Herinneringen aan lange lome zomerdagen

Ineens zie ik haar. Ze heeft nog dezelfde haarcoupe met weelderige krullen en haar gezicht lijkt ook nauwelijks last te hebben gehad van de tand des tijds. Maar de echte herkenning komt als ik haar lachende ogen zie. M. mag dan inmiddels zo’n 36 jaar ouder zijn dan toen ik haar de laatste keer zag, ze ziet er nog steeds meisjesachtig uit en heeft nog precies dezelfde sprankelende uitstraling als eind jaren zeventig.

Eén blik op haar en ik ben weer terug in de tijd dat mijn ouders ieder voorjaar hun caravan tot oktober neerzetten op een camping op zo’n 15 kilometer van huis. Ieder weekend dat het enigszins redelijk weer was, wat in mijn (gekleurde?) beleving best wel vaak was, togen we er heen. Iedereen was er welkom en dus was het er de spreekwoordelijke zoete inval. Mijn zussen en broer namen hun wederhelften en jonge kinderen mee, mijn ouders nodigden vrienden en goede bekenden uit en ook mijn vriendinnetjes waren altijd meer dan welkom.

Die periode associeer ik met lange lome zomerdagen die ik grotendeels aan het opgespoten strandje of in het meertje doorbracht. Zonnebaden, zwemmen of met een hele bubs volleyballen in het water, waarbij ik als preutse puber na iedere duik naar de bal zekerheidshalve even controleerde of mijn bovenstuk en bikinibroekje nog goed zaten. Op een oranje badhanddoek luisteren naar muziek die schetterde uit de cassetterecorder, eindeloos met mijn hartsvriendinnen kletsen over jongens of steelse blikken werpen op die hunk die een paar handdoeken verderop stoer zat te doen. Af en toe een balletje trappen op het voetbalveldje, een ijsje halen in de kantine of een potje jeu-de-boulen of badmintonnen met eender wie daar op dat moment zin in had. Eenvoudige pleziertjes die je een leven lang bij blijven.

Als de avond langzaam viel, ging ik met mijn toiletmapje en een handdoek naar de douches om even later fris gewassen met natte haren en gestoken in een Adidas trainingspak terug naar onze caravan te lopen (en, o, wat dacht ik dat ik hip was.) Die typische geur van een zwoele zomeravond, het aroma van een warme stoffige aarde vermengd met de frisse tonen van de langzaam afkoelende lucht en de dennenbomen, is voor altijd verbonden aan mijn jeugdjaren op deze camping.

’s Avonds was het uiteraard tijd voor de barbecue. Mijn vader, zwagers en vrienden gooiden de kolen erop en zorgden met een luchtbedpomp (!) ervoor dat het vuurtje goed werd opgepookt. Als de kolen eindelijk zo heet waren dat ze grijs kleurden, kwamen de vrouwen met eindeloze hoeveelheden shashlik-stokjes met gemarineerde stukjes vlees afgewisseld met gesneden ui en paprika. Het rijgen van al dat lekkers voor zo’n twintig man duurde soms wel uren en was een taak van de dames (tja, het waren wel de jaren zeventig en de emancipatie was toen nog niet zo ver als nu.) Daarna werd er lekker gegeten, het een en ander gedronken en vooral heel veel gepraat en gelachen. Iedereen had volop aandacht voor elkaar (en het zou gelukkig nog decennia duren voordat we massaal zouden worden afgeleid door de terreur van mobiele telefoons.)

Naarmate de avond vorderde werden de moppen steeds schuiner, de giechelbuien van de dames steeds luider en mijn geluks-en tevredenheidsgevoel steeds intenser. Ik zat er immers bij, omringd door mijn familie, vrienden en kennissen en genoot met volle teugen. Het waren prachtige, onvergetelijke zomeravonden.

Na een tijdje dijde de groep die ons op de camping met een bezoek kwam vereren nog verder uit. Zo kwam ook M., die destijds de vriendin van de broer van een van mijn zwagers was, bij het gezelschap te horen. Ik was toen veertien en M., zo schat ik, een jaar of twintig, eenëntwintig. Op die leeftijd is dat een onoverbrugbaar verschil. Ik keek dan ook ongelofelijk tegen haar op en was zelfs stiekem ontzettend jaloers op haar. Zij was immers een mooie volwassen vrouw en wat was ik nou helemaal? Een schoolgaande tiener met puberkuren. Zij moest daarentegen welhaast het leven leiden dat ik ook zó graag wilde: geen bemoeienis van ouders, lekker doen waar je zin in hebt en vooral: zij mocht vast uitgaan, zo veel, zo vaak en tot zo laat als ze wilde. Ik zou op dat moment nog twee lange jaren moeten wachten voordat ik uit zou mogen en dan nog alleen tot 23.00 uur ’s avonds (nu gáán ze niet eens rond die tijd). Gelukkig wist ik dat op dat moment nog niet, want als je puber bent lijkt een week al een eeuwigheid, laat staan twee jáár.

Mijn gemijmer wordt abrupt onderbroken als M. mij ook blijkt te herkennen. We zeggen elkaar enthousiast gedag. Na veel oh’s en ah’s en “Wat gek dat we elkaar nooit meer ergens gezien hebben!” komen we tot dezelfde conclusies: wat gaat de tijd akelig snel en wat zijn we niks veranderd (nou ja, bijna niks). In een paar minuten tijd weten we de kloof van bijna veertig jaar te overbruggen en zijn we min of meer “bij” betreffende relatie. wel of geen kinderen en werksituatie.

Maar wat wel anders is, is de dynamiek tussen ons. Hoewel het leeftijdsverschil exact hetzelfde is, zijn we nu – eindelijk! – gelijken. Voor mij voelt dat heel raar maar wel prettig. We beloven contact te houden via Facebook.

Mooi hoe een hele reeks dierbare herinneringen aan zorgeloze, lang vervlogen zomers kan worden getriggerd door één enkele blik van herkenning.

© Pascale Bruinen

 

herinneringen aan lange lome zomerdagen

Hebben jullie ook zulke mooie herinneringen aan vervlogen zomers? Deel ze dan hier!