Korte broeken dag

Het is weer die tijd van het jaar. Zodra de eerste krokussen hun kopjes uit het gras steken, de racefietsen weer tevoorschijn komen en de temperatuur nipt boven de tien graden kruipt, begint de ellende die Rokjesdag heet. Natuurlijk in verkleinende vorm want stel je voor dat wij vrouwen op het onzalige idee zouden komen om in plaats daarvan een rok aan te trekken. Daar zit mannelijk Nederland kennelijk niet op te wachten.

Volgens ons aller Wikipedia is “Rokjesdag (…) de dag waarop een groot deel van de Nederlandse vrouwen voor het eerst in het jaar zomerse kleding zoals een korte rok zou dragen (op blote benen – geen panty’s en dergelijke), doorgaans midden april.” Midden april? Nu de paaseieren al meteen na de kerstspullen in de schappen van de supermarkten liggen en de terrasstoelen medio februari worden neergezet, wordt ook dit tijdstip allengs naar voren gehaald, ben ik bang.

Ondertussen vraag ik me af of ik nu de enige ben die dit verschijnsel zó niet 2016 vindt? Iedere vrouw mag wat mij betreft aantrekken wat ze wil, maar de hele sfeer om rokjesdag heen riekt toch wel een beetje naar een collectieve vleeskeuring.

Columnist Martin Bril, die de benaming ‘rokjesdag’ bekend maakte bij een breed publiek, beweerde dat zijn interesse hierin niets te maken had met erotiek, maar met zijn observatie dat vrouwen als bij toverslag tegelijkertijd de straat op gaan met blote benen en een rok. Kan kloppen natuurlijk, maar ik heb zo’n flauw vermoeden dat de mannelijke volksstammen die rokjesdag een warm hart toedragen daar niet zo mee bezig zijn.

Maar goed, laten we voor het gemak ervan uitgaan dat er geen seksistisch kwaad schuilt in rokjesdag. Met het oog op de broodnodige gelijkheid zou de tijd dan rijp zijn voor Korte Broeken Dag. En nee, daarmee bedoel ik dus níet die wijde (sport)broeken die tot op of over ’s mans knie komen. Als ik zeg kort, dan bedoel ik ook kort. Lichtend voorbeeld hiervan zijn de (voetbal)broekjes die in de jaren zeventig in zwang waren. Voor iedereen die dit leest en (ver) daarna geboren is: dit broekje eindigt grofweg zo’n dertig centimeter boven de knie.

Maar dan duikt meteen een probleem op. Want een dergelijk kledingstuk vergt (net als het rokje trouwens) een redelijk perfect lijf. Of toch minstens een stel gestroomlijnde ledematen. Gegeven de statistieken dat in Nederland iets meer dan de helft van alle mannelijke Nederlanders van 19 jaar en ouder overgewicht heeft, is de kans dus best groot dat wij vrouwen op Korte Broeken Dag worden geconfronteerd met blubberige bovenbenen. Of juist met van die zielige dunne en/of kromme stelten. En zitten wij dames te wachten op het ultieme horrorbeeld van mannen wier spierwitte benen eindigen bij witte sokken in sandalen? Neuh. Niet echt.

Dus ja, het wordt gelukkig weer voorjaar.

Maar nee, laat die Korte Broeken Dag maar zitten.

© Pascale Bruinen

Zo moet het dus niet…

images

en zo wel…!

holland1

 

 

 

Travel Light (2)

Eén dag voor vertrek. Ik ben al dágen aan het inpakken. Eerst alleen in gedachten, daarna voor het eggie. Mijn koffer begint er verdacht vol uit te zien als ik me met een schok realiseer dat ik ook nog zo iets vervelends en noodzakelijks als ondergoed en sportkleding mee moet nemen.

Als ik met rood aangelopen hoofd probeer om de rest van de spullen in alle hoeken en gaten te proppen, stapt H. ineens op me af en houdt me een krantenartikel onder de neus met de veelzeggende titel “Vrouw neemt te veel mee”. Als ik het snel scan, blijkt dat Brits onderzoek bevestigt dat vrouwen kennelijk maar liefst twee derde van de ingepakte kleding in de koffer laten liggen. Oh ja? Oh.

“Voor een vakantie van twee weken dragen ze 57 van de 152 ingepakte stukken”, lees ik tot mijn verbijstering. 152 stukken??? Dat lijkt me absurd! Terwijl ik gezeten op mijn koffer probeer om het deksel dicht te krijgen, lees ik gefascineerd verder. “Tachtig procent van de vrouwen geeft toe niet “licht” te kunnen reizen (…). Ze pakken extra “voor het geval dat”. Hee, dát herken ik. Niks mis mee, lijkt me. Toch?

“Naast kledij gaan zonnecrème, make-up en haarverzorgingsproducten in overvloed mee”. Tja, what can I say? Guilty as charged. 

“Resultaat? Eén derde moet bijbetalen op de luchthaven. De helft liegt tegen de partner over het gewicht van de koffer zodat ze niets hoeven achter te laten”. Aaahh, jammer dat H. dit nu al gelezen heeft.

“Ook de handbagage wordt maximaal volgepropt met extra ondergoed, een setje reserve-kledij, badkledij en zelfs schoenen voor als de koffer verloren zou gaan”, lees ik verder. Kijk, dát vind ik nou een verstandig idee. Het artikel sluit af met: “En natuurlijk wordt er op vakantie ook geshopt, waardoor de koffer nog zwaarder is bij terugkeer”.

Speaking of which, ik moet mijn koffer nog wegen want ik mag maar maximaal 23 kilo meenemen. En daar zit je zo aan met een paar schoenen links en rechts erbij.

Het feit dat ik me bijna een breuk til als ik mijn koffer op de weegschaal zet, voorspelt al weinig goeds. En inderdaad, tot mijn schrik zit ik al op 24,7 kilo en ik heb nog niet eens álle combi’s voor die twee weken ingepakt.

Gesterkt door het artikel besluit ik dat ik rigoureus te werk moet gaan en begin ik her en der van alles er uit te kieperen. Hup, twee bikini’s minder is ook niet erg. Eén petje in plaats van twee, de helft van het ondergoed want ik heb ook nog een handwasmiddel bij me en een extra dikke trui, vest en spijkerbroek? Belachelijk, ik ga richting de 33 graden dus weg ermee. Als ik ook nog twee paar slippers, 1 pareo, een paar schoenen met hoge hak en een hele kluwen sjaaltjes eruit heb gehaald, zie ik tot mijn tevredenheid dat de weegschaal nog maar 21,9 kilo aangeeft.

Al neuriënd ruim ik, tevreden met mijn nieuwe minimalistische houding, de overtollige spullen terug in de kast. Maar dan valt mijn oog ineens op die ene rok die ik eerder niet had durven inpakken. Die kan nu best nog mee, ik heb nu immers zat gewicht over. En oh, dat schattige topje, dat weegt toch niks. Hee, die ene omslagsjaal is bijna doorzichtig dus die kan niet meer dan een paar gram wegen. En nu ik toch bezig ben, kan ik evengoed dat paar te leuke hooggehakte schoenen en die twee bikini’s er weer bij doen.

Als ik eindelijk alles er in heb, zet ik de koffer nogmaals op de weegschaal. Wát? Hij geeft 23,6 kilo aan. Snel neem ik lukraak wat spullen eruit en frommel die onderin het keurig onder gewicht zijnde koffer van H.

Die gouden tip stond nog niet in het krantenartikel.

© Pascale Bruinen

inpakstress

Ook lijdend aan inpakstress? Of ben jij juist een van die onbezorgde types die een half uurtje voor vertrek alleen het hoognodige in een mini-koffer stopt? Deel je inpak-ervaringen hier!