Afspraken maken op zijn pubers

Sinds enige tijd is bij ons in huis chaos troef. Er valt namelijk geen peil te trekken op wat er nou precies door mijn twee pubers wel of niet is afgesproken en met wie en wanneer. Dat maakt het nogal lastig om huishoudelijke aangelegenheden te plannen. Met name erachter komen wie ’s avonds mee zal/zullen eten is de laatste tijd een schier ondoenlijke klus.

Vorige week spande de kroon. Rond een uur of 16.00 ’s middags deelt mijn dochter ineens mee dat een vriendin zal komen meeëten. Prima, gezellig, maar dan toch nog maar even snel naar de winkel om een extra portie vlees te halen. Ik ben nog niet terug of ze komt mij vertellen dat de vriendin toch niet komt. Zij eet zelf wel gewoon hier.

Niks aan de hand, dat ene extra stuk vlees gaat toch wel op, denk ik terwijl ik mij achter het fornuis posteer. Intussen krijg ik een sms-je van zoonlief met daarin welgeteld vier woorden: “Eet bij opa oma”. Nou, dat schiet lekker op want de vijf flinke stukken vlees liggen al te sudderen in de pan.

Plotseling duikt dochter op in de keuken en kondigt doodleuk aan dat ze net afgesproken heeft om bij die vriendin te gaan eten. Omdat ze aan mijn gezicht ziet dat ik inmiddels niet meer in al te beste stemming ben, verdwijnt ze naar boven voordat ik mijn mond kan opentrekken.

“Mooie boel is dat”, mopper ik verongelijkt, “nu moeten we zeker met zijn tweeën die vijf stukken vlees gaan verorberen?” Terwijl ik nu niet alleen uitwendig maar ook inwendig kook, komt H. thuis. “We eten vanavond met zijn tweeën, nadat we eerst respectievelijk met zijn vijven, vieren en drieën zouden hebben gedineerd”, deel ik hem cryptisch mee.

Net als we willen gaan eten komt dochter binnen en gaat, alsof het de meest vanzelfsprekende zaak van de wereld is, aan de (voor haar niet gedekte) tafel zitten. H. en ik kijken haar aan alsof we water zien branden. “Je zou toch bij die vriendin eten”? “Oh, dat. Dat gaat niet door. Ik eet gewoon mee”.

Murw geslagen door deze zoveelste wijziging in de plannen weet ik niks beters te doen dan op de automatische piloot over te schakelen en haar het eten voor te schotelen. “Waarom heb ik zoveel vlees op mijn bord? Dat krijg ik echt niet op, hoor!!” roept ze, niet gehinderd door ook maar enig inlevingsvermogen. Op dat moment moet ik mijn uiterste best doen om het bord met sudderlapjes niet in de vuilnisbak te kieperen.

Voor nu laat ik het maar bij het zo kalm mogelijk uitgesproken antwoord dat ze het mag laten liggen. En ondertussen hoop ik voor de zoveelste keer dat het einde van de (tijdelijke?) kortsluiting in de hersenhelften van mijn pubers nabij is.

In ieders belang.

© Pascale Bruinen

Zijn jullie ook in de gelukkige omstandigheid pubers in huis te hebben die van het een op het andere moment weer iets geheel anders gaan doen dan net was afgesproken? Ik heb namelijk zo’n donkerbruin vermoeden dat dit voor velen van jullie heel herkenbaar is. Troost ons met jouw verhalen!

Virtueel Eten

Ik hou van lekker eten. Zo kun je mij ’s nachts wakker maken voor een goed bord pasta, laat ik alles uit mijn handen vallen voor versgebakken speltbrood met extra vergine olijfolie en gemalen grof zeezout en zou ik een moord kunnen plegen voor de klassieke maar goddelijke combi van een lekkere malse steak met verse, zelfgemaakte knapperige frites (met schil) en Belgische mayonaise. Als ik het alleen al opschrijf, loopt het water me in de mond.

Ik ben dus een lekkerbek maar óók een zoetekauw. Mijn eigengemaakte walnut brownies met vanille-ijs en toffee-chocoladesaus zijn to die for! Bovendien associeer ik eten doorgaans met gezelligheid,  met urenlang tafelen met vrienden. En tenslotte is er maar weinig dat ik niet lust (schelpdieren en ingewanden). Met deze drie fijne randvoorwaarden ligt het risico op de loer dat ik in no time tonnetje-rond word. En laat ik daar nu iets op gevonden hebben! Ik doe namelijk aan virtueel eten.

Avond na avond verslind ik, veilig gescheiden door de flatscreen, het ene na het andere zalige gerecht bij 24 Kitchen. Zo kan ik me calorieloos vergapen aan cajun gumbosizzling beef with salsa of bastilla met kip; beleef ik een puur visuele indigestie met achtereenvolgens asperge-spinazie risotto met citroen, geroosterde vis met rozemarijnaardappeltjes uit de oven en als toetje frambozensoufflé; of kan ik zonder ook maar één gram bij te komen heerlijk uitbuiken na het fictief nuttigen van een warme Griekse lamssalade, zalm op aziatische wijze met wasabimayonaise en de ultieme chocoladecake.

En het moet gezegd worden, het zijn héle smakelijke beelden die tot mij komen. Het enige dat nog ontbreekt, is de bijbehorende geurbeleving. Dan zou het helemaal 3-D zijn.

Het kookkanaal heeft sinds de start in oktober 2011 een vaste plek verworven in mijn tv-routine. En terecht, want Rudolph van Veen heeft hiermee misschien wel zijn allerbeste en succesvolste recept ooit gemaakt. Een onverslaanbare mix van goed (na)maakbare gerechten (“En denk eraan: koken is echt voor iederéén!”), close-ups van frisse groenten, sappig vlees en rijpe vruchten en prachtige beelden van de natuur waaruit al dat fraais afkomstig is. Dit alles gelardeerd met een saus van enthousiasme, vrolijkheid en positivisme die van het scherm spat en afgeblust met veel superhandige en vooral praktische kooktips.

Leuk is ook het eigen culi-taaltje dat gebruikt wordt. Zo gaat het gemaakte eten standaard “op bord” en bevat de vocabulaire opvallend veel verkleinwoorden zoals “groentjes” of “een zoetje en een zuurtje” toevoegen.

Het enige wat we niet te zien krijgen, zijn de vuile pannen, bakjes, bordjes, lepels, zeefjes, vergieten, spuitzakken, schotels en kommen. Iets zegt me dat Rudolph dit hoogstwaarschijnlijk niet zelf hoeft af te wassen.

Van Veen heeft ook goed nagedacht over de ideale combinatie van eigengemaakte items en aangekochte series uit het buitenland. Van eigen makelij zijn bijvoorbeeld “Rudolphs Bakery“, waarin overheerlijke zoete en hartige baksels worden gemaakt door the man himself , “De Makkelijke Maaltijd” voor als het snel en simpel moet of “Grenzeloos Koken” waar telkens de keuken van een ander land centraal staat (met die Italiaanse-bij-Marco-Borsato-gitaarspelende-stoethaspel als toppunt van culi-entertainment).

Maar hoe leuk, leerzaam en interessant ook, bij mij zijn de buitenlanders van 24 Kitchen toch verreweg favoriet. Onder het motto van “wat je van ver haalt, is lekker(der)”, zit ik vastgenageld voor de buis zodra Nieuw Zeelandse Annabel Langbein, Australische Donna Hay of mede-Aussie Bill Granger in beeld komen. En dat heeft maar deels met het overheerlijke eten zelf te maken. Het zit hem zeker ook in het bombardement met zonnige, fantastische en jaloersmakende vergezichten.

Denk aan een rustiek houten huis gelegen in een parkachtige (moes)tuin met zo ongeveer alle kruiden, noten, groenten en vruchten die je kunt bedenken, gelegen aan een eindeloos meer met zicht op besneeuwde bergtoppen: Annabel. Of aan een smetteloos witte keuken met witte (!) pannen, voorzien van een zeer ruim balkon waarop je in stralend zonlicht kunt barbecueën en van waaruit je zo uitkijkt over de onmetelijke oceaan: Donna. Danwel aan een eveneens witte keuken met pastelkleurig servies, behorend bij een geweldig huis met megagroot zwembad met als achtergrond diezelfde oceaan en een paar schatten van kindertjes: Bill.

Onze Annabel is in de gelukkige omstandigheid dat ze haar dagen mag vullen met het zelf vissen naar verse zalm in een schoner dan schoon meer, het hoogstpersoonlijk ophalen van honing bij de plaatselijke imker en het zelf uitgraven van reuze knoflookbollen bij een bevriende boer. Zo zien we haar tevreden genietend vele kilometers rondtoeren in haar gele pick-up truck met haar pas verworven culi-schatten, rijdend door dat onwaarschijnlijk ongerepte Nieuw Zeelandse landschap. En ik geniet vanaf de bank volop met haar mee.

Bij thuiskomst gaat ze natuurlijk ermee koken en komen er de heerlijkste gerechten op tafel, zonder uitzondering genuttigd in het bijzijn van gelukkige en immer vrolijk lachende vrienden én de visser, imker of boer in kwestie. Feel good tv in optima forma.

Donna – wier motto fast, fresh and simple is – Hay verstaat de kunst om inderdaad op slimme wijze een nieuwe, originele twist te geven aan bekende gerechten. En ze houdt woord want haar gerechten zijn altijd snel te maken, gebaseerd op verse ingrediënten en eenvoudig van aard. Maar ze zien er ook uit als een pláátje en tegen de achtergrond van die blauwe oceaan is het eindresultaat op de een of andere manier altijd nóg smakelijker.

En dan Bill. Hij is het prototype van de ideale schoonzoon; clean, stralende glimlach en immer aardig. Hij geeft toe dat hij niet een geschoold kok is. Dat is geen probleem maar juist heel ontwapenend. Hij verhaalt over hoe hij sommige dingen van zijn moeder geleerd heeft (ach, wat schattig!), vertelt af en toe wat persoonlijke dingen en komt soms al kokkerellend samen met zijn kinderen in beeld (à la Jaimy Oliver). Een misschien doordachte keuze, maar wel een die werkt omdat het integer overkomt en hem erg menselijk en benaderbaar maakt.

Al dat geschrijf over eten heeft me intussen hongerig gemaakt.

Ik denk dat ik nog maar eens een heerlijke beeldbuis-maaltijd ga nuttigen. Gelukkig is deze afhaalservice 24 uur per dag geopend.

© Pascale Bruinen

Annabel Langbein met haar mandje met vers geplukte groenten (op de achtergrond Lake Wannaka)

En hier is Donna Hay op haar zalige balkon druk in de weer met dito gerechten

En tenslotte Bill Granger. Heb ik iets teveel gezegd???