Hondenleven

Bij bestudering van een strafdossier maakte ik me onbewust altijd al een voorstelling van hoe de verdachte er in het echt uit zou zien. Soms zat er al een foto van hem of haar in het dossier, dan kon ik meteen zien of die leek op het beeld dat ik in gedachten had.

In de zaak waar ik nu over schrijf had ik niet zo’n afbeelding ter beschikking, dus keek ik nieuwsgierig op toen de verdachte de zaal binnenkwam. De man was de middelbare leeftijd gepasseerd. Hij was eenvoudig gekleed. Vanaf zijn stoel achter het hekje keek hij telkens achterdochtig in mijn richting. Hij oogde vermoeid, maar weinig schuldbewust.

Hij werd ervan verdacht dat hij opzettelijk pijn en letsel had veroorzaakt bij zijn hond. Het dier, dat ik Maya zal noemen, werd steeds magerder en leek veel pijn te lijden. De boosdoener bleek een gezwel. Maar in plaats van zijn huisdier bij het ontstaan van de eerste klachten onmiddellijk onder doktersbehandeling te stellen, besloot deze verdachte niets te doen. Zodoende kon de tumor gestaag doorgroeien.

Toen verdachte na enige tijd telefonisch bij een dierenarts informeerde naar de kosten om zijn hond te laten inslapen, vond hij 135 euro om aan het lijden van zijn trouwe viervoeter een einde te maken veel te hoog. Dus liet hij alles maar op zijn beloop.

Op een kwade dag werd de hond buiten aangetroffen en door de vinder bij een asiel afgeleverd. Daar bleek het arme dier er zo ernstig aan toe, dat de dierenarts besloot om hem meteen uit zijn lijden te verlossen. En geen wonder, want toen ik door het digitale dossier scrolde, schrok ik bij het zien van de kleurenfoto’s van de hond met die vreselijk grote uitstulping.

Ik vond het triest. Als hondenbezitter heb je een grote verantwoordelijkheid want het dier is voor zijn welzijn immers aan jou overgeleverd. Maya had vele jaren trouw zijn baasje beschermd en over hem gewaakt. Maar andersom vond deze laatste het kennelijk nog te veel moeite om naar de dierenarts te gaan toen Maya pijn had en niet meer kon eten.

De laatste maanden van zijn leven moeten voor deze hond een ware martelgang zijn geweest.

Een hondenleven in de ware zin des woords.

© Pascale Bruinen

Deze column is eerder verschenen in het Algemeen Dagblad.

images

Gesprek bij de bushalte

Tsskkk…, moet je dít lezen”, zegt het meisje bij de bushalte terwijl ze luidruchtig op haar kauwgom kauwt. “’Minister Opstelten reikt certificaten uit aan eerste dierenpolitieagenten.’ Wat een belachelijk gedoe! Alsof de politie niks beters te doen heeft dan met loeiende sirenes zo’n stinkend konijn met een verstuikt pootje op te halen.” Het meisje scrollt hevig op haar smartphone en blaast een kauwgombel die qua diameter niet onderdoet voor haar oversized oorringen.

Haar vriendje grinnikt. “Die beestenwouten zijn echt gestoord man. Voor je het weet moeten ze nog goudvissen gaan reanimeren om ze te redden van de verdrinkingsdood!” Hij lacht zo hard om zijn eigen grap dat hij zich verslikt in de ferme teug redbull die hij achterover slaat.

“Weet je wat ik nog het mooiste vind? Als er echt iets ergs gebeurt dan komen ze nooit. Verdomme, waar blijft die klote bus nou?” Het meisje kijkt geërgerd op haar horloge.

“Jullie weten niet waar jullie het over hebben”, zegt een wat oudere vrouw plots met zachte stem. Twee hoofden draaien zich perfect tegelijk naar haar om. “Dierenmishandeling is in veel gevallen een signaal dat er ook sprake is van huiselijk geweld. En daders van dierenmishandeling gebruiken huisdieren vaak als intimidatie- of chantagemiddel ten opzichte van hun slachtoffers. Het is dus belangrijk dat de politie op tijd ingrijpt”, legt ze aan het ongelovig kijkende tweetal uit.

“Wat een bullshit, hoe kom je daar in godsnaam bij?”, tutoyeert de jongen haar brutaal. “Ja, inderdaad”, doet bellenblaaster nog een duit in het zakje, “waar haalt u die wijsheden vandaan?”

“Ik heb het zelf meegemaakt. Mijn ex-man heeft me jarenlang gekleineerd en mishandeld. Het heeft zo lang kunnen duren omdat hij dreigde mijn hond van de flat te gooien als ik bij hem weg zou gaan. Ik heb geen kinderen, mijn hond was mijn kind.”

“Hoezo… was?” vraagt het meisje aarzelend, hoewel ze diep in haar hart het antwoord al weet. “Op een dag heeft hij de daad bij het woord gevoegd”, zegt de vrouw kalm. “Daar is mijn bus. Denk er maar eens over na. Dierenpolitie is zo gek nog niet”.

“Kut man, wat een verhaal“ zegt het vriendje, duidelijk onder de indruk. “Zo heb ik het nooit bekeken. Misschien is het toch niet zo’n stom idee.” Het meisje knikt instemmend. Ze gruwelt bij de gedachte dat het haar kat zou zijn waar ze zo gek op is.

En beiden kijken de bus na totdat hij allang uit hun gezichtsveld verdwenen is.

© Pascale Bruinen

En wat vinden jullie van de dierenpolitie? Is het zinnig of onzinnig? Discussieer hier met anderen door een reactie achter te laten.