“Snap jij dat nu? Die bejaarden hier houden er niet van om lekker buiten te zitten. ‘Dat tocht te veel’, zeggen ze dan”, klaagt mijn moeder als ik haar laatst opzoek. Ze praat over haar leeftijdsgenoten alsof ze er zelf, als 85-jarige, niet bij hoort. Sterker nog, er zijn er genoeg die zelfs stukken jonger zijn. Desalniettemin voelt mijn moeder kennelijk geen enkele connectie met haar medebewoners annex ouden van dagen als het op leeftijd aankomt.
Ik begrijp dit fenomeen inmiddels wat beter want ik heb er zelf ook geregeld last van. Verstandelijk weet ik dat ik vijftig ben (vooral als ik tegenwoordig bijvoorbeeld een etiket probeer te lezen op een product in de supermarkt), maar qua gevoel ben ik ergens in de dertig blijven steken. Oké, behalve dan zoals onlangs toen ik met H. en een bevriend koppel op vakantie tot na 03.00 uur ’s nachts de disco van het cruiseschip onveilig had gemaakt en dit de dag erna moest bekopen met een nogal brakke staat (en dan drink ik nog geen alcohol, kun je nagaan).
Maar los van dit soort extreme uitzonderingen, heb ik helemaal niet het idee dat ik – puur theoretisch gesproken – in aanmerking zou kunnen komen voor een lidmaatschap van de 50PLUS partij.
En nu ik het daar toch over heb; in deze tijd van steeds verder gaande vergrijzing en een gemiddelde leeftijd voor Nederlandse vrouwen van 82,5 jaar en Nederlandse mannen van 78,4 jaar snap ik niet dat een dergelijke partij überhaupt nog bestaansrecht heeft. Ik bedoel, 50 (!!!!!) plus? Als het nou 75, 80 of 90 plus was. Waar gáát dit over?
Dat mijn moeder en ik niet de enigen zijn die zich semi-permanent in zo’n leeftijdsgerelateerde dissociatieve staat bevinden, bleek wel toen ik pas geleden bij een bevriend Catalaans koppel van dezelfde leeftijd in Barcelona was. Onze vriend vertelde dat hij op een feestje om zich heen keek en dat het hem toen opviel dat er wel erg veel oudere mensen waren. De shock van (h)erkenning volgde een fractie van een seconde later toen hij zich met enige schrik realiseerde dat hij zelf minstens even oud was.
Ik vermoed dat deze leeftijdsdissociatie een universeel verschijnsel is. Bij mij begon dat zo ongeveer rond de veertig en eerlijk gezegd voel ik me er prettig bij. Het betekent immers dat ik me aanzienlijk jonger voel dan mijn kalenderleeftijd aangeeft. Dus laat mij maar lekker dissociëren, liefst natuurlijk tot op zeer ver gevorderde leeftijd.
Want met een beetje geluk zal ook ik me zelfs dan nog afvragen waarom die oudjes om me heen niet lekker buiten willen zitten.
© Pascale Bruinen