Body Pump (1)

Vandaag wil ik het hebben over spiermassa. Of liever, het ontbreken daarvan.

Zoals ik in mijn column “Body Mess Index” al aankondigde, komt de Big Five O steeds naderbij en daarmee ook de noodzaak om het op de loer liggende verval te lijf te gaan.

Want ik wil graag van voren én van achteren lyceum zijn in plaats van museum, als jullie het niet erg vinden. En dat betekent maar één ding: voor de rest van mijn levensdagen ben ik veroordeeld tot zwoegen in de sportschool.

Dus ben ik lid geworden en heb ik een introductiepraatje met een dame bij wie het met de diverse spiergroepen duidelijk wel goed zit. Oh, dat wil ik óók. Liefst gisteren. Gevraagd naar mijn trainingsdoel antwoord ik dat alles strakker moet. Het meisje knikt begripvol (hoe vaak zou ze dat al eerder gehoord hebben?) en adviseert me minstens drie maal per week met gewichten aan de slag te gaan.

Hier was ik al bang voor.

“Zo meteen begint in de grote zaal boven een heel geschikte les voor u. Body Pump. Is een mooie training van alle spiergroepen.”

Ik kijk angstvallig naar boven en zie door de grote glazen ramen dat de vorige les juist is afgelopen. OK, dan moet ik er maar meteen aan geloven. Wat gewichten op en neer heffen, hoe moeilijk kan dat nu helemaal zijn?

Ik begeef me naar de zaal en stel me kort voor aan de instructrice. Alleen maar vrouwen, zie ik. Mannen houden zeker meer van die afschrikwekkende apparaten waar ze 70 kilo tegelijk mee kunnen liften. Dit is daarbij vergeleken een kleuterklasje, veronderstel ik als ik de mini gewichtjes en losse zwarte schijven zie liggen. Eentje weegt 2,5 kilo en een grotere 5 kilo. Dit wordt een piece of cake.

Toch ga ik zekerheidshalve maar helemaal achteraan staan, zodat ik het minste opval als ik iets stoms doe.

“Ga allemaal in de houding staan en pak je barbell!”, schreeuwt de instructrice annex drill-sergeant ineens door haar microfoontje vanaf het podium. Ik schrik me kapot want ik heb nog niks klaargelegd.

Een snelle blik op de vrouw naast me leert dat die al een stepbord, een matje, een barbell en dumbbells heeft gepakt. Ik haast me om alles bij elkaar te sprokkelen.

Tegen de tijd dat ik doorheb dat ik die schijven zelf om de lange stok moet vastklikken met van die zwarte plastic clips, zijn mijn medesporters al bij de tweede reeks oefeningen aanbeland. En het zweet gutst er nu al van af, constateer ik enigszins ongerust.

Om me heen tilt iedereen de barbell omhoog of het niks is. En dat op muziek die onze lerares op standje fast forward heeft gezet, zodat het tempo moordend is.

Uit alle macht focus ik me op de bewegingen die de instructrice doet en probeer die – op de maat – na te doen. Na vijf minuten plakt mijn topje al aan mijn lijf. Verdorie, dit is echt hard werken en dat met slechts een paar kilootjes. Maar ja, dat is mijn verdiende loon omdat ik er jarenlang in ben geslaagd de sportschool met allerhande rotsmoesjes te ontwijken.

“Dit is voor de biceps!”, gilt de instructrice zo opgewonden alsof we kans maken op de Olympische titel gewichtheffen. Ik spiek weer bij mijn super afgetrainde buurvrouw (zou ik er ook zo uitzien over een paar maanden?) en pak dan, net als zij, twee sets van de twee grootste schijven en bevestig die aan mijn stok. Als ik het ding op wil tillen, krijg ik hem slechts met de grootst mogelijke moeite in de juiste uitgangspositie. Hoe moet ik hiermee in hemelsnaam sets van 16 gaan afwerken? Ik kreun al van de krachtsinspanning om hem überhaupt vast te houden.

“Hé jij daar, helemaal achteraan!”, roept de lerares ineens door de zaal. Iedereen kijkt als één man – pardon: vrouw – naar achter en laat de meewarige blik dan op mij rusten.

Oh God, wat heb ik nu weer gedaan?

© Pascale Bruinen

body pump (1)

Dit is deel 1 van mijn avonturen bij de Body Pump-les. Wil je weten hoe het afloopt, kijk dan de volgende week op mijn blog!

Body Mess Index

Gek hoe je je zelf nog pakweg begin twintig kunt voelen, terwijl de klok sindsdien toch echt bijna dertig jaar heeft doorgetikt. Ik weet niet hoe jij dat ervaart, maar ik betrap me er geregeld op dat ik gewoonweg vergeet dat ik al negenenveertig ben. Dat gebeurt vooral op die momenten dat ik in mijn skinny jeans met kekke gympen en een lekker leren jasje van hot naar her aan het rennen ben. Of als ik keihard meeblèr met Rihanna of Katy Perry achter het stuur van mijn middenklassertje. En op die zeer spaarzame momenten dat ik neerplof op de bank en me verlies in dat gezellige boek.

Meestal lijk ik geen enkele connectie te voelen tussen mijn kalenderleeftijd enerzijds en mijn zo jong als ik me voel-gesteldheid anderzijds. En gelukkig speelt mijn lijf het spelletje nog mee. Voor mijn leeftijd mag ik dus zeker niet klagen. Maar ik ben dan ook een nogal bezig bijtje dat altijd in hoog tempo door huis, tuin en stad spurt. Even snel dit doen, nog gauw daar naar toe en dan vlug die en die klus afmaken. Zo zou ik al niet kunnen tellen hoe vaak ik per dag de twee trappen in huis op en af ren. Laten we het er op houden dat het zo zijn voordelen heeft om niet alleen de wasmachine, maar ook een nogal slordige puberzoon op zolder te hebben.

Zo blijf ik tot nu toe keurig op gewicht en pas ik nog steeds in maatje 34. Ik kan – dankzij matig sporten, het zelf doen van het huishouden en een gezonde portie “werkende moeder stress” – eigenlijk eten wat ik wil. Niet dat ik dat ook doe, maar toch. En ja, ik realiseer me dat ik daar irritant veel geluk mee heb omdat dit niet voor iedereen is weggelegd.

Maar – oh schöne Schadenfreude! – tegelijkertijd kom ik langzamerhand in een levensfase waarin het hele zwikje telkens ietsje meer dreigt te gaan verslappen, verkrampen en verzakken. Als ik mezelf vergelijk met een auto, vrees ik dat ik nu niet meer genoeg heb aan regelmatig onderhoud maar toe ben aan De Grote Beurt. Anders kom ik straks niet eens meer door de APK-keuring.

Dr. Oz, onze onvolprezen cardioloog-entertainer-presentator, verkondigt al jaren zijn profetische boodschap dat je niet alleen moet letten op je gewicht, maar ook op het behouden van voldoende spiermassa. Hoewel ik Oz-fan ben en zijn adviezen doorgaans trouw opvolg, ben ik er tot dusverre aardig in geslaagd deze onwelgevallige waarschuwing compleet te verdringen. Ik heb namelijk een bloedhekel aan die martelwerktuigen in zo’n bedompte, zweterige sportschool. Ik ga liever lekker naar buiten. Hardlopen, wandelen of fietsen.

Mijn levenslange afkeer van fitnessapparaten zou zich nu – in de aanloop naar de Big Five O – echter wel eens kunnen gaan wreken. Want als ik eerlijk ben, mag het allemaal best wel wat strakker. Om maar te zwijgen van gladder, voller en steviger.

Dus zal er gewerkt moeten worden en hard ook. Als je de deskundigen moet geloven, mag ik mij tot in lengte van jaren gaan verheugen op al het fraais dat de benchpress, ab crunch machine en cable crossover mij te bieden hebben. Een surfrondje over het internet geeft aan dat ik daarnaast dringend aan de bak moet met glute kickbacks voor de betere bilspieren, biceps curls voor beresterke bovenarmen en hack squats ten behoeve van buitengewone bovenbenen.  Kannie wachten.

Enfin, het goede nieuws is dus dat je – los van je genetische bagage – zelf in grote mate kunt beïnvloeden hoe je er uit ziet. Dat heeft natuurlijk alles te maken met je leefstijl. En daar komt mijn Body Mess Index om de hoek kijken. Oftewel: mijn methode om met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid te berekenen hoe beroerd het eigenlijk gesteld is met je lijf.

Of niet, natuurlijk.

Omdat “mijn lichaam is mijn tempel” nog steeds helemaal 2013 is, voorspel ik dat hele volksstammen aan het rekenen zullen slaan met mijn versie van de BMI.  Voorop alle thirtysomethings met in hun kielzog de mindfull veertigplussers, vijftig-is-het-nieuwe-dertig-volk en Zen-zestigers.

Mijn Body Mess Index bereken je simpelweg door een vragenlijst door te lopen (eerlijk antwoorden!) en je puntentotaal op te tellen. Klaar? Daar gaan we!

Je hebt de hele dag hard gewerkt. Als je thuiskomt, ga je eerst:

1. stiekem stevig snaaien uit de snoeppot van je kinderen; 2. met een goed glas rode wijn lekker chillen op de bank; 3. linea recta naar de sportschool waar je je anderhalf uur uitleeft op de roeimachine en de loopband.

Het is vier uur en je valt van de graat bij de koffiemachine op het werk. Jij:

1. rent met je laatste krachten naar de kamer van die collega waar nog taart staat van vanochtend; 2. denkt “nog even volhouden” en drukt maar weer op “koffie zwart”; 3. vult je trouwe waterflesje voor de vijfde keer die dag bij en drinkt je vol.

Je bent voor de zevende keer aan een nieuw dieet begonnen. Als tussendoortje neem je:

1. de helft van een Twix, wat immers een besparing van 50% is op je gebruikelijke calorie-inname; 2. he-le-maal niks and proud of it!; 3een handjevol walnoten.

Je gaat na jaren van niks doen eindelijk weer sporten. Wat is een gezonde doelstelling?

1.Je bent van het type “niet lullen maar poetsen” dus geef je je meteen op voor de marathon van New York; 2. In plaats van vier keer per dag op en neer naar je ijskast lopen om te grazen, doe je dit nu acht keer per dag. Dit scheelt dagelijks toch al gauw weer een metertje of 96; 3. Aan de hand van een schema bouw je twee maal per week rustig je conditie op.

Je bent bepaald geen ochtendmens. Als je je ogen eindelijk open hebt,

1.graai je op je nachtkastje gelijk naar je eerste sigaret van de 26 die je vandaag zult oproken; 2. spring je onder de douche en ren je – weer te laat – zonder te eten de deur uit; 3. maak je jezelf een lekker en verantwoord ontbijt met zuivel, granen en wat fruit.

Het is tijd voor de avondmaaltijd. Je hebt eigenlijk totaal geen zin om te koken. Wat doe je?

1.Je kiest voor makkelijk en goedkoop dus gooi je zelf wat frieten in het al jaren niet meer vervangen vet; 2. Thank God for take-out! Zonder schuldgevoel bestel je een lekkere vette en zoute portie shoarma van die tent om de hoek. Gezond eten kan morgen wel weer; 3. Je maakt een frisse salade, grilt een lekker stukje vis en serveert er knapperige groenten uit de wok bij.

Als jij iemand uitzwaait, dan

1. kletsen de blubberende kipfilets die door moeten gaan voor bovenarmen tot tegen je  oorlellen; 2. hou je het, in verband met je beginnende kuikenfiletjes, zekerheidshalve maar   op een koninklijk handwenkje; 3. doe je dit natuurlijk juist zo uitbundig mogelijk met jouw Michelle Obama look-alike ledematen.

Wat doe jij om je spiermassa te behouden?

1. De hele dag door eten. Kauwspieren heten per slot van rekening niet voor niets zo. 2. Af en toe eens lusteloos trekken aan van die elastieken, die je dan prompt in je oog zwiepen. 3. Twintig keer opdrukken, vijftig sit-ups en dertig leg squats. Per dag.

Jouw trilplaat staat bij jou thuis…

1. Trilplaat? Welke trilplaat? 2. te verstoffen nadat hij van de woonkamer via de logeerkamer uiteindelijk naar de schuur is verbannen. 3. uiteraard onder handbereik voor dagelijkse kwelling.

Wat betekent fit zijn voor jou?

1. Dat ik in vijf minuten tijd tien Pringles buisjes kan leegeten; 2. Dat ik minstens ieder uur achter mijn bureau vandaan kom om mezelf en anderen van het werk te houden; 3. Dat ik twee trappen op en weer af kan rennen zonder ook maar iets buiten adem te zijn.

Klaar? 1 = 2 punten; 2 = 1 punt en 3 = 0 punten.

Als je steeds voor het eerste antwoord hebt gekozen, heb je een Body Mess Index van 20, het maximum. Ik zou deze score persoonlijk geheim houden want dan is het een wonder dat je een lijf hébt, laat staan dat je er goed mee omspringt. Heb je steeds nummer 2 gekozen, dan heb je 10 punten en kun je er best mee door maar valt er zeker nog wat te verbeteren. En bij alleen maar de derde optie als keuze mag ik je feliciteren! Je Body Mess Index is een perfecte 0, wat betekent dat je lijf in optimale conditie verkeert.

En nee, mijn eigen score ga ik hier uiteraard niet verklappen.

Dat is nu eenmaal het voorrecht van dichterlijke vrijheid.

© Pascale Bruinen

BMI2

Kijk toch eens hoe vrolijk deze dames worden van al die oefeningen en apparaten…ze zien er uit alsof ze in de zevende hemel zijn beland. Nou, ben benieuwd of dit voor mij ook is weggelegd. En wat zijn jullie ervaringen in de sportschool of thuis op die fijne werktuigen? Laat het me hier weten!