Het Laatste Blad

Ik heb de laatste weken steeds minder energie. Dat heb ik altijd in deze tijd van het jaar. Zodra het vocht in de lucht komt, de spinnen hun webben maken en de temperatuur verder omlaag gaat, moet ik mijn reserves aanspreken.

En ik ben hier bepaald niet de enige. Links en rechts van me, boven en onder mij, zie ik hetzelfde beeld.

Ik voel gewoon dat mijn frisgroene kleur valer wordt. Ik heb ook steeds meer dorst maar Grote Vertakte Stam verrekt het om nog de kraan open te draaien. Het is hem gewoonweg te koud. Hij moet ook aan zijn toekomst denken, zo zei hij me laatst. “Het is jullie of ik”, durfde hij me zelfs toe te bijten. Hij neemt werkelijk geen blad voor de mond.

Geen stijl, vind ik persoonlijk. Ik bedoel, ik heb hem toch maar al die afgelopen maanden verfraaid met mijn prachtige uiterlijk. Toen ik pas in de knop zat, was ik wel van harte welkom. Ja, ja, het is overal hetzelfde. Ook Grote Vertakte Stam heeft het liefst een jong blaadje. Bah. Het is niet eerlijk.

Ondertussen droog ik iedere dag een beetje meer uit. En ik heb nog zo geprobeerd om bij Grote Vertakte Stam in een goed blaadje te komen in de hoop dat hij wellicht voor mij een uitzondering zou willen maken. Maar niks heeft geholpen. Dus ben ik nu ook langzaam van kleur aan het verschieten. Dezer dagen erger ik me letterlijk groen en geel aan mijn gastheer.

Hetzelfde geldt trouwens voor mijn buren. Sommigen willen niet langer wachten op het moment dat Grote Vertakte Stam ze definitief afstoot na bewezen diensten. Die springen zelf al naar beneden. En dat ís me een duizelingwekkende hoogte. Tja, ergens snap ik het ook wel. Ondank is ’s werelds loon.

Dit is typisch zo’n moment om terug te kijken. Oh, wat heb ik lang moeten wachten voordat ik me kon ontvouwen na die barre, eindeloze winter. Pas ergens in april heb ik me stukje bij beetje uitgerold. Eindelijk kon ik mij helemaal ontvouwen in al mijn bladerige schoonheid. Mijn lichtgroene kleur was zo fel dat hij die vreemde wezens op twee poten pijn moet hebben gedaan aan de ogen. Maar prachtig dat ik was! Ik zat strak in mijn nerven en blonk dat het een lieve lust was.

Ik koesterde me in de stralen van die grote gele bol, die me levenslust en energie gaf. Grote Vertakte Stam liet zijn sappen rijkelijk stromen, waardoor ik op mijn mooist werd.

Het waren fantastische maanden. Het was zo heerlijk en gezellig om samen met alle anderen te ruisen en ritselen als een zacht briesje langs ons heen trok. Af en toe werd het in de zomer wel wat erg warm, maar ik kon het dankzij mijn hoge vochtgehalte en gebruikmaking van de schaduw verschaft door mijn collega’s gemakkelijk aan. Alleen die vogels, hè? Ik ben de tel kwijt hoe vaak zo’n domme duif of brutale ekster op me gescheten heeft. Gatverdegatver. Dan was het elke keer weer ongeduldig wachten totdat een mals zomerbuitje mij weer lekker schoon spoelde.

En dan die herfststormen! Vooral die ene, van laatst. Jeetje, ik ben niet gauw windziek maar dit keer scheelde het niet veel. Ik hing ook al niet meer helemaal vast aan Grote Vertakte Stam, dus het was werkelijk levensgevaarlijk. Ik heb me wat op en neer gebungeld, tjonge jonge. Maar ook dit heb ik doorstaan. Al heeft die orkaan ons wel uitgedund. Op een gegeven moment hing er nog maar één lotgenoot – bepaald geen onbeschreven blad – een tak of zeven verderop.

Inmiddels ben ik de allerlaatste. Zo is het echt niet meer leuk. Iedere windvlaag kan mijn laatste zijn. Mijn gele kleur is nu doorspekt met bruine vlekken. Ik hang allang niet meer op kracht, maar puur op karakter.

Whoezzz. Ik voel dat de lucht zich rondom mij verplaatst. De wind speelt met me, rukt aan me. Oh, oh! Mijn steel laat Grote Vertakte Stam nu echt los. Het volgende moment voel ik dat ik val.

Daar ga ik. Het is minder erg dan ik dacht. Het lijkt wel of onzichtbare handen mij voorzichtig doorgeven en langzaam naar beneden wiegen. Ik zweef zachtjes tussen takken door die ik nooit eerder heb gezien. Nu dwarrel ik lieflijk langs de stam, die ik nooit eerder van zo nabij heb kunnen bekijken. Ik draai een paar keer als in een vertraagde opname rondom mijn as en kom wentelend steeds dichter bij de grond.

Oeps, ik ben geland. Veilig en wel lig ik op de stenen die ik van bovenaf zo vaak heb bekeken. Ik kijk eens omhoog. Wow! Grote Vertakte Stam ziet er indrukwekkend uit, met zijn vele – nu kale – armen zo ten hemel gespreid.

En terwijl de wind me opneemt en meevoert, ben ik trots dat ik een onmisbaar deel van hem ben geweest.

© Pascale Bruinen

Het Laatste Blad

Zie je me hangen, daar links? Ik ben echt op dat moment nog de enige.

Het Laatste Blad2 En hier zie je me van dichtbij.

Echte Vrouwen

Afgaand op het beeld in de damesbladen, op de catwalks en in films en tv-series zijn vrouwen allemaal jong, dynamisch en mooi. Ze hebben vrijwel zonder uitzondering een egale teint, lang en glanzend haar dat altijd in model blijft en een strak en subtiel gespierd lijf. Om maar te zwijgen van een akelig symmetrisch gezicht, met de perfecte neus (niet te breed, niet te smal, niet te puntig of te rond) en volle mond.

Geen wonder dat je als wezen met twee X-chromosomen bij dit soort lichtende voorbeelden al in rap tempo een minderwaardigheidscomplex dreigt te ontwikkelen, waarvoor je vervolgens – soms jarenlang –  in therapie moet.

Want ook al weten we inmiddels dat die fotomodellen, tv-starlets en voetbalvrouwen leven in een reservaat waar ze 24/7 worden verwend door make-up artiesten, kappers en nagelstylistes en – of dat nog niet genoeg is – vervolgens ook nog worden gefotoshopt bij het leven, we willen er stiekem eigenlijk ook zo goed of toch in ieder geval zo verzorgd uitzien. Hoe anders is de rauwe werkelijkheid.

Nergens zie je die beter dan op een zomerse stranddag.

Je hoeft maar vanaf je handdoekje om je heen te kijken om te weten dat je niet de enige bent die geen flawless skin, strakke kont of sierlijke voeten heeft. Want buiten het reservaat, in het wild, zie je Echte Vrouwen.

Echte Vrouwen blijken spataderen, puistjes en moedervlekken te hebben. Echte Vrouwen zijn soms de weinig trotse bezitters van een vette, verwaaide of ouderwetse coupe hopeloos. En Echte Vrouwen zijn vaker gezegend met vetrollen, pigmentvlekken of eksterogen.

Maar ook kalknagels, O- of juist X-benen en hamertenen kunnen lichaamseigen kenmerken zijn van Echte Vrouwen. En niet te vergeten de heilige drie-eenheid: wallen, hangende oogleden en donkere kringen. Of wat te denken van flaporen, onregelmatige tanden en een overbeet?

Als je al geluk hebt dat je dat allemaal niet hebt, kan er wel sprake zijn van terugtrekkend tandvlees, rimpels en rode pukkels op de gekste plaatsen. Of kraaienpootjes, cellulitis en kipfilets waar bovenarmen zouden moeten zitten. En een onderkin (of twee), een slappe kaaklijn of littekentje hier en daar.

Klotsende dijen, knobbelige knieën en hangborsten. Haren waar je ze niet wilt en geen haren waar je juist o zo graag méér (en dikkere) zou willen. Een bijna non-existent of juist weer veel te groot achterwerk.

Nu hóór ik jullie gewoon denken: waar heeft ze zelf last van? Dat ga ik natuurlijk niet verklappen. Maar ik zal jullie wel een stille hint geven: ik ga niet voor niets geregeld naar de kapper (van mezelf heb ik een stomme slag in mijn haren en een onbestemde, nietszeggende kleur). Daarnaast werk ik me natuurlijk niet puur voor de lol drie keer per week in het zweet bij de body pump in een voortdurend gevecht tegen de zwaartekracht. En, o ja, ik smeer me iedere dag een ongeluk met allerhande crèmes en concealers. Get the picture?

Mannen hebben hier nooit last van. Wacht even, begrijp me niet verkeerd. Mannen kunnen – met uitzondering misschien van cellulitis – natuurlijk evengoed alle kenmerken hebben die ik zojuist opsomde (inclusief hangborsten, als ze echt pech hebben). Alleen hebben zij niet Het Perfecte Rolmodel waarmee ze zich voortdurend meten. En daarom hebben de heren, zo lijkt het, daar hoegenaamd geen boodschap aan.

Tuurlijk, in een vlaag van bewustzijnsvernauwing snappen ze heus wel dat ze bepaald geen Robert Pattinson, Patrick Dempsey of Hugh Jackman zijn, maar vinden ze dat erg? Nee, het houdt ze gewoonweg niet bezig. Want heb jij ooit wel eens mannen betrapt die, gezeten in een gezellig kringetje, hun bierbuiken, scheve neuzen mét weelderige binnenbegroeiing en wijkende haargrenzen over en weer aan het inspecteren zijn? Dat dacht ik al.

Ten eerste: áls mannen al bij elkaar gaan zitten, is het meestal niet in een kring maar semi nonchalant door elkaar heen. Vervolgens, zo stel ik me voor, slaan ze zich joviaal op de schouders, ontkurken ze bierflesjes met hun tanden en maken ze foute grappen tussen het boeren door (sorry heren, wellicht is dit wat al te kort door de bocht maar dan komt het door de beeldvorming van RTL 7 en al die voetbalprogramma’s).

En ten tweede: mannen onder mekaar zullen niet in gezamenlijk geweeklaag uitbarsten bij het zien van zo’n mannenbuik die 6 maanden zwanger lijkt maar er juist een bemoedigende pets op geven, onderwijl vrolijk roepend: “Lekker genoten van die goudgele rakkers, hè?!”

Misschien, heel misschien, moeten wij Echte Vrouwen dit ook zo gaan doen. En moeten we ons dus, daar waar het op lichamelijke imperfecties aankomt, meer als mannen gaan gedragen. Niet meer: “Eek!!! Een r-i-m-p-e-l! Waar is de botox?”, maar: “Goh, een lachrimpel. Zo kan iedereen zien dat ik lol heb in het leven!”. Of: “Héllup…twee spataders!” wordt voortaan vervangen door: “Hee, spataders, leuk! Dankzij die te knellende skinny jeans ben ik nu toch maar mooi een wandelend kunstwerk!” En bij het zien van die allereerste grijze haar zeggen we niet langer: “F..k! Dubbel f..k! Ik word nu echt stókoud!” maar: “Welkom, grijze haar, teken van veel levenservaring en wijsheid!”

Want als wij Echte Vrouwen elkaar maar vaak genoeg blijven complimenteren in plaats van elkaar neer te sabelen, leren zelfs wij uiteindelijk onze fysieke tekortkomingen niet alleen te accepteren maar ook te omarmen.

Al zullen wij dit wel altijd in een gezellig kringetje blijven doen.

© Pascale Bruinen

Echte Vrouwen

Zo kun je het ook zeggen…