Watskeburt?

Met het bereiken van respectievelijk de achttien plus en negentieneneenhalf-jarige leeftijd zijn mijn kids, in ieder geval toch officieel, eindelijk gearriveerd bij de jaren des verstands. Althans, dat hoop ik.

In hun pubertijd die – nipt – achter me ligt, waren ze altijd zo met zich zelf bezig dat het vaker leek alsof ik een hotel runde in plaats van een gezin. Wel ultra platinum all-inclusive, natuurlijk. Dus met drie voedzame maaltijden per dag, schier ongelimiteerde snacks en allerhande activiteiten (gratis wifi!!!) bij de prijs inbegrepen.

De pubergast kwam doorgaans alleen naar beneden als hij of zij gelaafd en gespijsd wenste te worden, maar daarbuiten liep ik – soms letterlijk – tegen een gesloten kamerdeur aan.

Nu had ik wel altijd gedacht dat ze me zeker te hulp zouden schieten als er een keertje iets vervelends in huis met me zou gebeuren. Zoals laatst.

Ik ben me boven aan het haasten om op tijd op een afspraak te komen. Ik probeer mijn horloge om te doen terwijl ik met twee treden tegelijk de trap af wil rennen. Nou kan ik inderdaad vaak twee of soms wel drie dingen tegelijkertijd doen, maar dit huzarenstukje lukt me niet. Want ik struikel prompt over mijn eigen voeten, zodat ik met een daverend “boem-boem-boem” vanaf ongeveer halverwege de resterende traptreden af dónder in plaats van loop.

Ik maak een flinke smak maar heb gelukkig niks gebroken of anderszins beschadigd. Wel ben ik me kapot geschrokken en sta ik onder in de hal nog wat onwennig na te trillen.

Verwachtingsvol bedenk ik wie van beiden, mijn zoon of dochter die gelukkig allebei thuis zijn, nu ieder moment gek van bezorgdheid to the rescue komt. Maar al wat ik zie, er komt geen nageslacht met gezwinde spoed naar beneden.

Vanaf een afstandje hoor ik mijn dochter iets vaags roepen dat klinkt als “Watskeburt?” Oh niks, hoor, ik heb alleen zojuist bijna mijn nek gebroken. Maar ga gerust verder met je haren in model te brengen.

Als ik uiteindelijk met nauwelijks verholen sarcasme bozig terugroep dat ik alleen maar van de trap ben gevallen, valt er even een hoopvolle stilte. Ik ga er van uit dat ze na deze schokkende mededeling haar deur opengooit en naar beneden snelt, vol als ze is van liefdevolle ongerustheid. Maar even later hoor ik enkel een vrolijk: “Oké!”. Ja, jij ook bedankt.

Van mijn zoon hoef ik ook al niks te verwachten. Die is zo druk en luidruchtig bezig met het maken van het ultieme muzieknummer dat hij helemaal niks kán hebben gehoord van mijn  potentieel fatale valpartij, al zou hij het willen.

Ik zou úren gewond onderaan de trap hebben kunnen liggen.

Of in ieder geval toch tot het moment dat mijn hotelgasten tevergeefs zouden hebben gebeld voor roomservice.

© Pascale Bruinen

watskeburt

Ook zo’n pubers in huis (gehad)? Deel dan hier je lief en/of leed!