Buiten klettert het gereedschap op het wegdek

Het dossier voor de zitting van de Meervoudige Strafkamer ligt opengeklapt voor me. Al lezend rijgen de processen-verbaal zich aaneen tot een vloeiend verhaal. Een verhaal dat dankzij de politiefoto’s ook visueel tot leven komt.

Het is een zonnige maar frisse voorjaarsdag. Een bejaarde man gaat op zijn fiets naar het kerkhof om het graf van zijn overleden echtgenote te verzorgen. Hij draagt een gleufhoedje op zijn bijna kale hoofd. Witte viooltjes in een plastic zak hangen aan het stuur. Daar hield ze zo van. In een andere zak heeft hij wat tuingereedschap. Hij heeft van haar graf een juweeltje gemaakt, dat hij iedere week bijhoudt.

Aan de andere kant van de stad stapt een jongeman in zijn vrachtwagen om een lading pallets af te leveren. Hij fluit een vrolijk deuntje. Nog twee ritten en dan heeft hij vakantie. Hij heeft er zin in. Snel zet hij nog even een kopje koffie. Hij schenkt zijn mok vol en vertrekt.

De bejaarde man is er bijna. Hij hoeft alleen de straat nog over te steken. Van links komt een vrachtwagen volgeladen met pallets aanrijden. Hij ziet dat die afremt, daarom loopt hij – met zijn fiets aan de hand – de weg op.

De chauffeur kan vanaf zijn positie achter het stuur de kleine bejaarde man niet zien. Denkende dat de weg vrij is, trekt de chauffeur stapvoets op en rijdt over de man en zijn fiets heen. In de cabine golft de koffie niet eens uit zijn mok. Buiten klettert het gereedschap op het wegdek. Bloemen en aarde vliegen in het rond. De bejaarde man is op slag dood.

Ik staar naar de foto van zijn hoedje, dat is weggerold en eenzaam op het asfalt ligt. Zo alleen. Deze foto raakt mij nog meer dan alle andere. Misschien omdat het hoedje me doet denken aan mijn eigen opa.

Ik zucht eens diep. Een oude man is dood. Een jonge man voor het leven getekend. Hun wegen kruisten zich.

Met verwoestende afloop.

© Pascale Bruinen

Deze column is eerder verschenen in het Algemeen Dagblad.

images