Achtste Wereldwonder

We lopen de aula in, samen met al die andere ouders, broers, zussen, opa’s en oma’s van de geslaagden. De sfeer is uitgelaten en verwachtingsvol. Ongeduldig wachten we op de entree van al die jong-volwassenen die hun eindexamendiploma atheneum of gymnasium hebben behaald.

Op het grote podium recht voor ons zitten zo’n twaalf leerkrachten van de bovenbouw gebroederlijk naast elkaar. Vooraan staan drie tafels met links en rechts een stoel. Hier zitten de mentoren van de eindexamenklassen. De bedoeling is dat iedere geslaagde daar straks plaatsneemt om het diploma in ontvangst te nemen.

Opeens wordt het volume van de muziek open gezet, gaan de dubbele deuren open en lopen alle geslaagden achter elkaar aan naar de voorste rijen. Net zoals de rest van het publiek applaudisseer ik luid. Er klinkt gejoel en gejuich.

De meisjes lopen voorop. De een is nog mooier en slanker dan de ander en het lijkt wel alsof ze allemaal naar dezelfde kapper gaan. Vrijwel zonder uitzondering hebben ze heel lang en superglad haar. Vergeleken met de outfit die ik droeg tijdens mijn diploma-uitreiking in de vorige eeuw hebben deze jongedames allemaal ultrakorte jurkjes aan en dragen ze torenhoge hakken. En ze kunnen het hebben.

Achter hen komen de jongens. Een aantal ondanks hun leeftijd nog steeds wat klein van stuk, maar het overgrote deel is in die zes jaar tijd flink de hoogte in gegaan. De haren zijn fris kortgeknipt of juist bewust een stuk langer. Er zijn er bij die echt werk hebben gemaakt van hun verschijning; strak in het pak met nauwsluitende pijpen en mooi gepoetste schoenen. De anderen, zo ook mijn zoon, veelal in spijkerbroek met een net hemd. Een enkele durfal komt gewoon in een schreeuwerig t-shirt, een driekwart skaterbroek en met van die dikke, zwarte werkschoenen. Ook anno 2013 zijn er gelukkig nog steeds jongeren die op een leuke manier schijt hebben aan conventies. Een hele geruststelling.

Als ik zoonlief langs zie lopen tussen zijn leeftijdsgenoten, voel ik een rilling van ontroering door me heen gaan. Hij heeft het toch maar mooi geflikt. Niet dat het daar naar uitzag, een tijd geleden. Hij heeft het, laten we zeggen, tot het laatst toe nogal spannend gehouden of hij wel of niet zou slagen. Als ik afgelopen jaar had geweten dat hij het zou redden, zou me dat heel wat spreekwoordelijke grijze haren hebben gescheeld. Maar ach, dat hoort ook bij de geneugten van het ouderschap.

Als ze eindelijk allemaal zitten, het is inmiddels een kwartiertje later dan gepland, legt de ceremoniemeester uit dat er telkens drie namen van geslaagden zullen worden genoemd. Deze moeten dan gaan staan, waarna hij of zij om de beurt zal worden toegesproken.

Even later schallen de eerste namen door de aula. Twee meisjes en een jongen gaan wat onwennig staan. Dan wordt de eerste besproken. Op een groot scherm boven het podium wordt eerst een foto vanuit de brugklas geprojecteerd. “Oooohhh” en “aaaahhhh” doet de zaal bij het zien van het kind met beugelbekkie en brilletje dat in zes jaar tijd, net als het lelijke eendje, is veranderd in een sierlijke zwaan. De arme meid kleurt rood bij het zien van die foto. Gelukkig voor haar wordt daarna snel een recente, zeer charmante, foto in beeld gebracht en steekt de ceremoniemeester van wal met haar toespraak.

De ene na de andere scholier wordt bewierookt, bewonderd en een enkeling ook een heel klein beetje liefdevol bespot. Uit de besprekingen blijkt mij al snel dat zoonlief bepaald niet de enige is die het erop aan heeft laten komen. Vele anderen, allemaal jongens valt me op, waren kennelijk eveneens heel druk bezig met alles behalve hun schoolprestaties.  Ze kwamen vaker te laat, zaten omgedraaid aan hun tafeltje en waren voor de derde keer op rij hun boeken “vergeten”. De ouders hoor ik kreetjes van herkenning slaken, de rest van de zaal lacht goedmoedig mee.

Voor de meiden daarentegen niks dan lof. Maar al te vaak hoor ik als commentaar van de mentor de verzuchting “Had ik maar meer scholieren zoals…(vul meisjesnaam in) in mijn klas.  Beleefd, sociaal betrokken en vriendelijk. Een keiharde werkster die altijd haar huiswerk af had. Het zonnetje in huis.” Die gaan het vast nog heel ver schoppen.

Een keur aan gekozen studierichtingen komt voorbij. Hogere hotelschool, Business Administration, Economie, Nederlands, Engels, Psychologie (waar ook mijn nazaat voor heeft gekozen), Rechten. Een enkeling heeft het helemaal voor elkaar en vertrekt met een prestigieuze beurs naar de Verenigde Staten of Engeland voor de vervolgstudie. Één bolleboos gaat zelfs twee studies tegelijk doen.

Dan is het eindelijk de beurt aan zoonlief om te gaan staan. Snel laat ik mijn camera lopen, om vooral maar niks van de speech te missen. Zijn foto als kleine brugpieper herinner ik me nog goed. Het kinderlijke gezichtje met een grijns van oor tot oor onder een lichtblonde haardos die met gel rechtop is gezet, roept vertederde glimlachjes op van het publiek. Even later zie ik zijn foto van nu. Zijn gezicht is langer en smaller, zijn haren een stuk korter en donkerder. Het gezicht van een jongeman.

Even voel ik een pijnlijke steek om wat is geweest en nooit meer terug komt. Ik knipper een paar keer extra met mijn ogen om de opkomende waterlanders in toom te houden. Een hoofdstuk van zijn levensboek wordt definitief afgesloten, het volgende ligt – nog blanco – opengeklapt klaar. Door me heen flitsen alle herinneringen die hem tot dit moment hebben gebracht. De peuterzaal, de lagere school, al die jaren als middelbare scholier.

Hoeveel proefwerken, toetsen en mondelingen heeft hij wel niet gehad om tot hier te komen? Hoeveel spreekbeurten, boekbesprekingen en praktische opdrachten? Hoeveel werkstukken, examens en schriftelijke overhoringen?

Mijn gemijmer eindigt abrupt als zoonlief wordt toegesproken. Hij staat verlegen te draaien en weet zich geen raad met die lange armen. Hij plukt een denkbeeldig pluisje van zijn hemd en kijkt afwisselend naar de vloer en naar de spreekster. Vanaf een afstandje voel ik met hem mee. De ceremoniemeester opent haar speech door hem te benoemen tot het achtste wereldwonder. De zaal lacht. H., zijn zus, oma en ik grinniken.

“Jij hebt een enorme eindspurt ingezet en bent nog net op tijd gearriveerd aan de diploma-streep! Dat verdient heel veel respect. Gelukkig voor jou was het jaar niet drie maanden korter”, zo vat de spreekster zijn laatste jaar bondig samen. Hij moet zelf erom grijnzen.

Als hij even later het podium beklimt om bij zijn mentor het diploma in ontvangst te nemen, moet ik even slikken. Ik kijk naar de leerkrachten, sommige nog jong, andere al flink op leeftijd. Maar allemaal kijken ze vandaag trots en blij. Het moet ook voor hen vreemd zijn om deze lichting, na alles wat ze samen hebben meegemaakt, nu los te moeten laten. Hun scholieren kwamen binnen als rupsjes en hebben zich onder hun vleugels ontpopt tot wonderschone vlinders.

Deze enthousiaste en betrokken docenten zijn niet alleen belangrijk voor de maatschappij, maar hebben ook voor mijn zoon veel betekend. Al zal hij dat – uiteraard – niet snel toegeven. In stilte bewonder ik ze voor het klaarstomen van al deze slimme en prachtige jonge mensen. Geluidloos bedank ik ze voor alle kennisoverdracht, voor het luisterend oor, voor de passie die ze bij menigeen hebben weten over te brengen voor hun vak. Voor al die mooie, relatief zorgeloze schooljaren en de bijpassende herinneringen die een leven lang meegaan. Leerkrachten zijn helden.

Zoonlief is nu toegekomen aan zijn rondje handen schudden. De vrouwelijke leerkrachten krijgen – o wonder! – drie pakkerds. Iedereen lacht, hij wordt op de schouders geslagen, moederlijk en vaderlijk toegesproken. En dan gaat hij het podium af, het felbegeerde papier schijnbaar achteloos in zijn hand geklemd.

De wijde wereld lonkt.

© Pascale Bruinen

diploma uitreiking2

diploma uitreiking

Wat zijn jouw herinneringen aan je diploma-uitreiking? Deel ze hier met anderen!