Mijn beroep is mooi en dynamisch maar kan tegelijkertijd zwaar en veeleisend zijn. Door mijn kennis van wie waar welke misdrijven pleegt, ben ik immers niet alleen goed geïnformeerd, maar word ik – of ik het nu wil of niet – ook belast. Al deze wetenschap is onomkeerbaar; eenmaal opgeslagen op mijn harde schijf, kan ik niet meer doen alsof ik het niet weet.
Toen mijn zoon en dochter nog klein waren, deed ik veel zedenzaken. In die tijd maakte ik beroepshalve kennis met een andere kant van het sport- en verenigingsleven, namelijk die waarin sommige trainers, leraren of clubvoorzitters hun handen en andere lichaamsdelen niet thuis konden houden en zich vergrepen aan pupillen of clubleden die aan hun zorg waren toevertrouwd.
Omdat mijn kinderen destijds ook op sportclubs zaten, mijn zoon op voetbal en mijn dochter op judo, was ik me dus meer dan andere moeders bewust van wat er in deze onschuldige setting ook aan nare dingen kon gebeuren. Zodoende heb ik mijn kinderen niet alleen geleerd dat ze nooit met vreemde mannen of vrouwen mee mochten gaan – ook niet als die een lief katje, een schattig hondje of een grappige papegaai thuis hadden die ze mochten komen aaien – maar heb ik ze gaandeweg ook uitgelegd dat ze zelf de baas waren over hun eigen lichaam en dat ze een akelig geheimpje altijd meteen moesten vertellen. Op deze manier maakte ik ze weerbaar in plaats van bang of ongerust.
Wat later heb ik mijn kroost bij het betreden van de digitale snelweg uiteraard tot vervelens toe gewezen op de gevaren van webcams, het prijsgeven van persoonlijke informatie en het blind vertrouwen op de opgegeven identiteit en bedoelingen van de digitale gesprekspartner. Want die aardige chatter kan inderdaad een meisje van twaalf zijn, maar evengoed een pedoseksueel van in de vijftig.
Met alles wat ik weet blijft het dus steeds laveren tussen alert blijven enerzijds en waken voor beroepsdeformatie anderzijds.
Want al die goeden mogen nooit lijden onder de minderheid van de kwaden.
© Pascale Bruinen
Deze column is op 27 november 2014 verschenen in het Algemeen Dagblad.