik herinner me de periode dat mijn kinderen op de basisschool zaten nog maar al te goed.

Het zijn de eerste jaren van het nieuwe millennium. Ik ben een parttime werkende moeder (PWM). Tegenwoordig zou ik door het leven gaan onder de weinig vleiende benaming “scharrelmoeder”. Dit is mijn zelf bedachte variant op “scharrelvrouw”, dat het tweede woord van het jaar 2013 in de categorie “Economie” is geworden. Het woord staat volgens de Van Dale voor een “vrouw die geen volledige baan heeft, maar in deeltijd werkt” (om voor de hand liggende redenen zal ik in de rest van dit stuk niet de afkorting van “scharrelmoeder” gebruiken).

Als scharrelmoeder bevind ik me op het schoolplein vaker in een soort “niemandsland”. Niet dat ik de enige PWM ben, zeker niet, maar meer qua gevoel. De onzichtbare pikorde dicteert dat de fulltime moeders de Enige Echte Mama’s (EEM’s) zijn en dus met stip bovenaan staan. Dan komt een hele tijd niets, waarna PWM’s zoals ik volgen. En helemaal onderaan bengelen die vrouwen die het bestaan hebben kinderen te baren en daarna weer voltijds te gaan werken. Hoe zouden die dan genoemd moeten worden? Als ik in kippentermen zou moeten blijven, opteer ik voor “legmoeders”.

De EEM’s laten in mijn ogen duidelijk merken zich betere opvoeders en verzorgers te voelen dan de rest. Is het niet Oprah Winfrey die zegt dat “being a stay at home mom is the hardest job in the world”? Nou dan! Zodoende kijken ze ook meewarig naar mij als ik ’s ochtends haastig mijn spruiten gedag zeg om daarna zowat het schoolplein af te rennen op weg naar mijn werk of – op mijn zogenaamde vrije dagen – naar twintig andere dingen die ik nog moet doen voordat ik ze weer kom ophalen. Dág, kindertjes! Hallo schuldgevoel!

Gelukkig bevind ik me wat dat laatste betreft in uitstekend gezelschap, ontdekte ik pas onlangs toen ik in O Magazine (jawel, wéér Oprah!) een zeer interessant vraaggesprek las met Sheryl Sandberg, de Chief Operating Officer en daarmee de hoogste vrouwelijke baas van Facebook. Daarin bekent Sheryl dat ze geen antwoord heeft op de vraag hoe je als werkende moeder van dat eeuwige schuldgevoel af komt. Sterker nog, ze geeft toe het zelf ook te hebben, bijvoorbeeld als ze haar kindjes afzet op school en dan ziet hoe andere moeders daar blijven om mee te helpen. Hoe verfrissend! Het komt dus in de beste kringen voor, zodat ik me met terugwerkende kracht al een stuk beter voel.

De EEM’s maken ondertussen handig gebruik van het feit dat ze vaker en langer op school zijn door zich bij iedere denkbare gelegenheid als eerste op te geven voor ouderlijke klussen. In de felle strijd om de kindergunsten schrijft de vaste kliek van moeders de intekenlijstjes voor allerhande ouderactiviteiten telkens snel vol.

En ik, arme verdwaasde scharrelmoeder, kom er gehavend en met lege handen uit.

Dus bezin ik me op een tegenaanval.

Wat ik dan nog niet weet, is dat die heel anders zal uitpakken dan ik denk.

© Pascale Bruinen

Wil je weten hoe dit verder gaat, lees dan volgende week deel 2!

scharrelmoeder (1) 2e

Scharrelmoeder (1)

Vrije dag

De race tegen de klok is begonnen. Het is mijn vrije dag.

Ik ben het prototype van een duizendpoot. Schijnbaar moeiteloos combineer ik de lange werkdagen en bijbehorende stress met de huishoudelijke, relationele en opvoedkundige beslommeringen.

Op de dagen dat ik zogenaamd vrij heb werk ik nog langer en harder dan op mijn reguliere werkdagen. En dat terwijl ik telkens van plan ben eens te relaxen en onder het genot van een kop thee een flink stuk te gaan lezen in dat mooie, dikke boek. Per slot van rekening heb ik vrij. Toch?

In werkelijkheid raas ik zo’n dag aan één stuk door. Wat ik dan zoal doe? Heb je even?

Om 6.30 uur opstaan, bed opmaken, wassen, kammen, make-uppen, aankleden, half uur hardlopen, krant uit brievenbus halen (geen tijd om te lezen), planten water geven, alle vuilnisbakken legen, afwasmachine leegruimen (verdorie, was die nu al weer schoon?), fornuis schoonboenen, eten, brood alvast uit diepvries leggen, rotzooi opruimen die ik her en der tegenkom, alles afstoffen, afsoppen en weer afdrogen, chloor in twee wc’s donderen, badkamer afsponzen, twee trappen en alle kamers stofzuigen (behalve die van de kids, die moeten ze zelf doen. Yeah right!), dweilen, rekeningen betalen, mails beantwoorden, sms-berichten terugsturen, papieren in juiste klappers stoppen, Oprah toch maar weer opnemen, even naar de supermarkt, spullen thuis weer uitladen, formulieren van schoolreisje invullen, Duitse grammatica doornemen met zoon, alvast beginnen met koken en tussendoor nog voor- en achtertuin schoffelen en aanvegen.

En dit alles prop ik vóór een uur of vijf ’s middags als mijn man thuiskomt. Niet omdat ik bang ben dat hij boos wordt omdat ik niet alles op tijd af zou hebben, welnee! Ik ben juist bang dat hij merkt dat ik wéér niks voor mezelf gedaan heb. Vandaar dat ik vlak voor 17.00 uur, als ik een paar minuten eerder (ja, met dat dikke boek!) op de bank ben geploft, uit alle macht de schijn probeer op te houden dat ik daar al úren heb doorgebracht. Helaas hoeft hij maar één onderzoekende blik op mijn uitgeputte gezicht te werpen om de naakte waarheid meteen te doorgronden. “Het is weer zover want je zit net, is het niet?” Het valt niet te ontkennen want ik kom bijna niet meer op.

Kun je je dan voorstellen dat ik werkelijk niet wist wat ik hoorde toen mijn dochter zich onlangs beklaagde over het corvee-regime. “Wij moeten de tafel dekken en afruimen en onze eigen kamers poetsen. En wat doe jíj dan eigenlijk nog?”

© Pascale Bruinen

Wie ervaart zijn (spaarzame) vrije dag(en) op dezelfde manier? Laat wat van je horen via een reactie op deze column!